Biologie III.1 – Ecologie en duurzame ontwikkeling
Synoniem of
Begrip Omschrijving Voorbeeld
tegengestelde
A
Alle niet-levende factoren die de leefomstandigheden Niet-levende
Abiotische factoren Wind, water, licht, lucht, temperatuur
op een bepaalde plaats beïnvloeden. factoren
Aanpassingen van het organisme om te kunnen De stand van de ogen bij een roofdier. Aanpassing,
Adaptatie
overleven of voor nageslacht kunnen zorgen. De vorm van een snavel bij vogels. accommodatie
Planten die zelf energierijke koolstofverbindingen
Kunnen zelf hun energierijke, organische stoffen opbouwen uit eenvoudige anorganische Tegengestelde:
Autotroof
opbouwen uit energiearme stoffen (fotosynthese). verbindingen, waaronder CO2 (koolstofbron) en H2O heterotroof
of H2S (waterstofbron)
Vertegenwoordigt elk voedselniveau een bepaald
Aantallenpiramide aantal organismen. Het aantal individuen neemt per
volgend voedselniveau af.
Het innemen van de natuur op onnatuurlijke wijze;
Aantasting bebouwing, economische activiteiten, wegennet en Bebouwing -> versnippering van het natuurgebied.
infrastructuur.
Jagen zelf niet op voedsel, leven van dierlijke resten.
Synoniem:
Aaseters (afvaleters) Ruimen afval op en verkleinen organische Gieren, kraaien, wespen, bloedvliegen, hyena, etc.
detrituseter
verbindingen.
Vulweefsel, met grote intercellulaire luchtholten,
Aerenchym waarin O2 en CO2 opgeslagen wordt, geproduceerd Bij water- en moerasplanten
door fotosynthese en de ademhaling.
, Biologie III.1 – Ecologie en duurzame ontwikkeling
Wanneer een organisme een organisme van een
Penicilline, een bacteriedodende stof geproduceerd
Amensalisme andere soort in zijn ontwikkeling hindert of vernietigt, Antibiose
door Penicillium sp
maar zelf niet beïnvloed wordt.
Hierbij scheidt een organisme een stof af die het Penicilline, een bacteriedodende stof geproduceerd
Antibiose
andere organisme schade toebrengt of dood. door Penicillium sp
Een biochemisch proces waarbij een organische
Bij fotosynthese worden glucose en zuurstof
verbinding wordt opgebouwd uit eenvoudigere
Assimilatie gevormd uit water en koolstofdioxide + energie Aanpassen
organische verbindingen of uit anorganische stoffen,
verkregen uit zonlicht
met name CO2 en H2O. Hiervoor is energie nodig.
Het gasmengsel dat de aarde omgeeft en dat
Atmosfeer De dampkring rond de aarde.
vastgehouden wordt door de zwaartekracht.
De wisselwerkingen tussen één organisme en zijn Wisselwerking tussen één veldmuis en haar
Auto-ecologie
omgeving bestuderen. omgeving bestuderen
B
De begroeiing van gronden zoals weilanden en
Galloway-runderen, konijnen, insecten grazen in
Begrazing natuurgebieden die door zoogdieren, soms ook vogels
natuurgebieden.
of insecten wordt gegeten.
Hagen, bomen en struiken kunnen beschutting
Beschutting Bescherming, schuilplaats
bieden voor verschillende organismen
De totale hoeveelheid energierijk materiaal in een
Biomassa organisme (meestal droge massa = massa organisme- Kan zowel plantaardig als dierlijk materiaal zijn.
massa water)
Een relatief homogeen gebied over een zeer grote
geografische uitgestrektheid, gekenmerkt door een Tropische bossen, Loofbossen, Naaldbossen,
Bioom
typische vegetatie en daarmee samenhangend Graslanden, Woestijnen, Toendra's
dierenleven.
Biosfeer van de aarde = gedeelte waar leven
Biosfeer De verzameling van alle mogelijke ecosystemen. Ecosfeer
mogelijk is
Natuurlijke omgeving waarin levende wezens kunnen
Biotoop De Afrikaanse savanne
leven en zich voortplanten.
Biotische factoren Organismen die het leven van andere organismen Symbiose, parasitisme, predatie, schuilplaats in Levende factoren