Morfologie: Hoofdstuk 2: Bloembiologie
1. De bloem
A) Definitie
Bestaat uit stengel met beperkte groei waarvan aangehechte bladeren omgevormd
zijn tot delen die geschikt zijn voor voortplanting
B) Bouw
o Eenslachtige bloemen: mannelijke + vrouwelijke delen op afzonderlijke bloemen
o Tweeslachtige bloem: mannelijke + vrouwelijke delen op 1 bloem
Kelkbladeren, kroonbladeren, meeldraden, 1/meer stampers
Ingeplant op bloembodem = eindstandige verdikking/verbreding van bloemsteel
1) Kelk (kelkbladeren = sepalen)
o Spiraalsgewijs/in kransen ingeplant op bloembodem
o Aantal kelkblaadjes = constant per soort 4/5 + evenveel als kroonbladeren
o Kleur verschillend van kroonblaadjes, meestal groen
o Meestal: kleine blaadjes
o Soms: haren later vruchtpluis
o Functie: bescherming van andere bloemdelen voor ontluiken
Kunnen afvallen na ontluiken
o Los/vergroeid/steunbladeren bezitten = bijkelk
2) Kroon (kroonbladeren = petalen)
o Meer naar binnen in bloem
o Opvallende kleuren aantrekken van en bestuiving door insecten
Windbestuiving geen opvallende kroonbladeren + geen nectarklieren
o Basis kroonblad = nectarklier
Productie van nectar
Aangegeven met honingmerk = felgekleurde vlek/tekening op kroon
o Soms: spoor = kegelvormige uitzakking (kan nectar bevatten)
o Kokervormig gekleurd uitgroeisel = bijkroon (narcis)
, o Volledig kroonblad:
Nagel = smal opstaand deel
Plaat = breder horizontaal uitgespreid deel
Keel = overgang tussen nagel + plaat soms schubben (bv. keelschubben)
o Vlinderbloemigen:
Vlag = bovenste deel kroon
Zwaarden = kroonbladeren opzij
Kiel = onderste deel
o Lipbloemigen:
Bovenlip = 2 vergroeide kroonbladeren
Onderlip = 3 andere kroonbladeren
o Bloemdekbladeren = als buitenste + binnenste bloembladeren dezelfde kleur hebben
3) Meeldraden en stuifmeel
Meeldraden = mannelijke voortplantingsorganen
Geheel van alle meeldraden in 1 bloem = androecium
a) Bouw meeldraad
o Helmdraad = draadachtig deel
o Helmknop = knopvormige verdikking
o Rijpe helmknop 2 helmhokjes
o Helmhokjes = verbonden met helmbindsel
b) Lengte
- o Meestal: helmdraden
Soms: steriele even lang
meeldraden = staminodiën
Vormen overgang in evolutie van blad tot
- Soms ongelijk:
meeldraad
o Tweemachtige meeldraden = 2 korte +
2 lange meeldraden (bv. vele lipbloemige)
o Viermachtige meeldraden = 4 lange + 2 korte meeldraden (bv. kruisbloemige)
c) Vergroeiingen
o Eenbroederig = helmdraden zijn allemaal vergroeid (bv. brem)
o Tweebroederig = allemaal, behalve 1 helmdraad zijn vergroeid (bv. erwt)
o Veelbroederig = vele meeldraden in bundels vergroeid (bv. hertshooi)
o Saamhelmig = helmknoppen met elkaar vergroeid (bv. composieten)
d) Stuifmeel of pollen
Poeder dat uit stuifmeelkorrels / pollenkorrels bestaat
In rijpe stuifmeelkorrel zaadcel/spermacel
- Pollenkorrels
, o Bolvormig / ellipsoïde
o Microscopisch klein
o Harde buitenlaag (= exine) uit cutineuze stoffen opgebouwd
Kunnen stekels + poriën + spleten voorkomen
o Onder exine laag uit cellulose + pectine = intine
Na bestuiving uitgroeien tot stuifmeelbuis
- Uitzicht stuifmeelkorrels = karakteristiek voor plantensoort
- Pollenanalyse/palynologie = studie van stuifmeelkorrels
- In veengrond stuifmeelkorrels makkelijk fossiliseren door harde buitenlaag
Informatie over flora van 100den/1000den jaren geleden
4) Stamper
Centraal in bloem + 1/meer
a) Bouw = vergelijkbaar met fles
o Vruchtbeginsel = buik van fles
o Stijl = hals van fles
Kan ontbreken stempel = zittend (bv. tulp)
o Stempel = teut van fles
Vorm + aantal stempellobben = verschillend
Bekleed met papillen + kleverig stuifmeel
makkelijk opgevangen
- Vruchtbeginsel:
o Bestaat uit 1 gesloten/meerdere vergroeide vruchtbladeren
o Binnenin zaadbeginsels waarin eicel ontwikkeld
- Zaadbeginsel
o Recht/gebogen/omgekeerd
o Meestal: met kort steeltje (= navelstreng) vast op rand van vruchtbladeren + in 1/meer rijen
Randen = zaadlijsten/placenta’s
- Zaadnerf/rafe = navelstreng van een omgekeerd zaadbeginsel die vergroeid met het zaadbeginsel
- Buiknaad = plaats waar vruchtbladeren met elkaar vergroeid zijn + draagt zaadlijst
Rugnaad = hoofdnerf van vruchtblad
b) Placentatie
- Wandstandige / partiële placentatie
Eenhokkige vruchtbeginsels
- Hoekstandige / axiale placentatie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MH2003. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.