Dierwelzijn
Prof. dr. Machteld van Dierendonck
Samenvatting
,Dierenwelzijn heeft geen eenduidig antwoord, het heeft ook
te maken met de cultuur waar iemand uitkomt. Meestal
werden pony’s en Shetlanders gebruikt voor het verplaatsen
van kolen. Dit werd ondergrond gedaan.
Tegenwoordig weten we dat er human-en dieremoties bij
komen kijken. Vroeger dacht men dat dieren geen emoties
hadden, maar hier zijn we op teruggekomen. Het gaat dus om
een mengsel van feiten, emoties en cultuur. Iedere cultuur is
echter afhankelijk van de dieren, dus iedereen zal ‘goed’ voor
hun dieren zorgen.
In Amerika heb je geen dierwetgeving op nationaal niveau, enkel op dorp-of
regionaalniveau. In de EU hebben we echter wel een wetgeving. Het gaat erom dat we de
wetgeving hebben, omdat we erover eens zijn dat dieren subjectieve gevoelens kennen.
Onderzoek UK; “Zien” eigenaren primaire en secundaire emoties bij hun eigen dieren –
hoe zeker zijn ze hiervan?
Heeft u een huisdier? In hoeverre denkt u dat uw HD primaire emoties kent. Dit gaat over
verdriet, angst, nieuwsgierigheid, vrolijkheid, affectie enzov. In hoeverre secundaire emoties
zoals verlegen, verafschuwen, walgen enzov.
74% van de mens dacht dat een hond zich schuldig kon voelen, 51% schaamte en 34%
walging. Uit onderzoek blijkt dat honden geen secundaire emoties hebben. Ze reageren op
wat de baas doet en wat de baas zijn reactie is als hij binnenkomt.
Bij het paard zagen we dat 81% van de paardeneigenaren dacht dat een paard trots kon zijn.
Als een paard een veulen verliest dan krijgen ze ethologisch en fysiologisch effecten die
gelijken op de mens als wij een partner verliezen. Mogelijk is dit verdriet, maar dit is niet
zeker. Wel is er zeker een gedragsverandering. Maar 47% van de paarden eigenaarden
dachten dat paarden verdriet konden hebben, 81% trots, 24% wraak en 21% walging. We
zien veel antropomorfisme terugkomen.
Konijn 11% walging, 15% wraak en 15% schaamte.
Men associeert uiterlijkzicht met menselijk denken, echter dit representeert niet de
emotionele waarde van een dier.
Wel zien we dat er emotie in het spel is wat te maken heeft met de levenskwaliteit van het
dier.
Welzijn ≈ levenskwaliteit ≈ emotionele perceptie => kwalificeren en kwantificeren
Definitie dierenwelzijn
“Dierenwelzijn is een veelomvattend begrip dat zowel het fysieke als geestelijke welzijn van
dieren omvat. Iedere uitspraak over dierenwelzijn moet daarom gebaseerd zijn op
beschikbare wetenschappelijke kennis over de gevoelens van dieren. Die kennis kan worden
ontleend aan fysieke parameters, maar ook aan het gedrag.”
Er zijn talrijk aan definities, waarvan geen enkele gelijk is. Toch zijn er een aantal parameters
waar altijd naar gekeken wordt;
- Over dieren zelf; soort specifieke behoeftes, adaptieve vermogen, emotie, controle
- Maatschappelijke draagvlak; consumenten, producenten, DA,
dierwelzijnsorganisaties
- Wetgeving: hanteerbaar instrument
, Het gaat niet enkel over fysieke gezondheid en voortplanting. Dit dachten we tot 40-50jr
geleden, men geloofde dat het welzijn goed zou zijn als aan deze 2 componenten gedaan
werd. Tegenwoordig nemen we de geestelijke gezondheid mee in het welzijn. We kijken dus
naar de fysiologische en fysieke parameters, dit maakt het welzijn inschatten lastiger.
Het gaat over het dier zelf, hoe ervaart het dier het zelf. Wat is de behoefte van het soort of
geslacht (man/vrouw/nakomeling/moeder/vader)? Kunnen ze zich aanpassen aan de
omgeving? Kunnen ze de omgeving controleren?
We moeten handvaten krijgen aan de definitie van ‘goed voelen’, anders is dit veel te
ingewikkeld.
De toestand van het dier gaat over hoe deze worden ervaringen door het dier, dit gaat niet
zozeer over wat wij denken. Het gaat over de subjectieve ervaring van het dier.
Ofwel: Een individu verkeert in een staat van welzijn wanneer het in staat is zich actief aan
zijn levensomstandigheden aan te passen en daarmee een toestand kan bereiken die het als
positief ervaart. Dus;
- Vermijden van langdurige negatieve ervaringen
- Bevorderen van positieve ervaringen
- Gebaseerd op robuust wetenschappelijk onderzoek naar behoefte en (emotionele)
percepties van dieren
Positieve of negatieve ervaringen kunnen we toekennen door gebruik te maken van
onderzoeken. Er is gelukkig dan ook al veel onderzoek naar gedaan.
Beoordeling van het welzijn gaat over de acute situatie en over de lange termijn situatie.
Kan dit opgelost worden? Hoe lang duurt de oplossing?
Bv als een dier 1 keer geen eten krijgt dan is dit niet fijn, maar het is niet enorm erg. Komt dit
vaker voor dan heeft dit wel enorme negatieve gevolgen. Er zit dus een tijdsfactor in.
Welzijn
Wat waren de kernbegrippen uit de stressfysiologie die aangaven welke omstandigheden
snel tot chronische stress leiden?
- Controle;
- Voorspelbaarheid;
Als beide niet aanwezig zijn dan heeft dit enorm slechte impact op het dier. Het gevolg
hiervan stereotiep gedrag.
We zien als dieren meer controle hebben over de omgeving, een oplossing kunnen vinden
waar hun lichaam een behoefte aan heeft of ze kunnen voorspellen (of dit nu negatief of
positief is) dan hebben de dieren een beter welzijn. Hierdoor zijn ze minder gefrustreerd wat
zorgt voor
- Lagere DA kosten
- Grotere veiligheid in omgang
- Hogere klanttevredenheid
- Geven betere prestaties (meer melk/vlees, beter springparcours, gezelligere hond).
Als het welzijn verbeterd en de andere zaken intact laten dan leidt dit niet altijd tot een
verminderde stres, stress gaat nm over 24h.
Het gaat om het geheel waarbij we een vorm van compensatie kunnen doen. Ook is het zo