Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Kwaliteit van leven bij mensen met gedrags- en emotionele problemen (16/20) €7,46   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Kwaliteit van leven bij mensen met gedrags- en emotionele problemen (16/20)

 2 vues  0 achat

Samenvatting gemaakt op basis van elke les gevolgd te hebben (powerpoints + opmerking van de docent). Alles zelf gemaakt. Hiermee geslaagd in eerste zit.

Aperçu 4 sur 44  pages

  • 8 septembre 2024
  • 44
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (27)
avatar-seller
louisejussy2005
Hoofdstuk 1: terminologie, classificatie en diagnostiek
1. Inleiding
2. Terminologie en definiëring
Kinderen/jongeren met GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN:
= kinderen die zich zichtbaar ongewoon of abnormaal gedragen of die
zichtbaar ongewone of abnormale emoties vertonen, afgezien van ernst,
oorzaak of context van het gedrag of de emotie.
§ Storend gedrag: roepen, kwaad worden, slaan  alles wat zich uit in
de buitenwereld toe
§ Emotionele problemen: angstig, depressief, niet jezelf  in je vel
 Probleemgedrag
Onderscheid tussen:
§ Lichte problemen = problemen die niet zo erg zijn vb. ouder kind
wordt wat problematischer bij de komst van jonger kind.
§ Tijdelijke problemen = problemen die voorbijgaan
§ Leeftijdsgebonden problemen = problemen die eigen zijn aan een
leeftijd. bv kleuter heeft een eigen wil, ze willen absoluut die ene
koek of de puberteitperiode
§ Frequentie van problemen = ruzies die vaker voorkomen, maar het
is boos worden op een moment dat het normaal is
§ Context gebonden problemen = specifiek aan een bepaalde aanpak
en begeleider
§ Ernstige problemen = stoornissen: ze zijn heel erg en intesief en
komen overal voor, op elke plek, op elk moment.
 GEDRAGS- EN EMOTIONELE STOORNISSEN
Gestoord interactieproces 
gedrags- en emotionele
problemen bij het kind en/of
handelingsverlegenheid bij
de ouders. Verontrustende
leefsituatie (VLS)


 We hebben steeds te maken met de context, verstoorde interactie
tussen kind en omgeving.
*Handelingsverlegenheid: ouders die niet weten wat ze moeten doen.

Gedrags- en emotionele stoornis ≠ontwikkelingsstoornis.
Gedrags- en emotionele stoornis Ontwikkelingsstoornis
= Stoornis in het gedrag of emotie = Belemmering in de normale
Vb. ODD, CD ontwikkeling omwille van een
aandoening
Vb. ASS, ADHD, leerstoornissen,
verstandelijke beperking
Neurobiologische aandoening: aangeboren, belemmeringen die in de
normale ontwikkeling naar voor komen  ze moeten voor een bepaalde
leeftijd voorkomen


1

,Aandachtspunten bij het definiëren van probleemgedrag
Geen eenduidige criteria:
het zijn gedragingen/emoties van
– een welbepaald kind
– die op een welbepaald moment in de tijd
– door welbepaalde personen uit de omgeving van het kind
– in een welbepaalde socio-economische en culturele context
als storend, ongewenst of ongewoon worden genoemd
 het is tijds en cultuurgebonden: het is wat het meerendeel van onze
samenleving als abnormaal ziet.

Ontwikkelingsperspectief
§ Gedrag dat op de ene leeftijd nog gepast is, kan dat op een andere
leeftijd niet meer zijn
Vb. Kind dat zich op de grond gooit omdat hij niet akkoord is. Als je
dit op latere leeftijd doet is dit niet normaal.
Continuümgedachte
§ Storend gedrag van kinderen met gedragsproblemen komt ook voor
bij kinderen zonder gedragsproblemen
§ Maar verschil in ernst, intensiteit en chroniciteit!
§ Soms is het normaal om een storend gedrag te hebben, ongeacht of
je een gedragsprobleem hebt of niet.
Context
§ Belang van de situatie waarin gedrag zich voordoet
Vb. is het enkel bij 1 leekracht of bij meer leekrachten?
Informant
§ Wie beoordeelt het gedrag? Ouders, leerkracht, hulpverlener,…
§ Wie zegt het?

Definitie probleemgedrag
“We spreken van probleemgedrag als ouders, leerkrachten en andere
personen dit gedrag beschouwen als strijdig met de door hen en de
samenleving gehanteerde normen en regels en/of wanneer deskundigen
dit gedrag als problematisch beoordelen op basis van valide kenmerken
inzake psychische (on)gezondheid.”

2 soorten probleemgedrag
Externaliserend Internaliserend
Storend gedrag Emotionele problemen
Sterke ongeremdheid Sterke geremdheid
Voornamelijk op de buitenwereld Gericht op de eigen persoon of weg
gericht van de buitenwereld
Agressie, hyperactiviteit, Angstig, teruggetrokken gedrag,
ongehoorzaamheid, impulsiviteit, verlegenheid, depressie, gevoelens
liegen, stelen, vandalisme, van eenzaamheid, huilen
weglopen
Oppositioneel-opstandige stoornis Depressieve stoornis
Normoverschrijding- Angststoornis
gedragsstoornis

2

, Periodieke explosieve stoornis
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
(cf. volgende les)


3. Classificatie = categoriën maken, mensen verdelen in classen, in
groepjes
• Grote verscheidenheid aan problemen of stoornissen
= nood aan ordening en indeling (op basis van gelijke eigenschappen en
onderlinge relaties)
• Waarom is het nodig? Omdat communicatie belangrijk is,
gemeenschappelijke taal: verstaan we hetzelfde?
 belangrijk voor diagnose en behandeling

• 2 soorten classificatie
- Klinisch-psychiatrisch
- Empirisch-statistisch
Classificatie ≠ diagnostiek

3.1. Klinisch - psychiatrische classificatiesystemen
Klinisch: er is iets dat niet to het gewone behoord – pyschiatrisch: systeem
dat valt binnen de psychiatrie
• Psychiatrische stoornissen = onafhankelijke en duidelijk afgelijnde
ziekte-entiteiten, met voor elke stoornis diagnostische en differentiaal
diagnostische criteria
 Indien voldaan aan nodige criteria: stoornis classificeren
§ Diagnostistiche criteria: criteria waar je aan moet voldoen, alvorens
te kunnen spreken van een stoornis.
§ Diffrentiaal diagnostische criteria: het uitsluiten dat je geen andere
diagnose hebt, uitsluiten van een bepaald criteria
• Categoriaal: men heeft een stoornis of men heeft ze niet
Vb. DSM, ICD

DSM-5-TR = diagnostic and statical manual of mental disorders
= Systeem om problematieken van individuen te beschrijven en te
classificeren in ‘stoorniscategorieën’  leunt aan het medische paradigma
Nieuw sinds DSM 5:
• Geen Romeins cijfer meer
• Drie delen:
> uitleg over indeling/uitgangspunten
> de 22 domeinen
> classificaties die nog niet zijn opgenomen
• Nieuwe namen
• Meer dimensioneel gepresenteerd
• Inmiddels DSM-5-TR: herziene versie sinds nov. 2022
 Gedrag is tijds- en cultuurgebonden  de DSM evolueert

De DSM-5 heeft 22 domeinen, wij focussen ons op 2 domeinen:
- Trauma-en stressor-gerelateerde stoornissen (met o.a. reactie
hechtingsstoornis, posttraumatische stressstoornis…)

3

, -Disruptieve, lmpulsbeheersings-en andere gedragstoornissen
(oppositioneel- opstandige stoornis, normverschrijdend-
gedragsstoornis, periodiek explosieve stoornis, …)
Nog andere voorbeelden: angststoornissen, voedings-en eetstoornissen


3.2. Empirische - statistische classificatiesystemen
= Gebasseerd op bevragingen op een brede populaties (bij mensen met of
zonder de stoornis)  Meestal gedragsvragenlijsten: probleemgedrag
inventariseren en beoordelen  classificeren

• Dimensioneel: elk syndroom is een continuüm waarop ieder individu
een relatieve plaats inneemt t.o.v. andere individuel
Vb. ASEBA
à Je situeert je op een schaal (dimensioneel)
à Nadien bekijken of het klinisch is
à Ze werken niet naar een label toe

 Algemene screeningsmanieren, geen instrumenten die diagnoses gaan
stellen

ASEBA = Achenbach System of Empirically Based Assessment
Gedragsvragenlijsten:
– CBCL: Child Behavior CheckList (GvK: Gedragsvragenlijst voor
Kinderen)
– TRF: Teacher Report Form (Informatie leerkracht)
– YSR: Youth Self Report (Zelfreportage jongeren)
Doel = over gedrag van individuen zoveel mogelijk informatie verzamelen
uit verscheidene bronnen
 beoordelen op gelijkenissen en verschillen
 globale indruk van de problematiek



CBCL =




Samenvatting van de classificatiesystemen:

Beide systemen kennen voor
en nadelen.

De laatste jaren is er
toenadering tussen beide
systemen.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisejussy2005. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,46
  • (0)
  Ajouter