Elke cel heeft 1 celkern (nucleus). De celkern stuurt stofwisselingsactiviteiten in de cel aan. De
celkern bevat ook informatie voor de erfelijke eigenschappen van het individu. Celkern is onmisbaar.
Zonder celkern kan de cel niet lang leven.
De celkern is een bolletje met een waterige inhoud (=kernplasma) met een vlies (=kernmembraan),
deze heeft veel openingen(=kernporiën). Kernplasma heeft chromosomen. Chromosomen bestaan
uit eiwitten waarin een molecuul omheen is gewikkeld (=DNA) en bevat 46 chromosomen. De celkern
regelt alles dankzij DNA. DNA verdeel je in kleine stukjes.
In de celkern bevinden zich ook kleine structuren= kernlichaampjes. Ze bevatten kernzuur RNA, ze
lijken op DNA. DNA speelt een rol bij de vorming van ribosomaal.
Ribosomen= kleine bolletjes die rond zweven in het celplasma, ze zitten vast aan een organel >
Endoplasmatisch reticulum. RNA wordt gemaakt in de kernlichaampjes, RNA speelt een rol bij
eiwitsynthese. In ribosomen worden eiwitten gemaakt, die hij zelf gebruikt. De Ribosomen van het
endoplasmatisch reticulum maken eiwitten voor buiten de cel (hormonen en enzymen).
Endoplasmatisch reticulum= netwerk in het plasma. Systeem van holten, blaasjes en buisjes. Ze
zorgen voor eiwitsynthese. Speelt ook een rol bij onschadelijk maken van giftige stoffen, alcohol en
drugs.
Golgicomplex bestaat uit een stapel platte blaasjes. Hij transporteert stoffen die in of buiten de cel
nodig zijn (bv eiwitten, suikers en vetten). Die worden vervoerd in kleine blaasjes die het complex
afsnoeren.
Mitochondriën zijn groot, langwerpig en hebben een gladde buitenmembraan (sterk geplooid).
Binnenin vinden stofwisselingen plaats, doel: energie vrijmaken in de cel.
Lysosomen= kleine blaasjes, bevatten enzymen en betrokken bij de afspraak en het opruimen van
stoffen (versleten organellen).
Centrosoom= elke cel heeft hem. Heeft een cilindervormige constructie. Komt in actie als de cel gaat
delen. Dan deelt de centrosoom en gaat hij naar de andere cel.
Celmembraan= zorgen dat celplasma constant blijft. Schermt de cel inhoud af. Heeft een dun vliesje =
fosfolipiden > vetmolecuul met een kop + staart gedeelte.
Celmembraan is waterig net als de plasma. + waterafstotend. Dit komt door de
Membraaneiwit = receptoreiwit. Deze zorgt ervoor dat alle boodschappen doorgegeven en
ontvangen worden. Ze zitten in de dubbele fosfolipidenlaag. De membraanporiën zorgen ervoor dat
ze weerskanten van de celmembraan uitsteken. Die vormen een afsluitbare kanaaltjes. Aan de
buitenkant van de celmembraan kunnen suikermoleculen vastzitten. Die hechten zich aan vetten en
eiwitten = glycocalix
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Danine. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.