Deze bundel bevat blok vragen voor het vak Bestuurswetenschappen. Door deze vragen te blokken zal de gehele cursus aan de hand van zelf overhoring bestudeerd kunnen worden. Het document bevat een samenvatting van de gehele cursus in vraagvorm (minus gastcolleges). Het document dient er voor om je t...
Het boek Politiek: Handboek Bestuurskunde: Organisatie en Werking Van Het Openbaar Bestuur door
Annie Hondeghem, Wouter Van Dooren, Filip De Rynck, Bram Verschuere & Sophie Op de Beeck.
Colleges Vub Bestuurswetenschappen door Professor Didier Caluwaerts.
De oefenvragen omvatten alle essentiële elementen van de cursus in 2018-2019
,Les 1: De bestuurlijke context
1. Waarom is het onderscheid tussen publiek en privaat belangrijk in de samenleving?
Alle politieke discussies die plaatsvinden gaan over de vraag wat een overheid wel en niet moet
doen. De debatten tussen socialisten en liberalen gaan voornamelijk over hoeveel een overheid tot
zich moeten nemen.
2. Het gedrag van mensen wordt niet alleen door de overheid gestuurd. Welke vier sferen hebben
we. Leg dit uit in een model.
Het gedrag van mensen wordt niet alleen door de staat gestuurd maar ook door de “civil society”,
gemeenschappen en de markt.
2.1 Hoe stuurt de staat invidivueen?
Elkepersoon komt voor verschillende aspecten van het leven in contact met de sfeer van de staat.
Deze sfeer gaat over overheden en instellingen die optreden voor het algemeen belang en die ons
kunnen verplichten, stimuleren, ondersteunen of hinderen in wat we willen doen maar die we als
burgers en als samenleving ook mee vormgeven. In de sfeer van de saat situeren we alle overheden
en hun instellingen van alle territoriale niveaus. De staat neemt, op al die territoriale niveaus,
beslissingen en kan daarbij dwingend optreden en mensen bijvoorbeeld tegen hun zin wetten doen
respecteren of belastingen doen betalen. Het geheel van publieke instellingen en bindende
beslissingen vormt dus de staat, met bevoegdheden, rechten en plichten vastgelegd binnen bepaalde
democratische regels.
2.2 Hoe sturen gemeenschappen het gedrag van individuen.
Elke persoon heeft rond zich een individuele private sfeer. Dit is ook de sfeer waarin mensen met
andere mensen relaties aangaan, een gezin stichten, deel zijn van familie en van sociale netwerken.
Het gaat in breed zin over gemeenschappen die allerlei vormen kunnen aannemen. De vrijheid van
,spreken, van religie, van seksuele voorkeur. Hier komen we al dicht bij de andere sferen: die rechten
en vrijheden in de private sfeer van de gemeenschappen zijn immers al grotendeels door de staat
bepaald en kunnen alvast al grondig verschillen tussen samenlevingen. Na verloop van tijd lijkt het
echter wel alsof die rechten en plichten van nature deel uitmaken van de private sfeer. Sociale druk
stuurt dus het gedrag van mensen.
2.3 Leg uit dat er in de private sfeer van gemeenschappen in theorie geen dwang zit.
Er is niemand die mensen ergens toe verplicht. In die private sfeer maken ze keuzes, bijvoorbeeld om
al dan niet kinderen te krijgen, samen te onen, een actief sociaal leven te leiden,.. We beschrijven
deze sfeer hier ideaaltypisch want in de dagelijkse parktijk is de privae sfeer soms wel dwingend.
Mensen worden in de private sfeer onderdrukt of ze zijn het slachtoffer van geweld. Sociale druk en
maatschappelijke verwachtingen kunnen heel erg sturend zijn voor de keuzes die we denken te
maken. De vrijheid in de private sfeer is in de praktijk vaak erg begrensd door de sociaaleconomische
positie van mensen of door de afhankelijkheid van mensen onderling.
2.4 Hoe stuurt de markt on individueel gedrag?
Via vraag en aanbod. Dit gebeurd via een ruilrelatie. De Markt stuurt ons gedrag door bepaalde
goederen aan te bieden voor een bepaalde prijs en daarmee tegemoet te komen aan een bepaalde
vraag onder individuen . Gedrag wordt gestuurd via ruilrelatie. Het individu wordt gereduceerd tot
een klant of een consument. Mensen kiezen of ze een relatie met iemand aangaan of niet. Tenzij een
bedrijf de totale markt opslokt.
2.5 Leg uit hoe het middenveld het gedrag van mensen stuurt.
Het gedrag wordt gestuurd door vakbonden, organisaties, etc. Zij kunnen ons sturen via sociaal
kapitaal. Vakbonden bieden bepaalde diensten aan voor individuen maar ze sturen zo ook door cao’s
af te sluiten.
3. Vanaf wanneer mag de overheid optreden volgens de klassiek economische theorie?
De beste manier om goederen en diensten te produceren is via de markt. Vraag en aanbod vinden
elkaar. Het is dus de beste manier om goederen te producren. Wanneer dat niet lukt dan is er sprake
van marktfalen. Dat wil zeggen de markt slaagt er niet in om vraag en aanbod aan elkaar te
verbinden.
3.1 Wanneer vindt marktfalen plaats?
Externaliteiten: Een externaliteit, extern effect of externe kosten zijn niet gecompenseerde, door
derden gemaakte kosten of geleden schade als gevolg van een economische activiteit. Dit kan
optreden als personen, bedrijven of overheden geen rekening houden met de effecten op de
welvaart van betreffende individuen. Externaliteiten hebben dan ook vaak geen invloed op de
afwegingen van een in economische zin rationeel handelend individu. Bv Co2 uitstoot
, Monopoly vorming: Wanneer dat de kosten om de markt te betreden zo groot zijn dat de
concurrentie niet aangegaan kan worden dan is er spraken van een monepoly volgens de klassieke
liberale theorie. Dit wordt natuurlijke monepoly genoemd.
Publieke goederen: Wanneer dat publieke goederen geproduceerd worden kan iedereen die
gebruiken maar kan hoeft niemand te betalen. Voor deze goederen moet de overheid optreden.
3.2 Leg goederen uit aan de hand van exclusie en consumption subtractability. (eerste conditie van
marktfalen)
Hoge uitsluiting wil zeggen het is slechts weggelecht voor mensen die bijvoorbeeld veel geld hebben.
Maar het moet wel blijven bestaan als jij het consumeert dan heb je wel lage subtractability.
Bijvoorbeeld hele dure bussen.
Computers zijn bijvoorbeeld particulieren goederen. Je moet er voor betalen maar als je het koopt is
het niet meer beschikbaar voor een ander.
Dingen die je vrij kan krijgen maar die wel opraken zijn gemeentschappelijke gebruiksgoederen. Zoals
engergie of schone lucht.
3.3 Leg externaliteiten uit (tweede conditie van marktfalen)
Externaliteiten kunnen positief en negatief zijn. De overheid moet optreden wanneer er negatieve
externaliteiten zijn. Dat wil zeggen wanneer een bedrijf heel vervuilend produceert maar daar ook
luchtvervuiling bij komt kijken dan komen daar ook kosten voor de samenleving bij. Overheden
moeten dan ingrijpen. De overheid kan ook optreden om positieve externaliteiten te generen.
Bijvoorbeeld investeren in onderwijs. Bijvoorbeeld het investeren in onderwijs genereerd positieve
externaliteiten.
3.4 Leg de derde conditie van marktfalen asymetrische informatie uit.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur randyvandenassem1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.