DEEL 3: DE ADOLESCENTIE
DE FYSIEKE EN MOTORISCHE ONTWIKKELING IN DE ADOLESCENTIE
FYSIEKE GROEI, SEKSUELE RIJPING EN HERSENONTWIKKELING
Adolescentie = het ontwikkelingsstadium tussen de kindertijd en de volwassenheid.
→ Het is een periode die niet heel duidelijk is afgebakend. Ze worden niet meer beschouwd als
kinderen, maar ook niet als volwassenen.
Lichamelijke veranderingen:
Fysiek houdt adolescentie de metamorfose van het kinderlichaam naar dat van een volwassene in,
gekenmerkt door het begin van de puberteit en de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken.
Cultureel en religieus worden adolescentie vaak gemarkeerd door diverse overgangsrituelen die variëren
tussen verschillende culturen en religies.
- In het jodendom bijvoorbeeld symboliseren de Bat Mitswa en Bar Mitswa-ceremonies de
overgang van een dochter of zoon naar een fase van verhoogde verantwoordelijkheid voor het
naleven van joodse wetten en gebruiken.
- Op vergelijkbare wijze viert de Quinceañera in Latijns-Amerikaanse culturen de vijftiende
verjaardag van een meisje, wat haar overgang naar volwassenheid en het begin van seksuele
volwassenheid symboliseert.
- Andere voorbeelden van overgangsrituelen tijdens de adolescentie zijn onder meer het
katholieke sacrament van het Vormsel, waarbij individuen hun geloof en toewijding aan de kerk
bevestigen, en seculiere ceremonies zoals het "lentefeest" in sommige Europese landen, die de
overgang van een kind naar de adolescentie vieren met de nadruk op persoonlijke groei en
verantwoordelijkheid.
Voorafgaand aan de adolescentie worden individuen geboren met primaire geslachtskenmerken,
welke de organen en structuren van het lichaam omvatten die direct gerelateerd zijn aan voortplanting.
Deze kenmerken zijn aanwezig vanaf de geboorte en ondergaan vervolgens veranderingen tijdens de
puberteit.
→ Bij mannen: de penis, het scrotum/testikels.
→ Bij vrouwen: de vagina en de schaamlippen.
Naast de primaire geslachtskenmerken ontwikkelen individuen ook secundaire geslachtskenmerken.
Dit zijn zichtbare tekenen van seksuele rijping die ontstaan als gevolg van hormonale veranderingen in
de pubertijd.
Pubertijd = de periode van rijping waarin de geslachtsorganen zich volledig ontwikkelen.
→ Bij mannen: de groei van schaamhaar, okselhaar en baard, evenals veranderingen in de stem.
→ Bij vrouwen: de groei van borsten,
schaamhaar en okselhaar.
De puberteit wordt in gang gezet door de
activatie van neuro-endocriene systemen,
waarbij twee belangrijke assen betrokken zijn:
de HPG-as en de HPA-as.
→ De HPG-as: omvat de hypothalamus, de
hypofyse en de geslachtsklieren
(gonaden). Dit proces staat bekend als
gonadarche.
→ De HPA- as: omvat de hypothalamus, de
hypfyse en de bijnier androgenen. Dit
proces staat bekend als adrenarche.
,HPG – as:
De puberteit begint met de activatie van de hypothalamus, die Gonadotropin Releasing Hormone
(GnRH) afscheidt. GnRH stimuleert op zijn beurt de hypofyse om gonadotrope hormonen te produceren,
namelijk luteïniserend hormoon (LH) en follikelstimulerend hormoon (FSH). Deze hormonen hebben als
taak om de geslachtsklieren, ofwel gonaden, te stimuleren.
Bij jongens zijn de gonaden de testikels, terwijl bij meisjes de gonaden de
eierstokken zijn. Als reactie op de stimulatie door LH en FSH beginnen de
gonaden geslachtshormonen te produceren. In jongens leidt dit tot de
productie van testosteron, terwijl bij meisjes zowel oestrogeen als
progesteron worden geproduceerd.
Het puberteitsproces begint doorgaans eerder bij meisjes dan bij jongens,
met een gemiddeld verschil van ongeveer twee jaar. Meisjes beginnen over
het algemeen rond de leeftijd van 10 of 11 jaar, terwijl jongens meestal rond
de leeftijd van 12 of 13 jaar beginnen.
De term "gonadotrope hormonen" verwijst naar hormonen die de activiteit
van de geslachtsklieren stimuleren. Bij jongens zijn deze geslachtsklieren
de testikels, ook bekend als teelballen, die verantwoordelijk zijn voor de
productie van sperma en geslachtshormonen zoals testosteron.
HPA – as:
Naast het stimuleren van de geslachtsklieren, produceert de hypofyse ook hormonen die de bijnieren
activeren. Deze hormonen, zoals ACTH spelen een rol bij de regulatie van de bijnieren en de productie
van specifieke mannelijke geslachtshormonen, bekend als androgenen.
De bijnieren produceren verschillende androgenen, die een rol spelen bij de ontwikkeling van secundaire
geslachtskenmerken. Deze ontwikkeling begint zelfs voordat de HPG-as geactiveerd wordt, wat betekent
dat de bijnieren een rol spelen in het puberteitsproces nog voordat de productie van geslachtshormonen
door de geslachtsklieren begint.
Deze vroege productie van androgenen door de bijnieren draagt bij aan de ontwikkeling van enkele
secundaire geslachtskenmerken, zoals de groei van schaamhaar en de ontwikkeling van de talgklieren.
Groeihormoon:
Tijdens de puberteit ondergaan adolescenten een groeispurt, die wordt aangestuurd door een
verhoogde productie van groeihormoon door de hypofyse. Dit groeihormoon stimuleert de versnelde
aanmaak van nieuwe kraakbeencellen in de groeischijven van de botten.
Deze toegenomen productie van kraakbeencellen resulteert in een pubertaire groeispurt, waarbij
adolescenten gemiddeld tussen de 9 en 10,5 centimeter per jaar groeien. Deze groeipatronen zijn
tegengesteld aan die van de babytijd, waarin het tempo van groei langzamer is.
Het begin en einde van de groeispurt verschillen tussen meisjes en jongens, waarbij meisjes over het
algemeen eerder beginnen en eindigen dan jongens. Meisjes beginnen gemiddeld tussen de leeftijd van
10 en 12 jaar en eindigen rond de leeftijd van 14 of 15 jaar, terwijl jongens meestal beginnen tussen de
leeftijd van 12 en 14 jaar en doorgaan tot ongeveer 17 jaar.
De groei stopt wanneer de groeischijven in de botten volledig zijn gesloten. Tijdens de puberteit ervaren
adolescenten eerst een strekkingsfase, waarbij ze in lengte groeien, gevolgd door een fase waarin ze in
breedte toenemen.
, De pubertijd bij meisjes De pubertijd bij jongens
Borstontwikkeling Groei testikels
Schaamhaar Schaamhaar
Groei schaamlippen en clitoris Groei penis en scrotum
Groeispurt, heupen breder Groeispurt, schouders breder
Okselhaar, zweet, acne Okselhaar, zweet, begin baardgroei, acne
Baarmoeder groeit Spermatogenese = eerste zaadlozing =
spermarche of semenarche.
Eisprong en eerste menstruatie (menarche). Stemverandering: doordat stembanden langer
→ Menarche = begin van menstruatie. worden en het strottenhoofd groeit.
→ In verschillende delen van de wereld op
andere momenten. In armere landen later
dan in welvarender landen.
De Tanner-schaal, ook wel bekend als de Tanner-stadia of Tanner-fasen, is een classificatiesysteem dat
wordt gebruikt om de ontwikkeling van de puberteit te beoordelen. Het systeem omvat vijf stadia, die
worden bepaald op basis van de ontwikkeling van de borsten bij meisjes en de ontwikkeling van de
externe genitaliën bij jongens, evenals de groei van schaamhaar bij beide geslachten. Deze stadia
bieden artsen een referentiekader voor het beoordelen van de puberteitsontwikkeling van individuen.
Bij meisjes wordt de Tanner-schaal gebruikt om de ontwikkeling van de borsten te beoordelen. Bij
jongens wordt de Tanner-schaal gebruikt om de ontwikkeling van de externe genitaliën te beoordelen.
De Tanner-schaal biedt een gestructureerde manier om de puberteitsontwikkeling te evalueren en is een
waardevol instrument voor artsen bij het beoordelen van de groei en ontwikkeling van jongeren.
Tijdens de puberteit ervaren jongens en meisjes verschillende veranderingen in vet- en spiermassa, wat
resulteert in verschillende lichaamssamenstellingen en fysieke kenmerken.
Bij jongens is er over het algemeen een sterkere toename van spiermassa en een afname van het
vetpercentage, vooral in de armen en benen. Deze toename van spiermassa resulteert in een toename
van fysieke kracht en spierontwikkeling, wat bijdraagt aan een beter fysiek uithoudingsvermogen en
verbeterde atletische vaardigheden. Daarnaast neemt het longvolume en het aantal rode bloedcellen bij
jongens in sterkere mate toe dan bij meisjes, wat hun uithoudingsvermogen verder verbetert.
Bij meisjes is er over het algemeen een toename van het vetpercentage, vooral in de armen en benen,
en een relatief kleinere toename van spiermassa. Deze veranderingen leiden tot een iets andere
lichaamssamenstelling dan bij jongens. Ondanks de toename van vetpercentage, kunnen meisjes nog
steeds verbeteringen zien in hun fysieke uithoudingsvermogen en atletische vaardigheden als gevolg
van de puberteitsgerelateerde veranderingen in hun lichaam.
Hersenontwikkeling:
Tijdens de adolescentie ondergaat het brein aanzienlijke hormonale veranderingen die grote gevolgen
hebben voor de structuur en communicatie tussen verschillende hersengebieden. Deze veranderingen
omvatten processen zoals myelinisatie en pruning, die de efficiëntie van neurale verbindingen
verbeteren door overbodige synaptische verbindingen te verwijderen en de overgebleven verbindingen
te versterken.
Als gevolg hiervan ontwikkelt het emotionele en sociale netwerk van het brein zich sneller dan het
cognitieve controle-netwerk (prefrontale cortex), wat tijdelijk een onevenwicht kan veroorzaken tussen
emoties en cognitieve controle. Adolescenten vertonen vaak een verhoogde reactiviteit ten opzichte van
zowel positieve als negatieve stimuli, evenals een verhoogde gevoeligheid voor sociale stimuli.
Deze periode van neurologische ontwikkeling kan leiden tot impulsiviteit, roekeloosheid,
sensatiezoekend gedrag en regelovertredend gedrag bij adolescenten. Bovendien verandert de manier
waarop het brein slaap reguleert tijdens de adolescentie, wat resulteert in latere afgifte van melatonine
en een verschuiving naar later naar bed gaan dan in de kindertijd.