Samenvatting medische psychologie
Cognitieve psychologie
1.Inleiding
-Hedendaagse psychologie is sterk beïnvloed door cognitieve psychologie
-Eind jaren 50 meer aandacht rol cognities en instandhouding psychologische klachten
-Nieuw uitgangspunt: psychopathologie → wijze waarop men informatie selecteert,
interpreteert & verwerkt
-Bestudeert hoe men de wereld waarneemt en voorstelt
2.Belangrijke termen en concepten
-Cognities = verzameling mentale processen en activiteiten gebruikt bij waarnemen,
onthouden en begrijpen = het denkproces, wat is denken?
-Informatieverwerking = processen die rol spelen bij verwerving, opslag & reproductie kennis
● 3 mentale processen = waarneming, verwerking & geheugen
● Cognitieve psychologie bestudeert invloed infoverwerking op emoties,
motieven, gedrag, fysiologische processen & vice versa
-Schema’s = geheugenstructuren met stabiele kennisrepresentaties = geheel kennis
● In de loop van leven gevormd door ervaringen
● Taal, visuele info, handelingen, ritme en lichamelijke sensaties
● Veel kennis onbewust, niet in woorden uit te drukken
● Zonder geheugen losse herinneringen & gedachten zonder verband
-Werking schema’s
● Automatische activatie door info van buitenaf of mentale gebeurtenissen
● Informatiewerking gestuurd door schema’s
● Onderdeel G-ketting/5G’s
○ Gewaarwording/gebeurtenissen
○ Gedachten
○ Gevoelens
○ Gedrag
○ Gevolg
-Cognitieve psychologie = niet de situatie op zich bepaalt wat we voelen, maar wijze waarop
we interpreteren
● Loopt fout → vertekende infoverwerking → psychische stoornissen
● Psych problemen door disfunctionele denkgewoontes/schema’s die
gevoelens en gedrag beïnvloeden
-Disfunctionele denkgewoonten
● Zwart-wit denken
● Toekomst rampzalig voorspellen
● Stickers plakken/veralgemenen
● Gedachten lezen
● Personaliseren
, ● Moet denken
● Negatief denken
-Disfunctionele schema’s = gevormd op basis negatieve gebeurtenissen + persoonlijkheid
-Cognitieve therapie
● Gericht op vertekening & fouten, disfunctionele gedachten onderzoeken
● Doel = reëler & functioneler leren beoordelen, niet enkel positief
-Cognitieve benaderingen
● Locus of control (Rotter, 1966)
○ Individuele verschillen waargenomen controleerbaarheid
gebeurtenissen
○ Interne locus of control = oorzaak is eigen gedrag
○ Externe locus of control = oorzaak is toeval, geluk of anderen
● Theorie van Beck (1973) over depressie
○ Reeks negatieve overtuigingen, fantasieën en verwachtingen individu
over toekomst, anderen en wereld
○ Depressogene schema’s → gevolg cognities
○ Effect op beslissingen etc → effect verwerking nieuwe info
○ Cognitieve fouten bij verschillende fasen infoverwerking
● Aangeleerde hulpeloosheid (Seligman, 1975)
○ Onvermogen leren ontsnappen aan negatieve situatie
○ Vorming algemene verwachting situatie onaf. gedrag
○ Persoon leert dat reageren geen effect heeft → passiviteit
-Cognitieve en medische psychologie
● Hoe iemand omgaat met ziekte → sterk gerelateerd infoverwerking
● Vaak complexe keten van cognities en emoties
● Nagaan G-schema patiënt belangrijk
Persoonlijkheidspsychologie
1.Inleiding
-Persoonlijkheidspsychologie = onderzoek naar verschillen tussen mensen i.v.m. gedrag
2.Belangrijke begrippen
-Persoonlijkheid = stabiele aspecten van individuele gedrag
● Onderscheidend van andere mensen
● Voorspellingen over gedrag mogelijk
-Persoonlijkheidstheorie
● Trait (trek) = stabiele kenmerken consistent over situatie en tijd
● State (toestand) = tijdelijke toestand
, 3.Oude benaderingen van persoonlijkheid
-Oude persoonlijkheidstheorieën → vaak typologie-benadering
● Alles of niets
● Iedereen in 1 categorie gelijk
● Klein aantal
-Menselijk gedrag te ingewikkeld om in enkele categorieën te passen
-Hippocrates → gezondheid afhankelijk van balans 4 lichaamssappen
● Slijm = flegmaticus, kalm
● Boed = sanguinicus, optimistisch, gepassioneerd
● Gele gal = cholerisch, prikkelbaar, opvliegend
● Zwarte gal = melancholisch, depressief
-Sheldon → psychologische types gekoppeld aan lichaamsbouw (na WO2)
● Viscerotone = genietende levenshouding
○ Endomorfe lichaamsbouw
● Somatotone = energiek & agressief
○ Mesomorfe lichaamsbouw
● Cerebrotone = teruggetrokken & ingehouden
○ Ectomorfe lichaamsbouw
-Typologiebenadering jaren 60-80, opkomst psychosomatiek (link hartproblemen)
● Type A = competitie, werklust, opgejaagd, veeleisend
○ Ontdekt door cardiologen
● Type B = ontspannen, genietend, goedgeluimd
○ Ontdekt door cardiologen
● Type C = moeite uiten emoties, conformisme
○ Hoger kankerrisico
● Type D = combinatie neg. affectiviteit en sociale inhibitie
4.Psychobiologisch persoonlijkheidsmodel (Cloninger, 1994)
-Hedendaagse, correcte benadering
-Wetenschappelijk ondersteund model
-Onderscheid persoonlijkheid, temperament en karakter
● Temperament
○ Aspecten vd persoonlijkheid in zekere mate erfelijk, automatisch
verlopen en onbewuste leerprocessen beïnvloeden
○ Genetische verschillen in reactie hersenen op prikkels
○ Individuele verschillen in automatische emotionele reacties
○ Al vroeg in kinderjaren te zien en stabiel doorheen leven
● Karakter
○ Individuele verschillen in doelen en waarden gebaseerd op inzichten
en opvattingen van zichzelf en anderen
○ Leren in eigen omgeving en vormen van eigen keuzes
○ Ontwikkelt progressief in levensloop onder invloed socio-culturele
leerervaringen