Kaatje de Nave – 20191400 – 2023/24
BESTUURSRECHT
DEEL I: DEFINITIE, INDELING, FUNCTIES, KENMERKEN EN BRONNEN
H1: BEGRIP BESTUURSRECHT
• Onderscheid publiek- en privaatrecht, maar onderscheid vervaagt
• Binnen publiekrecht: onderscheid grondwettelijk recht – bestuursrecht
3 mogelijke wijzen van omschrijving:
1. Formeel-juridische definitie
2. Definitie vanuit de relaties die worden beheerst door het bestuursrecht
3. Omschrijving vanuit de materiële bevoegdheid van het bestuur: het begrip openbare dienst
AFDELING 1: FORMEEL-JURIDISCHE DEFINITIE
• Vertrekt vanuit een organieke benadering: focus op de organen of instellingen die worden gereguleerd
à uitvoerende macht (idee: besturen = tenuitvoerlegging van beleid en wetgeving)
• Leidt tot definitie vanuit driemachtenleer:
o “Het bestuursrecht omvat het geheel aan rechtsregels m.b.t. de organisatie, de bevoegdheden
en de werking van de organen die met uitvoerende macht zijn bekleed.”
• Bestuursrecht is een synoniem voor administratief recht
o Komt vanuit het Franse recht ‘droit administrative’
o In het Nederlandse recht is dit het bestuursrecht, maar in principe is het hetzelfde als het
administratief recht
Goed uitgangspunt, maar vraagt aanvulling en nuancering
• Veronderstelt dat we scherp kunnen omschrijven wie ‘organen van de UM’ zijn
o Harde kern waarvan we weten dat ze tot de UM behoren
§ De Koning (federaal niveau)
§ Vlaamse regering, Waalse regering (gemeenschappen en gewesten)
§ College burgermeester en schepenen (lokaal niveau)
• Driemachtenleer roept een te vereenvoudigd beeld op van uitoefening taken in een moderne staat.
o Zie klassieke schema op p. 4 handboek
o Bevoegdheden van de verschillende machten zijn in de realiteit veel complexer
§ Bijv. taken van regelgeving liggen niet bij wetgevende maar bij uitvoerende macht
§ Delegaties van bevoegdheden die gebeuren
• Organieke benadering moet worden aangevuld met functionele benadering
• Functionele benadering = instellingen/organen van UM hebben niet enkel een rol van tenuitvoerlegging
maar ook wetgevend, normatief, rechtsprekend/rechtshandhavend
VOORBEELDEN VAN SPECIALE VORMEN
Ø SIENSANO is een pub RP en maakt deel uit van het bestuur en is opgelegd bij wet
Ø Agentschap opvoeden regie is ook deel van de UM maar heeft een eigen RP en is dus bijvoorbeeld
deel van de Vlaamse regering
Dit zijn verzelfstandigde besturen waar de grondwet geen gewag maakt maar wel deel uitmaken van de
uitvoerende macht
1
, Hier heeft de koning geen delegatie van
een ander orgaan nodig, de koning mag
dit gewoon doen want deze bevoegdheid
UITVOERENDE MACHT – TAKEN TENUITVOERLEGGING S.S. ontleent hij vanuit de wet.
• Van wetgeving en beleid
o VB: koning mag extra regels opstellen, want de wet geeft aan dat de koning de uitvoering van
de regels moet nastreven. Als hiervoor nieuwe regels nodig zijn, mag de koning deze zelf
uitvaardigen. Art. 108 Gw. + art. 20 BWHI
o Vaak komen KB’s dus niet van een expliciete bevoegdheid voor de koning maar worden afgeleid
uit de regels die in het wetboek staan
• Soms ook via reglementen
o (= normen; wetgeving in de materiële zin van het woord) – zie art. 108 Gw. / art. 20 BWHI.
UM – NORMATIEVE TAKEN
• Kunnen verder gaan dan normatieve taken die verband houden met uitvoering van wetgeving.
• Zie art. 105 Gw. / art. 78 BWHI: delegatie normatieve bevoegdheid los van uitvoering wetgeving.
• Steeds meer aandacht voor ‘rule-making powers’ uitvoerende macht.
UM – TAKEN VAN (RECHTS)HANDHAVING EN GESCHILOPLOSSING
• Via kennisname van georganiseerde bestuurlijke beroepen
• Regulatoren in de nutssectoren
• Groeiende trend administratieve sancties
• …
WETGEVENDE MACHT + RECHTERLIJKE MACHT – TAKEN VAN ‘BESTUURLIJKE AARD’
• Naturalisaties door de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
• Beslissingen inzake personeel, overheidsopdrachten, …
à Zie genuanceerd schema p. 6 handboek.
Wie zijn bovendien ‘de organen van de UM’?
• Niet alle staatsorganen worden door de Grondwet onder één van de klassieke staatsmachten gebracht.
• Provinciale en gemeentelijke instellingen?
• Bestuurlijke rechtscolleges?
o Administratieve rechtscolleges – zie DEEL VI
o Rechtsprekende functie;
o Sui generis-statuut (art. 160-161 Gw.)
§ Het zijn volwaardige rechters maar behoren louter niet tot de rechtsprekende
rechtscolleges (klassieke opvatting)
§ Zij hebben ook de verplichting onpartijdig en onafhankelijk te zijn
o Hoogste en algemene bestuursrechter = Raad van State
CONCLUSIE
1. Het bestuursrecht omvat het geheel van regels m.b.t. alle handelingen van de uitvoerende macht in de
ruime zin van het woord, ongeacht of deze handelingen een bestuurlijke, een normatieve, een
sanctionerende of een geschil beslechtende inhoud hebben.
2. Sommige activiteiten van de uitvoerende macht worden evenwel niet gereglementeerd door het
bestuursrecht. Het gaat om activiteiten die zij verrichten als privaat bedrijf en waarbij zij dus geen
staatsgezag uitoefenen (zie infra, DEEL IV).
o VB: B-post, Proximus
§ Deze maakt deel uit van de overheid maar zal wel concurreren met andere bedrijven
die zich ook bevinden op de markt
o VB: NMBS
§ Deze fungeert zowel onder de staat (openbaar vervoer) als privaat bedrijf (goederen)
• Doordat zij nog private activiteiten organiseren vallen zij niet onder de rechtsmacht van de RvS
3. Daarbij komt dat het bestuursrecht ook sommige handelingen van de organen van de wetgevende en
rechterlijke macht reguleert, met name wanneer zij taken van ‘bestuur’ of ‘uitvoering’ uitoefenen.
4. Ten slotte vormen ook de organisatie en de werking van de lokale besturen en de bestuursrechtspraak een
onderdeel van het bestuursrecht. Zie p. 7-8 handboek. Voorbeelden: zie volgende delen cursus.
2
, Kaatje de Nave – 20191400 – 2023/24
AFDELING 2: OMSCHRIJVING VANUIT RELATIES
• Bestuurde/bestuur/rechter
o Diegene die het bestuur of het “stilzitten” van de staat ondergaat en de rechter die zorgt voor
bescherming
• Bestuur/bestuur/rechter
o Bestuur van de Vlaamse regering uitgeoefend op de lagere lokale besturen, maar de lokale
besturen kunnen dit op hun beurt aanvechten bij de rechter
§ VB: beslissing gemeente Vlaams gewest wordt vernietigd door Vlaams gewest à
gemeente stapt naar rechter
• Personeelslid bestuur/bestuur/rechter
o Beslissingen die het bestuur neemt ten aanzien van ambtenaren en deze kunnen hier tegenin
gaan wanneer zij niet akkoord zijn kunnen zij aanvechten bij de RvS
AFDELING 3: OMSCHRIJVING VANUIT MATERIËLE BEVOEGDHEID BESTUUR
• Taken openbare dienst - bestuursrecht = ‘recht van de openbare diensten’?
• Gaat over diensten die op algemene en voortdurende wijze ter beschikking moeten staan van hele
bevolking en waartoe iedereen effectief toegang moet hebben.
• MAAR: niet alleen overheid oefent taken van openbare dienst uit, ook privé-instanties + gevolgen
economische liberalisering.
o Bijv. katholiek (vrij) onderwijs, mutualiteit, VUB, KUL
§ De UA en Gent zijn verbonden via een decreet
ECONOMISCHE LIBERALISERING
• Bijv. gas en elektriciteitslevering, postdiensten, telefonie
o Verlies vroegere overheidsmonopolie
o Nu ook private spelers (< Europese wetgeving)
§ Private spelers krijgen toegang tot de markt, maar niet alle private spelers verdwijnen
hierdoor
§ Zij moeten concurreren en vaak ook tegen zetels die zich niet in BE bevinden
o ’Universele dienstverplichtingen’ én specifiek markttoezicht door regulatoren (= correcties op
de vrije mededinging)
§ De private spelers hebben verplichtingen om procedures te voorzien zodat mensen
kunnen terugvallen hierop
• Bijv. je kan je facturen van de nutsvoorzieningen niet meer betalen
§ De regulatoren zijn zuivere staatsinstanties en kijken toe op de markt
• Zij kunnen de concurrentie, consumentenbescherming enzovoorts
beschermen en vrijwaren
o Nog steeds overheidsbedrijven actief (bpost, proximus,…)
• DUS
o Bestuursrecht is niet (meer) “hét recht van de openbare diensten”.
o Maar overheid heeft door liberalisering cruciale sectoren (nutssectoren) wel een nieuwe rol
gekregen: markttoezicht.
3
, H2: INDELING BESTUURSRECHT
• Onderscheid algemeen – bijzonder bestuursrecht.
• Onderscheid bestuursorganisatierecht, materieel bestuursrecht, procedureel bestuursrecht,
bestuursprocesrecht
o Bestuursorganisatierecht = het organogram = in welke verschijningsvormen treedt een bestuur
op
§ Materieel bestuursrecht = al het inhoudelijke bestuursrecht
• Beslissingen die overheid t.a.v. ons neemt bepaalt
§ Procedureel bestuursrecht = regelgeving die bestuur moet volgen om juiste
beslissingen te nemen
o Bestuursprocesrecht = van toepassing op bestuursrechters
§ Hebben een autonoom procesrecht
• Ger. W. is niet op hen van toepassing, maar als er in het bestuursprocesrecht
geen regels heeft voor de bestuursrechter zullen zij er wel op terugvallen
ALGEMEEN VS BIJZONDER BESTUURSRECHT
ALGEMEEN BESTUURSRECHT BIJZONDER BESTUURSRECHT
Globale, overkoepelende thema’s van Specifieke, sectorale regelingen (bv. recht van de
bestuursrecht. ruimtelijke ordening, milieurecht, vreemdelingen- en
migratierecht, onderwijsrecht,…) – technisch /
gedetailleerd.
Hoofdzakelijk belang rechtspraak Raad van Toenemend belang rechtspraak bijzondere bestuurlijke
State. rechtscolleges (zie DEEL VI).
Basiscursus 3de bachelor. Zie opleidingsonderdelen (vnl. bijzondere studies) in
master
RELATIE TUSSSEN ALGEMEEN EN BIJZONDER BESTUURSRECHT
• Er is een permanente wisselwerking
o Je hebt algemeen bestuursrecht nodig om bijzonder bestuursrecht toe te passen
§ Bijv. je vraagt een vergunning aan bij het College burgemeester en schepenen (politiek
mandaat = meestal geen technische kennis om dossiers te beoordelen)
• Als je dit advies niet inwint zal je moeten kijken naar algemeen bestuursrecht
want dit vind je niet in de sectorale regelgeving = advies inwinnen is
substantiële vormvereiste à niet gedaan is meteen onwettige beslissing
• Als je een advies inwint moet je dit verplicht overwegen
o Je moet het niet volgen, maar als je het dus niet volgt moet je het
wel motiveren!
• Aanvullende werking = er kunnen hiaten worden ingevuld (ZIE: BOEK voor andere voorbeelden)
H3: FUNCTIES VAN BESTUURSRECHT
• Legitimerende functie: bieden van rechtsbasis voor het optreden van het bestuur, gelet op
legaliteitsbeginsel
o Legaliteitsbeginsel = organen UM kunnen niets doen tenzij zij voor het handelen een grondslag
vinden in grondwet of rechtskrachtige norm
o Als een bestuur dus optreedt moet deze kunnen verwijzen naar een grondslag
• Waarborgfunctie: waarborgen voor bestuurden in hun relatie tot het bestuur (democratie –
rechtsstaat)
o Idee achter democratie en rechtsstaat = bestuur is ook aan regels onderworpen ook al heeft
het zeer belangrijke buitensporige bevoegdheden
• Instrumentele functie: het bestuursrecht helpt het overheidsbeleid te realiseren
o Vooral bij bijzonder bestuursrecht = waarom hebben we milieurecht, ruimtelijke ordening, enz
o De beleidsmakers hebben voor ogen om te praktiseren à beleidsdoelstellingen bereiken
4