Operatieve zorg en technieken - Basisboek operatieve zorg en technieken
Dit is een zeer uitgebreide samenvatting van het vak Anatomie van de opleiding operatieassistent inservice Module I. In deze samenvatting zitten de lichaamsvlakken, plaatsaanduidingen en richtingsaanduidingen van de bewegingen van het lichaam. Daarnaast worden de gewrichten, botten en het skelet be...
Saxion OK-route Kennistoets OA Kwartiel 8 (Module 2)
operatieve zorg en technieken samenvatting, minor OA
Basis operatieve zorg, deel 2 (MCO)
Tout pour ce livre (23)
École, étude et sujet
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Operatieassistent
Anatomie
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
daphnemorshuis
Avis reçus
Aperçu du contenu
Anatomie samenvatting module 1:
Leerdoelen:
1. Alle dynamische richting aanduidingen aan te geven en het vlak te benoemen waarin elke
beweging plaatsvindt.
2. De ligging van verschillende organen en structuren in het lichaam aan te geven met
behulp van statische richting aanduidingen.
3. De algemene bouw en functie van beenweefsel duidelijk uit te leggen en ook de specifieke
bouw van de drie soorten botten waaruit het skelet bestaat.
4. Aan te geven hoe botten met elkaar verbonden zijn.
5. De relatie tussen de bouw van een gewricht en zijn bewegingsmogelijkheden aan te
geven.
6. Het verloop van de botontwikkeling aan te geven.
7. Drie typen spierweefsel te onderscheiden en van elk type de bouw en functie weer te
geven.
8. De bouw, functie en ligging van slijmbeurzen en peesscheden
weer te geven.
Lichaamsvlakken:
Frontaal vlak
o Ventraal deel buikzijde
o Dorsaal rugzijde
Saggitaal vlak
o Linker en rechter deel
Mediaan vlak = medio-saggitale vlak
o Transversaal vlak
o Craniaal en caudaal deel
Plaatsaanduiding:
Plaatsaanduiding Gebruik Voorbeeld
Ventraal (aan de buikzijde) Bij grote structuren of De slokdarm ligt dorsaal van de
Dorsaal (aan de rugzijde) over grotere afstand luchtpijp en ventraal van de
wervelkolom
Anterior (aan de voorkant, voor) Bij kleinere structuren of De voorste hersenslagader
Posterior (aan de achterkant, achter) over kleinere afstand voorziet het voorste deel van de
grote her
Centraal (in het midden) Bij uitgestrekte stelsels als Het c.z. omvat hersenen en
Perifeer (aan de uiteinden) het zenuwstelsel of ruggenmerg en de zenuwen
circulatiestelsel behoren tot het perifere
zenuwstelsel
Craniaal (aan de kant van de schedel) Bij de wervelkolom of het De borstwervels liggen craniaal
Caudaal (aan de kant van de staart) c.z., meestal over grotere van de lendenwervels en
afstanden. Van schedel caudaal wordt het ruggenmerg
tot staartbotje!! steeds dunner
Superior (hoger, boven) Bij kleinere structuren of De bovenste holle ader voert
Inferior (lager, beneden) over kleinere afstand het bloed uit hoofd/armen naar
het hart
1
, Lateraal (aan de zijkant) Algemeen Bij gesloten benen worden de
Mediaal (naar het midden toe) mediale zijden van de benen
tegen elkaar aan gehouden
Proximaal (aan de kant van de romp) Bij (delen van) ledematen De elleboog ligt proximaal t.o.v.
Distaal (ver van de romp) de pols en distaal t.o.v. de
schouder
Sinister (links) Bij symmetrisch gelegen Linker ondersleutelbeenader en
Dexter (rechts) structuren. Let op: Wordt rechterondersleutelbeenader
altijd benoemd vanuit het
gezichtspunt van de
afgebeelde persoon!
Internus (Inwendig) Bij de ligging in de diepte, De inwendige halsslagader en
Externus (Uitwendig) vooral bij bloedvaten en uitwendige halsslagader
zenuwen
Profundus (dieper gelegen)
Superficialis (oppervlakkig)
Richtingaanduidingen:
-Flexie vs. -Extensie
-Anteflexie vs. -Retroflexie
-Lateroflexie
-Dorsaalflexie vs. -Plantaire flexie (voet) /
palmaire flexie (hand)
-Supinatie vs. -Pronatie
-Abductie vs. -Adductie
-Exorotatie vs. -Endorotatie
-Opponeren vs. -Reponeren (duim)
-Circumductie
,Functies van het skelet:
Steun tegen zwaartekracht
Opslag
o Calcium, fosfor
Vet
Bloedcelproductie
o In het rode beenmerg
Bescherming van de zachte inwendige organen
Hefboomwerking voor spierbewegingen
Botcellen:
o Osteocyten
o Osteoblasten
o Osteoclasten 7
Kalkzouten
Collagene vezels
Lamellaire bouw
botweefsel is in laagjes (lamellen) gestructueerd
Botweefsel heeft een intensieve stofwisseling en is goed doorbloed
Substantia compacta:
-Osteon (4) Basale functionele eenheid van compact (hard) botweefsel (cilindervormig)
Sterk in de lengteas van het bot
Concentrische lagen matrix (lamellen) in een osteon
o Concentrische lagen osteocyten (botcellen) tussen de lamellen
Centraal kanaal van Havers
o Tunnel in lengteas voor bloedvaten
Verbindingskanalen (Volkmannkanaal)
Tunnel in breedte voor bloedvaten
3
, Substantia spongiosa:
Geen osteonen en haverskanalen
Lamellen als botbalkjes (beenbalkjes) met kleine holtes daartussen
o Vertakkend netwerk van beenweefsel
Sterk in verscheidene richtingen
Deze holtes bevatten rood beenmerg vormt bloedcellen
Optimaal opvangen van drukkrachten door geordende beenbalkjes
Botstructuur:
Gespecialiseerde cellen (2% van het botgewicht)
Sterke buigzame matrix
1. Calciumfosfaatkristallen drukbestendig
-2/3 van het botgewicht (van de matrix)
2. Collageenvezels trekvast
-In dezelfde richting in elke lamel
Cellen in beenweefsel:
Osteocyten
o Rijpe botcellen tussen de lamellen
Osteoclasten
o Bron van zuur, enzymen voor osteolyse
o Calciumhomeostase
o Afbraak van botweefsel
Osteoblasten
o Verantwoordelijk voor osteogenese (nieuw botweefsel)
o Opbouw van botweefsel
o Bron van collageen, calciumzouten
o Osteoblasten zetten tegen de wand van het gat lamellen af
Periost (beenvlies):
Dunne laag, goed doorbloed straf bindweefsel met veel sensibele zenuwen
Collagene vezels van het bindweefsel zijn stevig verankerd in de buitenste laag van het
botweefsel
Aanhechtingsplaats voor pezen en gewrichtskapsels
Voorziet het bot van bloed
o Buitenste laag bestaat uit vezels
o Binnenste laag bestaat uit cellen
Botvorming en groei:
1. Intramembraneuze verbening
Verbening:
o Proces van omzetting van andere weefsels in botweefsel
Vormt platte schedelbotten
o Onderkaak en sleutelbeen
Stamcellen differentiëren in osteoblasten
Produceert spongieus botweefsel, daarna dicht botweefsel
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur daphnemorshuis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.