Dierenvoeding
Micronutriënten: Mineralen
->micromineralen: sporenelementen: Fe,I,Zn,Cu,…
-zelfs cadmium, niet van wakker liggen: meestal genoeg
->macromineralen: Ca,P,K,Na,Cl,Mg,S
-Eigenschappen
->totaal mineralen schatten: ruwe as RAS-> alles verbranden bij hoge T, wat niet verbrandt is
is as
->absorbeerbaar, niet absorbeerbaar(niet benutbaar door dier)
-> niet alle absorbeerbare mineralen zijn essentieel(vb. Lood is niet essentieel maar is net
toxisch omdat het wel word opgenomen)
-Mineralenhuishouding
->stockeren, secreteren, excreteren
-> absorptie vanuit de darm dan via portale circulatie nr lever, door nr perifere circulatie
-Uitgescheiden via de urine
-naar andere weefsels: vb. Via zweet of melk kwijt raken(Ca, jodium)
-vanuit perifere circulatie+ vanuit lever: verteringssappen-> terug in de darm terecht
-urine is niet altijd goeie maat: je zal wel zien dat uitscheiding zal stijgen maar het zal niet
representatief zijn doordat een deel terug nr darm gaat
,-Gedrag van mineralen
->homeostase
-door beïnvloeding van absorptie: genoeg opname= absorptie nr beneden, tekort=absorptie
nr omhoog
<koper vb betere absorptie dan een ander mineraal
-door stapeling in bufferorganen(lever, milt,…)
-door mobilisatie van aangelegde reserves(vb. Bot voor Ca)
-excretie in urine
->scheikundige vormen bepalen biobeschikbaarheid
-anorganische vormen met verschillende oplosbaarheid: oxide, sulfaat, chloride
-organisch gebonden vormen: gelaten->vb zinkmethionine-> werken tegen aantal
antagonistische componenten die tegen mineralen werken(vb fetinezuur: trekt zink aan en
deactiveert het-> indien methionine eraan: winnen van fetinezuur), ook voor nuttige
opname(zink zijn zware metalen dus niet teveel maar is wel nodig in lichaam)
<zouten van organische zuren, metaal-aminozuurcomplexen
->illustratie:
<ijzer bij vleesvee is veel hoger dan melkvee
-melk is niet rijk aan ijzer, behoefte stijgt dus niet snel
-vleesvee: hebben veel spieren nodig dus ijzer is nodig
<selenium veel hoger bij melkvee: veel terugvinden in melk, niet bij vleesvee(wel bij
dikbilrunderen: dikke bespiering zorgt voor oxidatieve stress)
<koper: word door veel antagonisten aangevallen(molybdeen)
->illustratie: bloedmeting-> moet je relatief zien(in welke situatie zit het dier)
-gelijke hoeveelheid zink geven: hoeveel is zink in voeding-> schommelt continu
-halverwege dracht: zink plots stijgen
,Calcium
->belangrijkste qua functie en nood aan hoeveelheid(meest voorkomende)
->functies:
<99% in bot en tanden
<enzymsystemen: spiercontractie, zenuwimpuls-> tekort aan Ca: spiercontractie
problemen-> dieren krijgen verlammingsverschijnselen
<bloedstolling
->Bot
<bevat 46% mineralen, vnl hydroxyapatiet
<beenderas: 36% Ca, 17% P, 1% Mg-> CA/P 2:1
<opslag en mobilisatie o.i.v paratyroid hormoon en vitamine D
->strikte relatie met P
-Calciumhuishouding
->calcitonine, calcitriol, PTH samenwerken op verschillende vlakken
↑
-bot, darm, nier
-verhoging calcium in bloed: verhogend in bot, verlagende opname in darm, reabosptie van
nier verlaagd(meer uitgescheiden in urine)
-calcium verlaagd: verlagend in bot(reserve aanspreken), verhoogde opname in darm,
meer reabsorptie in nier
-Problemen met calcium
-> jonge dieren; rachtitis-> vervorming van botten, kromme botten
->volwassen dieren: osteomalacie: ontkalken van het bot(sneller botten breken)
<hennen: batterijmoeheid(eieren bevatten veel kalk, zachte botten en bek, vertraagde
groei, gebogen botten, dunne eischaal)
<kalfsziekte: acute vorm van hypocalcimie(tot en met partus gn probleem, erna plots veel
melk produceren die veel Ca bevat+ heeft nog niet veel eetlust: te weinig Ca binnen):
spasmen, verlamming-> injectie met Ca preparaat
-> absorptie beter bij zure pH
-> chronisch: VB hen, leg gaat door
Accuut: kalfsziekte
, -Waar vinden we Ca
-> veel in
<melk, groenvoeders(gras, klaver, luzerne,…)
<suikerbietenpulp
<dierlijke producten als er botten bij zitten(vlees niet! Wel rijk aan fosfor)
<krijt(Ca carbonaat), eierschalen, oesterschelpen
-> weinig in
<granen
<meeste andere plantaardige ingrediënten
->CA:P verhouding
<moet voor meeste dieren tss 1:1 of 2:1 zijn
<voor leghennen mag het zelf groter zijn door nood voor eischaal: 3:1-> vaak ad libitum Ca-
bron geven
<te hoog P remt opname Ca en gaat ook na absorptie antagonistisch werken
<hond veel vlees geven: P veel hoger dan Ca -> secundaire hyperparathyroidie(bot
ontkalkt)
Fosfor
->zeer veel functies in lichaam (vnl in skelet: 80-85%)
->aanwezig in fosfoproteinen, fosolipiden, nucleinzuren, ATP,…
->Ca en P strikt aan mekaar gerelateerd, maar P toch ander metabolisme dan Ca
->excretie bij eenmagigen: vooral via nier, dus urine
->excretie bij HKW: heel veel via speeksel-> darm, dus feces
<niet zwart wit
-Tekort aan fosfor
-> niet vaak bij ons, vnl thv (sub)tropische regio’s
->veel dezelfde symptomen bij Ca wegens rol in bot: rachitis, osteomalacie
->runderen: pica, verlaagde eetlust
->chronisch: stijfheid gewrichten en spierzwakte(vb creatinefosfaat)
->verlaagde fertiliteit en prestaties