SESSIE 5: DIEREN
0. PERCEPTIE OF WAARNEMING
= verwijst naar het proces dat de hersenen doorstaan in een poging prikkels te situeren
Perceptie: oorsprong vindt bij de zintuigen, is onze kennis vd wereld id vorm v herinneringen, tekens en aanwijzingen evenzeer
een factor in perceptie
A. HOE GAAT WAARNEMEN
‘bewust waarnemen’ = dat je met gebruik v al je zintuigen (zicht, reukzin, smaakzin, tastzin en gehoor) informatie inwint over
een object
- Elk vd zintuigen heeft zijn eigen hersengebied. Zintuigorganen en hersengebieden werken voortdurend samen
- Hersenen interpreteren en ordenen de prikkels en nemen waar
B. WAARNEMEN STAAT NIET OP ZICHZELF…
Waarnemen is meer dan een registratie vd werkelijkheid door middel vj zintuigen
- De hersnenen interpreteren het beeld
- Allerlei associaties worden door dat beeld opgeroepen
- Bv. Een houthakker, kind, kunstenaar,.. ervaart een wandeling door het bos anders
Waarnemen wordt gericht door wat je wilt, weet, voelt en kunt. + interesses die je al hebt v invloed op waar je aandacht aan
schenkt
Grijze parcours: je neemt een mooie paddenstoel waar, je voelt ‘wauw’, je wilt de naam ervan kennen, je zoekt dit op met je
determineertabel.
Rode parcours: je doet de schuifdeur vd bergingkast toe, je merkt dat deze klem zit, je vloekt inwendig, je weet dat de zaak
grondig observeren een strategie is die hierbij kan helpen, je schuift de deur terug, kijkt of eer een verpakking in de weg zit.
1
,C. WAARNEMING STIMULEERT EN BOEIT KINDEREN ALS
- Spontane veranderingen plaatsvinden
- Veranderingen opzettelijk worden veroorzaakt
- Kinderen zelf kunnen zoeken naar verschillen en
overeenkomsten
- Kinderen onderzoeken hoe iets in elkaar steekt,
hoe iets werkt.
à waarnemen door gerichte opdrachten te geven -> waarnemen prikkelt de onderzoek gerichte houding door het oproepen v
vragen. De nieuwsgierigheid wordt geprikkeld
Onthoud: stimulerende waarnemingssituaties, vanuit observatie
1 INDELING DIERENRIJK à ZIE BUNDEL
Hoe herken je met het blote oog leden van het dierenrijk?
- NIET groen (doen niet aan fotosynthese dus heterotroof)
- Met het blote oog zichtbaar (dus meercellig)
- Er zijn verschillende ‘delen’ (dus is er op celniveau celdifferentiatie)
Begrippen:
- Winterslaap:
o Lichaamstemperatuur daalt sterk, tot paar graden boven vriespunt
o Eten hele winter niet
o Ook ademhaling en hartslag daalt heel fel
o Bv. Egels, vleermuizen,..
- Winterrust:
o Lichaamstemperatuur daalt een paar graden
o Slapen grootste gedeelte vd winter, maar worden af en toe wakker om te eten
o Bv. Eekhoorns, dassen,..
- Trekvogel:
o Vogels die in de herfst wegtrekken en ergens anders gaan overwinteren
o Bv. Zwaluwen
- Standvogels:
o Vogels die we het hele jaar door zien
o Bv. Roodborst, vink,..
2
,VAN PRIKKEL TOT REACTIE
Prikkel= verandering die reactie uitlokt gedrag = reactie ve organismen
Nut van reageren op prikkels -> overleving:
- Aanwezigheid voedsel/drinkwater
- Plaats voor beschutting
- Aanwezigheid predatoren
- Mogelijke aanwezigheid gevaren
o Chemisch: prikkelende stoffen (reukstoffen, smaakstoffen)
o Fysische: veranderingen in kracht en energie (druk, licht, temperatuur, geluid)
- Aanwezigheid v mogelijke partners
- …
Reageren planten? Minder mogelijkheden tot reageren dus gaan zorgen voor massale poging tot voortplanting. Planten reagere
wel op: licht, zwaartekracht en aanraking
INFORMATIE AANGEBODEN ONDER DE VORM VAN PRIKKELS
Uitwendige prikkels: komt van buitenaf. Bv. Licht, geluid,..
Inwendige prikkel: komt van binennuit bv. Honger hebben
Sleutelprikkel: prikkel die niet altijd tot een specifiek gedrag leidt. Bv
babyvolgel: sleutelprikkel = tikken op het nest, gedrag = mond open en geluid
maken
3
, 2 ZINTUIGEN
De mens: zonder zintuigen kunnen we niet lezen, schrijven, geluiden horen,…
Er zijn hersenen nodig om die informatie te verwerken. à waarnemen doen we met de hersenen!
Een prikkel moet een drempel overschrijden, de prikeldrempelwaarde, voordat de zintuigcel een signaal naar de hersenen
stuurt.
Zintuig Prikkel Zintuigorgaan
Zicht Licht Het oog
Smaakzin In speeksel opgeloste stoffen De tong
Gehoor Geluidsgolven Oor
Evenwicht Drukverschillen Oor
Reukzin Gasvormige stoffen Neus
Tastzin en temperatuurzin Druk en temperatuur Huid en tong
HET ZICHT
- Prikkel: licht
- Zintuigorgaan: oog
Wenkbrauwen + wimpers: beschermen v ogen tegen vuil, zweet en stofjes. Wimpers
zorgen ervoor dat oogleden snel sluiten.
Knipperen vd ogen: traanvocht verspreiden over de oogbol -> houdt het oog vochtig
en verwijderd vuil.
Via traankanaaltjes wordt het oogvocht afgevoerd naar de neusholte.
à basischool = uitwendige delen
Witte harde oogrok: beschermt het oog en de 6
oogspieren zijn erop vastgehecht. Door het
samentrekken vd oogspieren: oog in alle
richtingen draaien en valt het beeld altijd mooi op
je gele vlek.
Pupilreflex = automatische regeling vd
lichttoevoer.
- Veel licht: kringspieren trekken samen +
pupil wordt kleiner
- Weinig licht: straalsgewijze spiervezels
trekken samen en pupil vergroot
Iris of regenboogvlies = voortzetting vh vaatvlies -
> laag met veel bloedvaten
- De kleur: bepaald door hoeveelheid pigment (veel = bruin, weinig = blauw)
4