POLITICOLOGIE
Carl Devos
1STE BACHELOR BESTUURSKUNDE
HOOFDSTUKKEN 1-5
,Algemene informatie
Actualiteit is belangrijk bij deze cursus. Volg de politieke actualiteit dus op de voet. Dagelijks een krant lezen, nieuws
en duiding op radio of televisie volgen moet daarvoor volstaan. Zorg zeker ook dat je de ‘parate kennis’ beheerst (de
ministers van de Vlaamse en federale regering, inclusief staatssecretarissen, de voorzitters van werkgevers- en
werknemersorganisaties, en de voorzitters van de verschillende politieke partijen).
Leg een begrippenlijst aan per hoofdstuk met begrippen die je echt niet kan onthouden.
Hoofdstuk 1 - Wat is politiek?
0. Actua
Septemberverklaring van Jambon = de officiële start van het Vlaamse politieke jaar.
Wordt toegelicht?
- Wat gaan we doen.
- Krachtlijnen omtrent de Vlaamse begroting worden meegedeeld
= waar geven we het aan uit? Waar komen de inkomsten vandaan? Welke besparingen doen we?
Tegenstrijdigheid!
Bijvoorbeeld:
Net nieuwe cao goedgekeurd voor 100 miljoen voor het onderwijs (aantrekkelijk maken leerkracht), in nieuwe
begroting moet 100 miljoen bespaard worden in het onderwijs ??
Federale begrotingsbespreking:
Uiterst 15.10.21 begroting indienen bij EU, daarna herzien en onder controle krijgen.
Kibbelkabinet (De Croo):
Veel spanningen, geen duidelijke afspraken. Veel voorstellen voor uitgaves, 0 voor besparingen. Verschillende visies
omtrent hoeveel er moet bespaart worden.
Federale beleidsverklaring = state of the union (komt overeen met de september verklaring op Vlaams niveau)
Volgens het rapport van het Monitoringscomité (maken een prognose) is er een gat van 21.2 miljard in 2022. Gat
niet te dichten door blijvende investeringen (wegen, sociale zekerheid, pensioenen)
1. Inleiding
Politiek heeft betrekking op het sturen van een samenleving of op het geheel van afspraken die nodig zijn om
geordend leven in groepen mogelijk te maken.
= het is datgene dat door de staat geregeld mag, kan of moet worden.
De essentie van politiek is dat er geen eensgezindheid is over wat politiek is (in een vrije samenleving).
Van Der Brug & Heemskerk
= besluitvorming, conflict en macht zijn de drie sleutelbegrippen van politiek: ‘politiek gaat over macht en conflicten
rond bindende beslissingen’
1
,2. Wat is politiek? Op zoek naar een omschrijving
2.1. Oorsprong van het begrip
Politiek = alles wat betrekking heeft op de samenleving, op het leven van de burger in die samenleving en het
bestuur ervan.
Twee uitspraken
Aristoteles – de mens is van nature een (sociaal) politiek dier
Harold Laswell – ‘who gets what, when, how’ =macht
2.2. Bevolking op een territorium?
Politiek heeft veelal betrekking op een samenleving die verbonden is aan een territorium.
In dat territorium gelden regels die leden moeten volgen. Deze aanpak is in dominante vorm verminderd doorheen
de laatste eeuw.
Tegenwoordige sterke machten: niet-statelijke actoren - google, apple, …
2.3. Van nachtwaker naar nanny
Afspraken over wat de politiek mag of moet doen variëren tussen het regelen van een beperkt aantal aspecten tot
ingrijpen in alle kleine in die samenleving.
Ze hangen af van de basis van ‘behoeften die de politiek kan/moet regelen’.
De studie van die variatie = classificatie van politieke systemen. Via dit krijgt men inzicht in het ontstaan en
functioneren van politieke vormen.
Minimal vs. Nannystate
- Minimal state weinig inmenging, overheid dient enkel ter bescherming (onderwijs, minimale sociale
zekerheid, eigendom bescherming,..)
Verzorgd ‘verzorgende taken’
- Nanny state land is volledig onder overheidsinvloed
3. Geschiedenis
Over de mens in die samenleving:
- De mens was lid van een geordende gemeenschap en hoorde daar deel aan te nemen = zoön politikon
- Wie niet mee deed = idiotès
Iedereen moest meewerken op zijn manier aan de samenleving, dit volgens Plato.
‘de arbeidsverdeling’ : iedereen ontwikkelt zijn vaardigheden optimaal in het belang van de hele samenleving.
De vrije wil is ondergeschikt aan het staatsbelang.
Aristoteles ging hier op verder
‘zonder ingreep van buitenaf zullen politieke gemeenschappen zich spontaan ontwikkelen’
= het goede leven is enkel mogelijk in de politieke gemeenschap.
Eudemonisme: streven naar geluk, streven naar een ‘goede ziel’.
Het ‘goede leven’= hier kunnen alle menselijke capaciteiten beleefd worden om zo morele deugden te ontwikkelen.
2
, Volgens Aristoteles was de politiek enkel voor vrije mannen en diende ze om, de mensen een echt menselijk leven te
laten lijden en ons te bevrijden van de beperking van ons privé leven. = politiek is een sociale activiteit.
Politiek werd ook gebruikt om bepaalde dingen te verkrijgen/uit te drukken.
1 als uitdrukking van het republikeinse regime
Machiavelli schreef ‘Il Principe’ (= de vorst)
Het gaat over hoe vorsten macht kunnen verkrijgen en hoe te behouden. Hoe hun staat moet bestuurd worden.
2 als techniek voor de instandhouding van de macht
In ‘il principe’ gaat het dus om de techniek van de macht. In de periode van Machiavelli onstaat de staten; afgeleid
van ‘status regis’ = toestand van de vorst. Doorheen de tijd wordt het onpersoonlijker. Politiek wordt negatief
geassocieerd met het beschermen van de staat tegen binnen- en buitenlandse vijanden.
3 als organisatie binnen de staat
Door de Franse revolutie brengt een nieuw begrip van politiek: nieuw, en dynamisch.
Politiek: de manier waarop het gedachtengoed van nieuwe stromingen moet gerealiseerd worden. Velen zijn
betrokken, het gaat om een brede laag van de bevolking.
Politiek: conceptueel of associatief?
Conceptueel = politiek, als techniek om macht te behouden
Associatief = politiek, als een reeks ideeën om een ideale samenleving te realiseren
Algemene conclusie van politiek
zoektocht naar beste staatsvorm om menselijke deugden te realiseren, als handelingen die nodig zijn om macht te
verkrijgen, als het handhaven van de vrede…
4. Indelingen: essentially contested concept?
Politiek heeft geen universele taal (vergelijking met temperatuur, thermometer). De sociale werkelijkheid zit vol taal,
maar de wetenschap heeft geen universele taal om dubbelzinnigheden weg te werken omtrent deze werkelijkheid.
Deze taal, woorden zijn de inzet van discussies.
Gallie spreekt van ‘essentially contested concepts’ eindeloze debatten over de samenleving, politiek dus.
Politiek is een containterbegrip = alles wordt in vraag gesteld.
5. De relativiteit van indelingen: over Schmitt en Easton
Politiek kan worden benaderd via de aspectbenadering en de domeinbenadering: de opdelingen zijn geen doel, maar
een middel om overzicht te verkrijgen.
5.1. Carl Schmitt
Schreef ‘Der Begriff des Politischen’.
Voor hem was politiek de ultieme autoriteit (komt voor de staat).
1 Om tot een begripsbepaling te komen moeten de specifieke politieke categorieën worden bloot gelegd en
geïdentificeerd worden.
3