Een complete samenvatting voor het vak Cross Cultural Communication (CCCN). Cijfer: 7. Bestaande uit de theorie uit het boek, aantekeningen gemaakt tijdens de les en de informatie uit de powerpoints. De theorie is ingedeeld per lesweek. De hoofdstukken zijn gekoppeld aan de lesweken.
Cultuur
- Is altijd van een groep.
- Is aangeleerd.
- Is relatief.
- Geeft betekenis aan de wereld om ons heen, het geeft ons een referentiekader.
Cultuur is altijd van een groep:
- Individuen hebben elk wel een culturele identiteit die uit meerdere subculturen kan bestaan.
- Cultuur heeft altijd betrekking op een groep mensen.
Cultuur: datgene wat de leden van een groep onderscheidt van de leden van andere groepen.
Persoonlijke culturele identiteit hoort altijd bij een groep en is ook altijd van die groep afkomstig.
Subcultuur: culturele groepen
- Studenten, Friezen, voetbalsupporters, hardrockliefhebbers, religie, etniciteit etc.
- Iedereen lid van meerdere subculturen.
Cultuur is aangeleerd door:
- Opvoeding: van 0-7 jaar opvoeding.
- Socialisatie: omgang met anderen.
- Programmering van de hersenen: hoe dien je te denken? Hoe mensen zich uiten, alles wat ze doen,
communiceren en denken, welke mening ze hebben etc.
- Cultuur als het ware het operating system van de hersenen (‘software of de mind’).
Cultuur is relatief:
- Hangt samen met de relatieve positie die je ten opzichte van de groep inneemt.
o Afhankelijk van de rol en de positie die iemand inneemt (bv. student, maar ook leraar op de hockey).
= verandering van de culturele dynamiek.
- Cultuur wordt pas duidelijk als je in contact komt met een andere cultuur.
Cultuur geeft betekenis aan de wereld om ons heen:
- Cultuur is de verzameling afspraken die stilzwijgend wordt gemaakt over hoe mensen hun wereld zien. Jouw
geprogrammeerde hersenen vertellen je in een fractie van een seconde wat iets betekent.
- Cultuur maakt onze wereld comfortabel, cultuur is een comfortzone.
- Waarden: iets wat een persoon of samenleving nastrevenswaardig vindt en als waardevol ervaart. Geeft aan
wat men wenselijk en normaal vindt. Zijn basisaannames waarop culturen gebaseerd zijn en slechts heel
langzaam veranderen. Bv. properheid, veiligheid, gezondheid, niet snijden in gezond vlees etc.
- Normen: manier van doen die volgens algemene opvattingen geldt als normaal. Een concreet vastgestelde
waarde. Grenzen aan de waarden. Bv. niet zomaar al je vuilnis op straat gooien, maximaal 50 km per uur,
veel groente en fruit eten, plastische chirurgie alleen voor medisch noodzakelijke gevallen etc.
Context veranderd de betekenis
- Wereld om ons heen krijg betekenis door onze cultuur. Deze betekenissen kunnen veranderen als de
omgeving, de context, veranderd.
- Bv. betekenis cavia in Nederland en cavia in Peru.
Cultuur is een comfortzone
- Wereld om ons heen krijgt betekenis door onze cultuur. Het geeft ons een gevoel van zekerheid.
- Cultuur is een bril waardoor je naar de wereld kijkt.
- Cultuur maakt dat je weet wat ‘normaal’ is. Je voelt je comfortabel bij mensen die ook ‘normaal’ doen.
- Je merkt dat je te maken hebt met een andere cultuur als je je ongemakkelijk begint te voelen. Je bent dan
buiten je comfortzone.
- Normaal: de waarden van een bepaalde cultuur.
Referentiekader: verzameling van informatie over wat de dingen in de wereld om je heen betekenen.
Interculturele communicatie: communicatie tussen verschillende landen.
,Samenvatting CCCN – Lesweek 2
Verklaring voor ontstaan van culturen en waar mensen vandaan komen:
- Sprookjes, sagen mythen en religieuze verhalen. Bv. Toren van Babel & Adam en Eva.
- Wetenschappelijk bewezen: culturen zijn ontstaan, omdat de eerste groepen mensen universele dilemma’s
moesten oplossen en kwamen tot verschillende oplossingen.
Universele dilemma’s: problemen die er nu ook nog zijn en elke groep mensen, elke generatie moet met
deze problemen leren omgaan.
o Hoe gaan we om met tijd?
o Hoe gaan we om met man-vrouw verschillen?
o Hoe gaan we om met leiderschap?
o Hoe gaan we om met de natuur? Etc.
Basisaanname: Overtuigingen over hoe de wereld hoort te zijn. Oplossing van een universeel dilemma.
- Andere culturen hebben andere aannames gemaakt.
- Elke groep mensen gelooft dat hun keuze de beste keuze is. De andere keuzes zijn slechte keuzes.
- Basisaannames zijn niet zichtbaar, maar impliciet, geprogrammeerd door je ouders en je omgeving.
= Mentale programmering
Mentale programmering
Cultuur is het besturingssysteem, de culturele software van elk mens, zonder dat kunnen we niet functioneren.
Van te voren uitgelegd en aangeleerd
Mensen uit andere landen hebben andere besturingssystemen.
Verschillende besturingssystemen moeite om met elkaar te communiceren.
Culturele software voor de hersenen.
Culturele identiteit is voor hem een vorm van mentale programmering. In ieders manier van denken, doen en
voelen kan men patronen ontdekken die tijdens zijn of haar leven zijn aangeleerd.
Hofstede’s universele dilemma’s
1. Hiërarchie: hoe om te gaan met het probleem dat mensen ongelijk zijn. Hoe gaan we als groep om met het
verschil in macht?
2. Identiteit: komen individualistische of collectivistisch samenlevingen uit voort. Waar identificeert een individu
zich mee? Zie je jezelf als een deel van een groep of als een individu?
3. Rol van man en vrouw: welke rol en welk gedrag hoort bij mannen en vrouwen? Hoe dienen mannen en
vrouwen zicht te gedragen?
4. Onzekerheidsvermijding: alles wat anders is, is gevaarlijk. Het leven is onzeker. Hoe om te gaan met deze
spanning en onzekerheid? In welke mate accepteert een cultuur onzekerheid?
5. Goed leven: wat is een goed en deugdelijk leven? Wat is een ethisch verantwoord leven? Hoe geef je dat
vorm? Kijk je naar het verleden (tradities) of richt je je blik op de toekomst (jezelf en de wereld verbeteren)?
6. Genieten: in hoeverre mag je genieten van het leven? Feesten en plezier maken of sober leven volgens
strikte sociale normen?
Richard Lewis 3 cultuurtypen (op basis van onderstaande basisaannames).
- Taakgerichtheid: basisaanname: de cultuur vindt het uitvoeren van taken het belangrijkst.
- Relatie: basisaanname: de cultuur vindt de onderlinge relatie het belangrijkst.
- Respect: basisaanname: de cultuur vindt respectvol omgaan met elkaar het belangrijkst.
Ui-model: van basisaanname naar cultuur
Cultuur is opgebouwd als een ui, met verschillende lagen op elkaar.
- Basisaanname als kern (impliciet, onzichtbaar).
- Middelste laag: een laag waarden, overtuigingen en bijbehorende normen afkomstig van de basisaannames
(impliciet, onzichtbaar).
- Buitenste laag: symbolen, culturele producten, rituelen en tradities en cultureel gedrag (expliciet en zichtbaar).
Manier van redeneren om via de tastbare en zichtbare buitenkant van een cultuur de onderliggende expliciete
waarden te vinden.
, Samenvatting CCCN – Lesweek 3
3 niveaus van mentale programmering van gedrag en denken:
1. Universeel gedrag: alle mensen vertonen dit gedrag aangeboren/instinctief.
a. Wegrennen voor gevaar, honger hebben, eten.
2. Cultureel gedrag: een groep mensen vertoont dit gedrag aangeleerd en geprogrammeerd.
a. Soort gerechten wat je eet, manier waarop je eet.
3. Individueel gedrag: elk individu vertoont dit gedrag aangeboren, geleerd en eigen keuzen.
a. Alleen eten omdat je dit prettig vindt.
Culturele identiteit: omvat onze waarden, normen, overtuigingen en de manier waarop we dat uiten in tastbare
zaken zoals kleding, gedrag, tradities en rituelen.
- Gekregen van de groep waarin we opgroeien en leven.
- Opgebouwd uit verschillende subculturen. Ieder mens dus multicultureel.
- Ui-model om iemands persoonlijke culturele identiteit te beschrijven.
Subcultuur
- Wanneer iemand er zich (gedeeltelijk) mee identificeert.
- Wanneer iemand er loyaal aan is.
- Wanneer iemand de verborgen waarden van deze cultuur onderschrijft en gedeeltelijk heeft overgenomen.
- Bv. land, regio, religie, etniciteit, geslacht, generatie, sociale klasse, werk, muziekkeuze etc.
Uit zich vaak in tastbare zaken (bv. voetbalclubsupporters).
Landculturen: de culturele identiteit van landen.
Binnen een land kunnen echter grote culturele verschillen zijn:
- Verschillende talen (bv. Canada).
- Verschillende oude, originele culturen in een land (bv. Zuid-Afrika, Joegoslavië).
Hofstede 6 culturele dimensies om landenculturen in te delen
1. Machtsafstand 4. Onzekerheidsvermijding
2. Collectivisme tegenover individualisme 5. Lange- of kortetermijngerichtheid
3. Feminiteit tegenover masculiniteit 6. Hedonisme tegenover soberheid.
3 categorieën in het model:
1. Linear-Active mensen: zijn taakgeoriënteerde en georganiseerde
planners. Zij kunnen vaak koel overkomen en houden van feiten. Te
vinden in Noord-Europa, VS, Australië en andere landen met een
Duits/Engelse achtergrond.
2. Multi-Active mensen: zijn te herkennen aan hun warme, emotionele
houding. Ze zijn minder op feiten gericht en meer op de relatie met
andere mensen. Te vinden in Zuid-Amerika, Afrika, het Midden-
Oosten en Zuid-Europa.
3. Reactive mensen: zijn te herkennen aan hun respectvolle en
introverte houding. Ze zijn vooral gericht op het voorkomen van
confrontaties. Te vinden in Azië.
Stereotypering: toeschrijven van de kenmerken van één persoon aan een hele groep.
Gevaar hiervan is:
- Culturele kenmerken van een groep worden op een persoon geprojecteerd.
- Je ziet alles door jouw culturele bril en dat kan een valkuil zijn.
Dit kan leiden tot vooroordelen, oftewel doorgeslagen stereotyperingen:
- Beelden die niet op waarheid berusten.
- Zijn ongetoetst.
- Zijn bedoeld om een groep negatief af te zetten ten opzichte van een andere groep.
Voordelen van stereotypering:
- Helpen ons een beeld te vormen.
- Stereotypen brengen orde in de chaos, maakt de werkelijkheid minder complex.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evabarnouw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.