Deze samenvatting is mooi opgebouwd, het is met de titels onderverdeeld en bevat alle lessen. De structuur is goed opgebouwd , alle definities zijn aangegeven in fluoblauw. De actualiteit is terug te vinden in de kadertjes per lesweek.
1. DE BEGINSELEN VAN BELGISCHE STAATSINRICHTING
1.1. Het ontstaan van België
1815: Congres van Wenen: België, Nederland en Luxemburg vormen 1 staat =
het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
1815 – 1830: België behoorde tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
1830: Koning Willem I (der Nederlanden) komt aan het hoofd
De tegenstelling tussen vlaams en waals:
- Willem was protestants en de Belgen waren katholiek en liberaal
- Katholieken niet blij wegens inmenging in kerkelijke
aangelegenheden
- Liberale protesteerden wegens vrijheden (bv taalvrijheid)
- Willem I is nederlandstalig, voertaal toen in onze streek was frans (gebied
wat later belgië werd)
- katholieken en liberalen (franstalige ondernemers) leefden daar en dan
kwam willem I als nederlandse leider, dat was ook de reden dat de
belangrijkste mensen tegen willem I waren omdat hij de officiële taal
Nederlands had gemaakt
1830: Er kwam een einde aan de nederlandse overheersing, belgen kwamen
duidelijk in opstand tegen Willem I = de Belgische Omwenteling
(toneelstuk de stomme portici: gaat over een verzetsstrijd van de inwoners van
napels tov spanjaarden) niet belangrijk maar de katholieken en liberale
herkennen zich daar in dit wordt dan de aanleiding om belgië onafhankelijk van
koninkrijk der nederlanden verklaard
4 oktober 1830: België scheidt zich af = onafhankelijkheid van belgië
- voorlopige regering = voorlopig bewind (de revolutionaire) heeft in 1830
de onafhankelijkheid van belgië uitgesproken
- revolutionairen organiseerden het Nationaal Congres (= voorloper
huidig parlement, toen vooral mannen) om wetten op te stellen
- Het Nationaal Congres kreeg de opdracht om de Grondwet (= regels die
bepalen hoe ons land eruitziet) te schrijven, deze kwam op 7 februari 1831
tot stand
(die mannen maakte de grondwet handgeschreven ligt nog steeds in parlement
1
,staat in hoe dat belgië er ging uitzien) → grondwet is ondertussen al aangepast
maar ook dingen staan er nog in zoals monarchie
Leopold I: Op 21 juli 1831 legde de eerste koning van België, Leopold van Saksen-
Coburg-Gotha, de grondwettelijke eed af
* 3 talen nederlands, frans en duits → ligt mee aan de grond van de verdeeldheid
tussen vlaanderen en wallonië
* Op dit moment na de verkiezingen waren N VA (vlm) en PS (wal) de grootste
partijen
1.2. België is een grondwettelijke monarchie
1.2.1 De Grondwet als juridische grondslag van het belgische staatsbestel (7
februari 1831)
- recht van vrije meningsuiting
- begin van religie
- recht op onderwijs
- verbod op discriminatie = gelijkheidsbeginsel
Door twintigers → kijk site vrt in prezi
Grondwet gemaakt door nationaal congres:
- legt de hoofdlijnen van onze staatsstructuur vast
- scheiding der machten vast: wetgevende , uitvoerende en
rechterlijke macht
- rechten en plichten Belgen : recht op onderwijs , …
- afdwingbaar
- de Grondwet is bindend, men moet de wetten naleven (=dwingend)
- iedereen moet het verplicht volgen als het niet wordt gevolgd dan
kan deze worden afgedwongen (rechterlijk college kan een sanctie
geven)
- bv er wordt een wet aangenomen die in strijd gaat met de
grondwet → grondwettelijk hof kan dat dan verbieden als de
grondwet niet wordt nageleefd
- hoven en rechtbanken gaat de afdwingbaarheid voorzien
- strenge procedureregels
- de grondwet is niet onwijzigbaar (niet hetzelfde als in 1830)
- wel strenge procedureregels voor aanpassing grondwet
- 1. aanwezig zijn
- 2. ja-stemmen
- Gewone wet te wijzigen : gewone meerderheid = meer dan de
helft
- Grondwet te wijzigen: bijzondere meerderheid = ⅔ moet ja
stemmen
2
,Bij het opstellen van de Grondwet was België een unitaire staat, maar sinds 1970
is België omgevormd tot een federale staat
* unitaire staat = een staat waar de macht uitsluitend bij de centrale overheid
ligt
* federale staat = een staat die bestaat uit verschillende deelstaten met elk hun
eigen bevoegdheidsniveaus
1.2.2 België is een monarchie
→ staat in grondwet met naam van Leopold I
Monarchie ⇔ Republiek : republiek wordt (democratisch verkozen) gekozen en
bij monarchie wordt niet gekozen maar is op basis van erfelijkheid
- Monarchie = een regeringsvorm waarbij de macht bij één persoon berust. Ons
staatshoofd is de koning. De koning wordt bepaald op basis van erfelijkheid.
+: stabiliteit, standvastigheid en voorspelbaarheid
- Republiek = een regeringsvorm waarbij het staatshoofd niet door erfopvolging
wordt aangewezen, maar op een of andere manier wordt verkozen (vb.
Frankrijk)
- Sinds 1991 kunnen vrouwen pas ons land leiden
- Onze eerste koning was Leopold “van Saksen Coburg" I (in grondwet), had
de Duitse nationaliteit en was getrouwd met een Franse kroonprinses.
- Vroeger had iedereen de achternaam van België klein artikeltje , de rest
van Saksen Coburg.
- Gedurende Filip koning was wou Delfine hem al aanklagen maar dat ging
niet wanneer hij koning was want onschendbaarheid van de koning
- Elizabeth enkel achternaam van belgië omdat zij de opvolger van filip zal
zijn
Het persoonlijke en grondwettelijke statuut van de Koning
- Erfelijkheid: Boudewijn → (broer) Albert II → (zoon) Filip Art. 85 Gw.
- Onschendbaarheid en onverantwoordelijkheid Art. 88 Gw.
- bv albert kon niet gevraagd worden voor een dna test (situatie
delfine)
1. Strafrechtelijk vlak : niet aangegeven, vervolgd of veroordeeld
worden (enkel tijdens koning zijn, nadien wel)
2. Burgerrechtelijk vlak: de koning kan niet gedagvaard worden voor
een burgerlijke rechtbank
Wat is dagvaarding? Dan moet je voor de rechtbank
verschijnen : zowel in privaatrecht als publiek recht : niet
betalen of voor iets
3
, Voorziening vr moest de koning gedagvaard worden →
Intendant : houder van de civiele lijst : rekening bijgehouden
van belastinggeld (soort rekening) dus als de koning
gedagvaard wordt zal de intendant dat betalen met dat
belastinggeld
3. politiek vlak: omdat de koning zowel deel uitmaakt van WM en UM
maar hij kan politiek niet ter verantwoording worden geroepen
(minister wel)
- laatste minister die ter verantwoording werd geroepen van
quickenborne → plasincident
- Onbekwaam om alleen te handelen Art. 106 Gw.
- Geen akte van de koning kan gevolg hebben, wanneer zij niet
medeondertekend is door een minister.
- Hij heeft zijn ministers nodig , de handtekening zal onder de
wetten staan maar nooit alleen.
- tegentekening van ministers = contraseign
- Geen persoonlijke macht, maar wel politieke invloed
- staatsbezoeken bv (koning vertegenwoordigd ons land)
- koning moet eig neutraal blijven maar met een kersttoespraak had
elio di rupo dr wel een voorkeur geschreven
*colloque singulier = De zwijgplicht die van kracht is nadat men door de koning
is ontvangen. De koning is politiek neutraal, maar bij bezoek aan de koning is er
discretieplicht over alles wat gezegd wordt. (buitengewoon overleg/ bij koning
op audience gaan)
- bv bij samenstelling nieuwe regering want de mensen die op bezoek
komen hebben een zwijgplicht/ discretieplicht
*intendant = de intendant staat in voor de leiding over en het beheer van de
materiële en financiële middelen van de koning. De intendant wordt
aangesproken moest de koning gedagvaard worden. (Delphine Boël kon Albert
pas dagvaardigen wanneer Filip koning werd)
*Tegentekening/contraseign = De medeondertekening door een minister van
wetten en koninklijke besluiten. Doordat naast het Staatshoofd een minister
medeondertekent, blijkt dat niet het Staatshoofd maar de minister
verantwoordelijk is (= ministeriële verantwoordelijkheid)
*civiele lijst = Deze lijst omvat alle middelen die de Natie ter beschikking stelt
van het Staatshoofd om hem in staat te stellen de Koninklijke functie in al haar
aspecten en met gepaste waardigheid uit te oefenen (=deel van de belastingen)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ankedeleye04. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.