Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting inleiding tot de wijsbegeerte (bachelor psychologie) €7,66   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting inleiding tot de wijsbegeerte (bachelor psychologie)

 11 vues  0 fois vendu

Alles wat in het academiejaar is behandeld staat erin. Ik heb met deze samenvatting een 16/20 gehaald dus ik hoop dat het jullie kan helpen.

Aperçu 4 sur 44  pages

  • Oui
  • 12 août 2024
  • 44
  • 2023/2024
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (17)
avatar-seller
sofienelen
Denken over denken: wijsbegeerte voor psychologen


Hoofdstuk 1: wat is filosofie?



 Filosofie moet: onzekerheid & onwetendheid verdragen , de mens leren te leven zonder zekerheid zonder
zich te laten verlammen door gebrek aan zekerheid
- Ook: wetenschapsfilosofie kan helpen bij het verhelderen van concepten (bv massa, ziekte,… wat zijn
deze dingen?)
 Ambrose Bierce: definitie filosofie
Filosofie= een stelsel van vele wegen die van nergens naar iets leiden
 Filosofie: onmogelijke vragen- bv. Wat is filosofie?
 Lijst van kenmerken opstellen die bij alle filosofen voorkomen & enkel filosofen en hun opvattingen is
moeilijk – essentie van filosofie bestaat niet
 Onwetendheid is pijnlijk, het zorgt ervoor dat mensen zich buitengesloten voelen => daarom vinden mensen
filosofen vaak niet leuk, kinderen zijn zoals psychologen en stellen ook veel vragen
 Wat is filosofie? – dubbele vraag
- Positieve definitie : filosofie heeft bepaalde eigenschappen
- Negatieve definitie: filosofie verschilt van andere kennisdomeinen
- Dubbele doelstelling
 Filosofie valt niet strikt te definiëren , we kunnen het niet op een essentialistische manier begrijpen

1. Drie kenmerken: attitude, methodologie, domein

 In etymologie: filosofie is liefde voor wijsheid of een verlangen om te Veel definities van filosofie, die veel van
elkaar verschillen
 Nigel Warburton: “philosophy is an unusual subject that its practioners don’t agree what its about”
 Aristoteles: alle mensen (niet enkel filosofen) verlangen naar wijsheid
 In de volksmond: filosoof legt een levenswijsheid aan de dag die niet enkel voor filosofen geldt – iedereen
kan levenswijs zijn
 Filosofen: kritische denkers- trekken alles in twijfel – ATTITUDE
- Ook dingen die algemeen aanvaard werden in twijfel trekken
- Autoriteit van personen in twijfel trekken
- Autoriteit van eigen vermogens in twijfel trekken – Descartes zag dat ons gezichtsvermogen ons vaak
bedriegt (optische illusies)
o Onze zintuigen kunnen ons bedriegen => we halen onze kennis uit onze zintuigen => is onze
kennis dan ook onbetrouwbaar?
- Dingen kunnen ook anders zijn dan hoe wij ze ervaren
- We hoeven ons niet neer te leggen bij de status quo
- Maar: geen unieke attitude, ook andere kennisdomeinen denken kritisch na
 Kunnen we filosofen onderscheiden van anderen dordat ze kritisch zijn?
- Nee => dit is aantoonbaar onjuist (ook wetenschappers zijn bv kritisch)
 Filosofen en wetenschappers lijken vaak op elkaar (gemeenschappelijke attitudes)
- Kritisch en ruimdenkend
- Enkel beroep doen op rationele argumenten en overwegingen
- Niet laten misleiden door schijnbaar vanzelfsprekende overwegingen
 Fysicus Richard Feynman: wat is wetenschap?


1

Wijsbegeerte voor psychologen

, - “een van de kwaliteiten van wetenschap is dat ze ons de waarde van rationeel denken bijbrengt, en het
belang van vrijheid van denken, ze leert ons dat het loont om t twijfelen aan de waarheid van wat ons
wordt verteld”
- Waarin verschillen wetenschap en filosofie dan?
 Andere manier van filosofie onderscheiden van aangrenzende kennisdomeinen: methode die ze gebruikt
- Geen laboratoriumwerk => nog steeds veel andere domeinen die dit ook niet doen
- Zowel filosofie als wetenschap gebruiken veel methoden, en geen enkele uniek voor filosofie
o Intuitie: verschillende betekenissen
 17e eeuwse & 18e eeuwse filosofen: kennis die op een onmiddelijke manier wordt
verkregen – Descartes onderscheidt heldere en welonderscheiden ideeën (geen redelijk
mens betwijfelt die)
 20ste eeuw: negatievere betekenis, spontane overtuigingen in onze geest over bepaalde
onderwerpen (common sense) – moeilijk te veranderen of op te geven zelfs door
bewijsmateriaal
 Filosofen die enkel intuitie gebruiken en geen empirisch onderzoek => fauteuilfilosofen
=> toch belang van intuitie maar er voorzichtiger mee zijn – intuities zijn variabel:
 Verschillen tussen groepen
 Verschillen tussen personen
 Verschillen binnen personen: verschillende tijdstippen, contexten,…
 Intuities zijn geen unieke filosofische methode (ook wetenschappers toetsen hun
intuities)
o Conceptuele analyse
 Luciano Floridi : filosofie als conceptual engineering – ontrafelen en verbeteren van
concepten die we soms te gamekklijk gebruiken
 Bv in filosofie van de psychiatrie: wat bedoelen we als we iemand ziek verklaren
– biologisch probleem? Statistisch uitzonderlijke toestand? Invloed van sociale
oordelen?
 Niet door alle filosofen gebruikt & niet enkel door filosofen => het zit in de kern van alle
wetenschappen, ook de filosofie => filosofie en wetenschap hier niet mee onderscheiden
 Analyse van de concepten (wat bedoelen we met een ziekte,…)
o Gedachte-experiment
 Instrument met de verbeelding – nieuwe informatie krijgen zonder empirische data te
gebruiken
 Speelt zich af in de menselijke geest, de eigen gedachten
 Probleem verhelderen door te visualiseren, dat is de eerste stap
 Financiele, technologische en morele problemen omzeilen die er wel zouden zijn bij
echte-wereld experimenten, hier moet je geen rekening mee houden
 Vaak worden gedachte experimenten gestuurd => lijken ontworpen om een intuïtie te
verantwoorden, je moet je gelijk niet willen bewijzen maar een zo goed mogelijke
theorie zoeken
 Bv. Gedachte experiment van hersenen-in-een-vat (epistemologisch gedachte
experiment)
 Ondersteunt de sceptische positie tegenover kennis
 Onze hersenen bevinden zich op een andere planeet waar een wetenschapper
ons brein signalen geeft door middel van een computer
 We kunnen niet nagaan of indrukken echt zijn & we weten dus ook niet of wij
hersenen in een vat zijn
 Zekerheid van al onze overtuigingen zijn dan onzeker
 We kunnen het niet uitsluiten
 Niet enkel in de filosofie, ook in andere wetenschappen
 Kat paradox (fysicus Erwin Schrödinger )
 Lift experiment (Einstein)

2

Wijsbegeerte voor psychologen

,  Benadrukt wel eigenheid van de filosofie: houdt zich bezig met kwesties die zo
fundamenteel zijn dat ze moeilijk klassiek wetenschappelijk bestudeerd kunnen worden
 Wetenschap is geen louter empirische activiteit & filosofie geen fauteuilwerk
o Berkeley: idealist – er is alleen maar geest en voor de rest bestaat er niks, god maakt ons wijs dat
wij denken dat alles er wel is, god laat ons denken dat er een materiële werkelijkheid is
 Nieuwe filosofische discipline: experimentele filosofie
- Empirisch wetenschappelijke methoden kunnen bijdragen aan oplossingen voor traditionele filosofische
problemen
- Bv. Crossculturele verschillen in intuities over morele dilemma’s
o Ethische intuities komen vaak uit westerse landen => andere culturen delen westerse intuities
 Filosofie van andere domeinen onderscheiden obv aard van de vragen en problemen waar ze zich mee bezig
houden
- Onbeantwoordbare vragen (“bestaat god?”)
- Niet alle onbeantwoordbare vragen zijn filosofische vragen
- Abstract & eigenaardig
- Vragen die we ons in het dagelijks leven niet hoeven te stellen
- Thomas Nagel: “we zouden niet ver komen in het leven als we de ideeën tijd, getal, kennis, taal, goed en
slecht niet meestal als vanzelfsprekend beschouwden, maar in de filosofie onderzoeken we die dingen
zelf”
- Bestaat tijd ook afzonderlijk van ons?
- Hiermee filosofie onderscheiden? Ja en neen
o Sommige wetenschappers wagen zich aan de meest fundamentele vragen in hun discipline
o Veel wetenschappers vinden filosofische vragen futiel, verwarrend & bedreigend
- Feynman: gedicht over een duizendpoot die in de gracht terechtkomt nadat een pad zijn automatismen
in vraag had gesteld (hoe zijn poten werken) => vragen naar fundamenten kan gevaarlijk zijn
o Wet van Humphrey: bewuste reflectie over een geautomatiseerde taak belemmert de uitvoering
ervan
o Hij was bang dat hij niet langer in staat zou zijn wetenschappelijk onderzoek te verrichten =>
afkeer voor filosofie
o Filosofen zouden de vraag ‘wat is wetenschap’ wel kunnen beantwoorden
 Filosofen hebben een liefde voor moeilijke & onbeantwoordbare vragen
- Volgens sommigen hierdoor geen vooruitgang in de filosofie
- Filosofie lijkt dan meer op kunst dan op wetenschap- niet cumulatief – er wordt niets opgebouwd
- Goede verklaring voor afkeer van wetenschappers voor filosofie => kan onderuitgehaald worden
o In wetenschappen bestaat er ook geen echte vooruitgang (onze intuitie zegt van wel)
 Thomas Kuhn : wetenschappelijke paradigma’s volgen elkaar op zonder op elkaar verder
te bouwen => paradigma’s zijn incommensurabel (ondering onmeetbaar, geen gemene
maat hebbend)
 Paradigma’s kunnen we niet met elkaar vergelijken omdat ze weinig of niets
gemeenschappelijk hebben
 Theorieën kunnen we vergelijken door deugden zoals eenvoud en verklaringskracht,
paradigma’s niet
 Bv. Massa is verschillend bij Newton & bij Einstein => die vergelijken zou een
dovemansgesprek zijn
o In filosofie wel sprake van vooruitgang
 Uit filosofie veel wetenschappen ontstaan, waaronder de psychologie (Leuven)
 Eerste psychologen werkten aan het hoger instituut voor wijsbegeerte, met eigen labo
daar
 Newton omschreef zichzelf ook als filosoof (hoofdwerk: philosophiae Naturalis Principia
Mathematica)
 Filosofische vragen werden wel beantwoord, maar een nieuwe wetenschap ging met de
eer lopen

3

Wijsbegeerte voor psychologen

, 2. Vier deeldomeinen (metafysica, logica, epistemologie, moraalfilosofie)

 Metafysica en epistemologie = wetenschapsfilosofie
 Vraag ‘wat is filosofie?’ op een andere manier beantwoorden adhv de vier deeldomeinen
 Is iets filosofisch? Gewoon kijken of het bestudeert wordt in een van de vier deeldomeinen => geen goede
manier, we verschuiven de vraag dan naar het niveau van het deeldomein
 Metafysica
= wetenschap die de aard en structuur van de wereld bestudeert
- 1 van de werken van aristoteles heeft als titel “Metafysica” => hoe moeten we dit begrijpen?
o Chronologische manier (geschreven na het boek over fysica)
o Structurele manier: problemen die voorbij, achter of onder de fysica liggen
- Wat het betekent om te bestaan (wat is bestaan?)
- Bv. Zou tijd ook bestaan zonder ons? Verhouding tussen lichaam en geest,…
- Zijn wij meer dan onze hersenen?
o Materialisten (fysicalisten): we zijn niet meer dan onze hersenen, onze mentale toestanden zijn
opgebouwd uit geestesspul
o Dualisten: mentale toestanden zijn opgebouwd uit geestesspul – wat is geestesspul?
- Debat van wilsvrijheid = metafysisch debat
o Bestaat vrije wil?
o Gaan er vanuit van wel => mensen vaak verantwoordelijk achten voor wat ze doen
(keuzevrijheid)
o Vrije wil: keuzevrijheid (we hadden ook iets anders kunnen doen) & broncontrole (degene die de
beslissing neemt om iets te doen, die is de bron van die beslissing, de persoon begint de
beslissing)
o Zonder wilsvrijheid geen morele verantwoordelijkheid
o Sommige wetenschappers: vrije wil bestaat niet
 Als we aannemen dat:
 Wij onze hersenen zijn en ermee samenvallen
 Onze hersenen uit fysisch spul bestaan
 Dat fysisch spul onderworpen is aan de deterministische wetten van de fysica
 Dan kan er geen vrije wil bestaan
o Wat is determinisme? => alle gebeurtenissen en standen van zaken worden veroorzaakt door
voorafgaande gebeurtenissen en standen van zaken – verschillende types oorzaken
 Probabilistische oorzaken (bv genen- bepaald gen maakt de vorming van een bepaalde
eigenschap waarschijnlijker) => geen deterministische oorzaak (ze garanderen geen
bepaald resultaat)
o Als vrije wil niet bestaat => rechtssysteem herbekijken (mensen niet verantwoordelijk voor wat
ze doen)
o Sommigen zeggen dat het determinisme van de fysica de mogelijkheid van wilsvrijheid niet
uitsluit / dat niet alle fysische theorien deterministische theorieën zijn
- Vaak moeilijk te omschrijven wat iets een metafysisch onderwerp maakt omdat die kenmerken niet
vastliggen
 Logica
- Logica legt uit wat het betekent om deuglijk te redeneren en te argumenteren
- Belangrijk onderdeel van het kritisch denken
- Weerleggen van drogredenen – bv slippery slope
o Als we A doen, zal vroeg of laat B volgen & B is onwenselijk , dus: we mogen A niet doen
o Vaak gebruikt bij ethische discussies zoals euthanasie & homohuwelijk
 Epistemologie of kernleer
- Aard, structuur & mogelijkheden van onze kennis
- Wat is kennis & hoe we weten wat we denken te weten

4

Wijsbegeerte voor psychologen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sofienelen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,66
  • (0)
  Ajouter