GERIATRIE – INLEIDENDE
BEGRIPPEN
De gezonde oudere en de verpleegkundige
Gerontologische verpleegkunde
Biologische gerontologie
= scenescing (= normaal lichamelijk verouderen): wat maakt dat we biologisch
verouderen?
Centrale vragen
o Hoe verandert ons lichaam?
o Wat kunnen we eraan doen?
Kennis over het normale verouderingsproces is essentieel.
o Om een onderscheid te maken tussen normale en pathologische
verouderingsverschijnselen.
o Om een oudere chirurgische patiënt te kunnen observeren.
o Om in te zetten op preventie.
o Om cascade te voorkomen.
Stellingen
Met het ouder worden vermindert het aandeel van water in het
lichaamsgewicht = juist
o Het heeft farmacokinetische gevolgen: de dosering van medicatie is
uitgerekend naar volwassenen. Als je de dosis van medicatie die
water ophoudt niet verandert, dan gaan er complicaties ontstaan.
Ijzer is een zinvol supplement voor gezonde ouderen
o Fout: in het normale verouderingsproces zijn er geen veranderingen
in het spijsverteringsstelsel
o Ijzer wordt nog voldoende opgenomen uit voeding, tenzij bij
bloedverlies of afwijkingen in het beenmerg. Vitamine D, B12,
Calcium, koper en zink worden minder opgenomen.
Constipatie is een normaal verouderingsproces
o Fout: constipatie is toe te schrijven aan eetgewoonten, inactiviteit of
ziekte.
o De kans op constipatie wordt verhoogd bij gebruik van
anticholinergica, onvoldoende vochtinname, onvoldoende
gastrocolische reflex (= drang tot defeceren na de maaltijd).
Eens de 55 jaar voorbij is, heeft het geen zin meer om te stoppen met
roken = fout
o Voordelen van stoppen: verminderd kans op overlijden aan
hartziekten, COPD, osteoporose, vlugger herstel van tabak
gerelateerde ziekten.
Bloedarmoede is een normaal verouderingsverschijnsel
, o Fout: hoeveelheid beenmerg neemt wel af, maar veroudering heeft
geen effect op hematopoëse.
o Het kan een aanwijzing zijn voor andere pathologieën zoals
maligniteit, nierfalen, bloedverlies, bijwerking van medicatie enz.
Overzicht van normale lichamelijke verouderingsverschijnselen
Systeem Fysieke verandering
Bewegingsstel Belangrijke veranderingen: vermindering van
sel skeletmassa, verlies van spiermassa en osteoporose
Aandachtspunt: vertraagde functioneel herstel na een
operatie.
Zintuigen Belangrijke veranderingen: droge ogen, minder
smaakpapillen, presbyacussis (= progressief gehoorverlies
voor hoge frequenties).
Aandachtspunt: afnemende waarneming van nociceptie.
Integumentair Belangrijke veranderingen: de huid wordt dunner, droger
systeem en minder elastisch.
Aandachtspunt: vertraagde wondheling, verhoogd risico
op huidbeschadiging.
Zenuwstelsel Belangrijke veranderingen: minder bloedtoevoer naar
hersenen, hypothermie, minder spinale zenuwen.
Respiratoir Belangrijke veranderingen: minder longfunctie,
stelsel verminderde activiteit van trilharen, afname van
hoestreflex.
Aandachtspunt: risico op respiratoir falen door sederende
middelen.
Verteringsstels Belangrijke veranderingen: verminderde beenvorming in
el kaken, afgenomen tandvlees, minder slokdarmcontracties.
Aandachtspunt: risico op dysfagie (= slikproblemen).
Hematologisch Belangrijke veranderingen: minder actief beenmerg
e en Aandachtspunt: risico op postoperatieve infectie.
immuunstelsel
Uitscheidingsst Belangrijke veranderingen: afname GFR, minder
elsel bloedstroming in nier
Aandachtspunt: eliminatie van bepaalde medicaties door
verminderde nierfunctie.
Cardiovasculair Belangrijke veranderingen: stugge arteriën, verminderde
stelsel hartspiercellen, stugge ventrikels.
Oudere zorgvragers en de geriatrische patiënt
Diversiteit onder oudere zorgvragers
De vitale zorgvrager
o Ouderen die ondanks hun leeftijd geen specifieke geriatrische zorg
nodig hebben.
De pregeriatrische zorgvrager