Kerninzichten: Hoofdstuk 1, 2 en 12
Onderbouw: Hoofdstuk 1, 2, 5, 8, 9, 3.5 en 4.2
+ eigenvaardigheid uit de les Romeinse cijfers en Binair getallensysteem
1. Teller en getallen
Synchroon tellen
Eén voorwerp aanwijzen en één telwoord noemen. Kinderen die aan het tellen zijn, kun je goed
observeren over hoe ver ze al zijn. Het ritme van tellen vinden kinderen vaak leuk. Een kind moet
eerst synchroon kunnen tellen voordat hij resultatief kan tellen. Fouten die voorkomen bij synchroon
tellen: overslaan, dubbel tellen, niet aanraken, telrijen nog niet kennen. Het moet een betekenis
hebben voor de kinderen, ze moeten weten wat ze doen anders is het zinloos.
Resultatief tellen
Tellen van een aantal objecten, die een hoeveelheid aangeven. Het laatst genoemde woord geeft de
hoeveelheid aan, van een hele verzameling. De leerkracht kan vragen stellen waardoor kinderen
bewust worden van resultatief tellen.
- Globale perceptie: een kind herkent het getal zes van de dobbelsteen.
- Ordeningsfunctie/ordinale: het geeft een volgorde aan, bladzijde 5.
- Hoeveelheidsfunctie/kardinale: het getal slaat op bijvoorbeeld 25 kinderen.
- Meetgetallen: getallen met een maat erachter, 5 meter en 2 jaar.
- Naamgetallen: getallen die een naam aangeven, bus 15.
- Rekengetallen: 5 + 3 = 8
Representeren
De hoeveelheid presenteren met behulp van materialen, schema’s etc. Voor volwassenen is een
getal een cijfersymbool, kinderen moeten dat nog leren, ze geven hoeveelheden aan door te
representeren of uitbeelden. Een getallenlijn is om kinderen te ondersteunen bij optellen en
aftrekken. De getallen herkennen de kinderen vaak al.
- Cijfersymbolen = getallen uitbeelden met vingers, stippen, strepen of dobbelsteenpatroon.
Leerlijn tellen en getallen
Kinderen rond 2 jaar kunnen vaak al hoeveelheden zien tot 5, ze kunnen het in één opslag zien, maar
niet benoemen zoals de dobbelsteenstructuur. Jonge kinderen leren thuis vaak al met plezier, tellen
van bestek etc. Er zijn verschillende liedjes, rijmpjes en telspelletjes. Daarin komt vaak vooruit tellen
voor, terug tellen komt vaker voor dan maak je ook gebruik van de 0. Synchroon tellen kan je
betekenisvoller maken door de kaarsjes van een taart te tellen, het wordt meteen representatief.
Begin groep 3, leren kinderen tellen met voorwerpen omdat ze in groep 1/2 telde met hun handen.
- Akoestisch tellen: ritmisch opnoemen van de telwoorden, zonder besef wat de telwoorden
betekenen.
- Verkort tellen: kinderen tellen met stappen van 2-4-6-8-10, tellen met twee tegelijk heet ook wel
tellen met sprongen.
-Vijfstructuur: tellen met de handen, 1 hand is 5.
, 2. Tientallig stelsel
Tientallige bundeling
Kinderen gaan ontdekken dat het handig is om objecten samen te voegen in groepjes, de kinderen
moeten de structuur zien om te tellen. Tientallige bundeling is het groepjes maken van 10. Het tellen
van eenheden naar groepjes kan moeilijk zijn voor kinderen. In Nederland werken we met een
tientallig talstelsel, omdat we tien vingers hebben.
Positiewaarde
Positioneel systeem: de plaats waarop een cijfer staan in een getal bepaald voor de waarde die die
heeft.
Decimaal positioneel getallensysteem: in Nederland gebruiken wij het decimaal of tientallig (groepjes
van 10 maken) wat het cijfer waard is hangt af van de plaats.
Kinderen vinden het vaak lastig om te zorgen voor een perfecte symmetrie, deze is er niet.
Honderdtallen en tientallen voor de komen en tienden en honderdsten na de komma.
Leerlijn tientallig stelsel
Contexten en mondellen kunnen belangrijke didactische hulpmiddelen zijn voor kinderen, ze geven
inzicht in tientalloge bundeling. Een goed praktijkverhaal kan ervoor zorgen dat de kinderen gaan
rekenen door te tekenen (schematisch), door de vragen die je stelt gaan ze op formeel niveau verder.
Lijnmodellen: kralenketting en getallenlijn.
Positieschema: eenheden, tientallen, honderdtallen en duizendtallen.
Analogie: overeenkomsten 3+5=8 dus 13+5=18 dus 113+5=118
12. OPGAVE??
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xxxkyraa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.