Criminologische sociologie: Semester 1
Hoofdstuk 1: Situering van sociologische theorieën over criminaliteit
Strafrechtsverdeling: 4 lagen
1) Politie
2) Parket
3) Strafrechtbank
4) Strafuitvoering (bv. Werkstraffen, enkelband, boetes, detentie…)
- Marc Dutroux
- Structuur van een land (regering en bestuur)
1. Klassieke theorie
● Historische context: grote transities in de 18de – 19de eeuw in Europa
o Van feodaliteit naar moderniteit
=> feodalitiet = een systeem gebaseerd op een ‘feudum’ een band die bestaat tussen
een leenman en een leenheer. Een hiërarchische manier om een samenleving te
regeren. Aan de top meestal een monarch, die geeft een stuk land aan vazallen
(graven, baronnen…) en vraagt daarvoor loyauteit terug. Indien er oorlog uitbreekt
moeten zij hem steunen (troepen verlenen en financiële hulp). Op het niveau van de
vazallen bestaat er heel veel autonomie.
=> Charles Montesqieu: lanceerde het idee om de macht te verdelen onder meerdere
mensen (scheiding der machten). Ze zijn los van elkaar en moeten los van elkaar
ingedeeld en verkozen worden. La séparation des pouvoirs. Enorme breuk in het
denken en het handelen.
o Van brutale lichamelijke bestraffing (=niet-rationeel) naar op regels gefundeerde,
institutionele sanctie (=rationeel)
o Fundamentele rechten van de mens
● Cesare Beccaria: Dei delitti e delle pene (1764) -> “Over misdrijven en straffen”
o Doelstelling van straffen is de preventie
=> Straffen moeten toegepast worden met de bedoeling te voorkomen dat dezelfde
vormen van criminaliteit zich opnieuw voordoen. => Preventie
o “Let the punishment fit the crime”
=> Je moet straffen uitspreken die in verhouding staan tot het misdrijf (niet te zwaar
en niet te licht). Voor-sociologische benadering en Sociologische benadering.
o Visie van utilitarisme met homo rationalis
=> Hij maakte gebruik van het utilitarisme (het ‘nut’), de nuttigheidswaarde. Wat is
het voordeel dat je er uit kan halen, en wat is het nadeel? Is het in evenwicht, is het
voordeel groter? … Rationele gedachtengang (= homo rationalis).
1
, o Kenmerken van straffen:
- Openbaar: zodat iedereen kan zien wat het gevolg is van een bepaald misdrijf
- Snel: zodat de impact ervan groter is
- Noodzakelijk: je moet kunnen straffen zodat andere misdrijven zouden voorkomen
worden.
- De ‘juiste’ straf, zorgt voor sociologische beeldvorming, is de straf juist of niet?
- Proportioneel: de strafmaat moet geproportioneerd zijn tegenover de misdaad.
- ‘Nulla peona sine lege’ (geen straf zonder wet): - Het belang van een straf opnemen
in de wet. Het is onaanvaardbaar om straffen te uiten die niet in de wet zijn
opgenomen. Mensen kunne maar aangesteld worden als het in de wet terug te
vinden is. Alles moet in de wet verankerd zijn. Pas nadat alle regels zijn uitgetekend
kan je de juiste straf gaan toekennen.
=> ‘Nullum crimen sine lege’, zonder dat er een wet bestaat, mag er geen msidrijf
gesteld worden, kan er geen misdrijf bestaan en kan er geen straf bepaald worden.
=> Tekst Beccaria
● Jeremy Bentham:
=> Heeft als uitgangspunt ‘geluk’ en niet ‘preventie’. Geluk voor jezelf, je naasten … Geluk als
principe, het zoeken naar geluk.
o Criminaliteit is een inbreuk op het ‘greatest happiness principle’
=> Criminaliteit is een vorm van aantasting van dat geluk, het vermindert het
algemeen geluk in de samenleving (het grootste geluk principe).
o Achterliggende visie van de “hedonistische calculus”
=> Meer dan hedonisme, het is calculisme ze kunnen berekenen wat voor hen het
meeste geluk heeft.
o Invloed op penologische en juridische praktijk.
=> Penologische praktijk = praktijk die zich focust op het straffen.
- Pan-opticon gevangenis: alle
gevangenisbeuken komen samen
in 1 middelpunt, waaruit de hele
gevangenis bewaakt word.
- Optica: alles wat je kan zien
- Pan: geheel
=> Het geheel kunnen overzien
- Typische gevangenis die volgens
het principe van Beccaria
gebouwd werd.
- Met minimale middelen,
inspanningen een algemeen
overzicht hebben van gangen, cellen… (dit was voor de moderne technologie met
camera’s).
2
, ● Evaluatie van de klassieke school:
o Sterktes:
- Lot in eigen handen nemen
- Rationele visie op mens en samenleving
=> Zijn mensen alleen rationele wezens die permanent aan het denken zijn
(weegschaal) en afwegen wat goed is en wat de gevolgen zouden kunnen zijn (dwang
en drang, ratio was uitgeschakeld). Mensen kunnen keuzes maken, ze zijn geen
speelbal van het lot.
o Zwaktes:
- Geen oog voor oorzaken van criminaliteit
=> Je kijkt niet waarom ze misdrijven plegen, wat belangrijk is in een sociologische
analyse.
- Is plegen van misdaad echt een ‘vrije’ keuze?
=> De macht van religie is nog altijd sterk, maar deze is aan het dalen. Emancipatie
verdrag lot en eigen levensbestemming in eigen handen nemen.
=> Op vlak van recht, straffen… worden er nieuwe dingen ontdekten ontwikkelt
2. Overgang naar sociologische theorieën
=> Sociologie: de leer van de samenleving in al haar dimensies (micro, meso, macro)
● Essentiële invalshoek
o Aandacht voor relatie criminaliteit en sociale omgeving
=> Vrienden, school, werkomgeving, gezin…
o Nadruk op gelijkheid van criminelen en niet-criminelen
=> Het gaat niet enkel over daders (criminelen), maar ook over slachtoffers degene
aan wie ze schade berokkenen.
=> Het proces van gedragingen criminaliseren die het vroeger niet waren is ook sociologie. Niet in de
context van het individu maar in de context van de instituties (politiek, juridisch, politioneel…). Bv.
Vroeger was schade aan het klimaat en dieren niet crimineel en nu wel.
=> Klassieke scholen: denken na op een rationele manier over hoe ze met criminaliteit omgaan.
=> Criminaliteit komt overal voor in elk tijdskader
=> Volgens sociologen die zich met criminaliteit bezighouden is er nog nooit een plaats geweest die
volledig criminaliteitsvrij waren, want er gebeurde wel altijd iets die best niet gebeurd zou zijn, en die
schade berokken heeft. Omwille van die schade werd die situatie gecriminaliseerd.
=> Sociologen geven heel vaak de indruk dat criminaliteit normaal is. Zeggen dat die gedragingen
normaal/ de norm zijn wil niet zeggen dat het meer voorkomt dan ander gedrag. Dit zou anders bijna
willen zeggen dat criminaliteit (afwijkend gedrag) bijna meer voorkomt dan niet-crimineel gedrag.
3
, => Wat sociologen wel zeggen is dat het in alle samenlevingen op een of andere manier voorkomt in
alle hoeken van de samenleving en dus in die zin normaal. Het is heel gewoon dat het voorkomt in
alle hoeken van de maatschappij. Het feit dat het normaal is, is dat criminelen niet zo veel verschillen
van niet-criminelen (delinquenten vs niet-delinquenten). Ze zijn criminelen geworden door (een
reeks) omstandigheden waarin ze leefden, die ze ertoe brengt om de stap naar criminaliteit te zetten.
Sociologen gaan meestal niet kijken naar het afwijkende van de persoonlijkheid van de dader of het
slachtoffer, maar kijkt vooral naar het ‘gewone’ van het slachtoffer of de dader (=idee van de
normaliteit).
● Probleem van de individuele verantwoordelijkheid
=> Heb je als individu nog vrijheid om geen crimineel feit te plegen, kan je vechten tegen de
drang? Heb je keuze om niet mee te doen?
=> Er kunnen omstandigheden zijn waarbij het heel moeilijk is om af te wijken van die norm,
van dat gedrag. In zo’n omstandigheid is het moeilijk om te zien wat afwijkend is en wat niet.
Het is een soort continuüm (een lijn), met twee uitersten. Het ene uiterste draagt de saam:
sociale context (macro, meso, micro) en aan het andere uiterste ligt de individuele
verantwoordelijkheid (vrijheid) om af te wijken van het ‘voorgeprogrammeerde’ criminele
gedrag.
=> Er is geen juiste theorie die alle mogelijke types van criminaliteit omvatten, er zijn
meerdere theorieën. Wel zijn er theorieën die zoveel mogelijk proberen samen te brengen
(geïntegreerde theorieën) die uit verschillende theoretische tradities putten, maar daar zijn
we nog niet volledig. Er is niet 1 theorie die alles omvat
=> Uitdaging: op welke manier kunnen we een geïntegreerde theorie maken die alles zoveel mogelijk
omvat.
3. Grondleggers van de sociologische benadering
- Ecologische theorie: sociale milieu, de sociale context : Quetelet
- Economsiche theorie : Karl Marx
- Anomische theorie : school van de anomie, normen en systemen in de samenleving en die invloed
hiervan (Durkheim).
3.1 Ecologische theorie
● Historische context
=> Komt tot stand een paar decennia nadat er veel onrust was in Europa (vooral na Franse
revolutie, 1789).
=> Er ontstond meer stabiliteit in Europa 1815, een nieuwe start.
=> Enorm snelle ontwikkeling van de sociale wetenschappen
● André-Michel Guerry: misdaadstatistieken
=> Bleef grotendeels op een laag niveau, maar was wel grondlegger voor de cartografische
school.
=> Begon met de verzameling van de officiële statistieken
4