Burgerlijk Procesrecht
10/60 PE & 50/60 mondeling examen
3 vragen: 1 grote open vraag, bevoegdheidsvraag/casus (welke rechtbank en waarom), stelling
beoordelen (juist/vraag)
DEEL 1: De weg naar het Burgerlijk procesrecht
Hoofdstuk 1: De weg naar het gerechtelijk recht
Nooit op examen een schema krijgen met de vraag om uit te leggen.
§1. “sein” en “sollen”
Sein = louter feitelijke toestanden, beschrijven hoe iets is
Sollen = hoe iets behoort te zijn, daar worden regels gesteld
Regel = bindend voorschrift waaraan de mens zich behoort te houden.
bevel (je moet iets doen)
verbod (je mag iets niet doen)
Regels gesteld door geweten, moraal, geloof. Bijzondere categorie = rechtsregels
§2. Rechtsregel
Regel = rechtsregel of wet indien aan volgende criteria:
- Betrekking op het uiterlijk waarneembaar gedrag van de mensen in de maatschappij
- Uitgevaardigd door een persoon of door personen die gezag hebben over degen die
aan die regel onderworpen zijn
- Naleving van die regel kan ook door die gezaghebbende autorieit worden
afgedwongen
Geheel van die regels = objectief recht
1
,§3. Rechtsstaat
A. Begrip
“the rule of law” = de maatschappij wordt niet geregeld door persoonlijke voorkeur van de
gezaghebber, maar door een geheel van onderling consistente rationele wetten, waaraan de
machten zelf ook onderworpen zijn.
Rechtsstaat? Vraag naar de formele aard van het heersende recht & of deze staat
onderworpen is aan de heerschappij van het rationele recht
Democratisch? Vraag naar de bron van de wet en dus nagaan of wetgever al dan niet
samengesteld uit verkozenen van het volk.
B. Principes van de rechtsstatelijke wet en van de rechtsstaat
De wet en de rechtsstaat beantwoorden aan een aantal onontbeerlijke principes:
1. Algemene gelding van de wet
= belangrijkste constitutieve element
= in principe van toepassing op iedereen die zich in een objectief gelijkaardige situatie
bevinden en voor alle gelijkaardige gevallen. Wet = neutraal, onpartijdig en onpersoonlijk.
2. 3 machten – een onafhankelijke rechterlijke macht
Objectief recht geen bestaansreden zonder toe te passen op concrete situaties subjectief
recht = aanspraak die een persoon in een bepaalde situatie aan een objectieve rechtsregel
ontleent.
Onafhankelijke rechterlijke macht past de wetten met algemene gelding toe op de concrete
aanspraak die aan zijn beoordeling wordt voorgelegd.
2
,Tussen de machten een scheiding (evenwicht), geen strikte scheiding, er is wederzijdse
controle.
Taak rechterlijke macht = algemene wet vertalen naar een praktische case, de beslissingen
moeten in een rechtsstaat worden gerespecteerd en uitgevoerd, desnoods met afdwingen.
C. Classificatie van de wetten in de rechtsstaat
Materieel recht en formeel recht
Geen precedentenrecht
Hoofdstuk 2: Gerechtelijk recht
§1. Gerechtelijk recht – formeel recht – handhavingsrecht
A. Materieel recht
Materieel recht = het geheel van rechtsregels waarbij de maatschappelijke gedraging naar
inhoud wordt bepald. Hoe dichter die rechtsregels hun doel (rechtvaardigheid) bereiken,
hoe evidenter ervaren.
Grondige kennis van het materiële recht is essentieel om gerechtelijk recht correct te
kunnen toepassen!
Het procesrecht is geen doel op zich, maar oefent een ‘hulpfunctie’ uit in de rechtsstaat (=
spelregels)
3
, B. Gerechtelijk recht
Formeel recht of gerechtelijk recht = het geheel van rechtsregels waarbij wordt bepaald hoe
de handhaving van dat materiële recht structureel wordt georganiseerd en hoe het concrete
gerstel bij schending van dat materiële recht wordt geëffectueerd of gerealiseerd.
= handhavingsrecht
Materieel recht = basis & gerechtelijk recht = achteraf toepassen Heeft op zichzelf geen
reden tot bestaan.
§2. Doel van het gerechtelijk recht
A. Uitsluiting van eigenrichting
Meest essentiële doel gerechtelijk recht = aanspraken op een wijze die de rechtsstaat
waardig is, worden beslecht door de met autoriteit beklede overheidsrechter of door een
scheidsrechter.
Verbod op eigenrichting (= waarbij een persoon eigenmachtig het hem aangedane onrecht
herstelt).
Keerzijde van de medaille: de OH wil geen eigenrichting (om de zwakkere te beschermen
en chaos te vermijden) dus moet er een goed functionerend rechtssysteem zijn maar dat is
er niet altijd in België.
Verbod om rechter te zijn in eigen zaak wordt erkend als een algemeen rechtsbeginsel.
De rechter dient krachtens art. 5 Ger.W. in ieder geval recht te spreken. Bij rechtsweigering
bestaat er mogelijkheid tot verhaal op de rechter (art. 1140, 4° Ger.W.)
Verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen - Kwaliteit van de rechtsbescherming en de
rechtsstaat hangt af van de kwaliteit van het procesrecht. Vb. bewijsproblemen, verjaring
Ook de bewakers van de rechtsstaat moeten worden bewaakt.
B. Restanten van eigenrichting
In een aantal omstandigheden kan de rechtsonderhorige zichzelf recht doen zonder
tussenkomst van de rechter, MAAR strenge voorwaarden EN kan de eigenrichting steeds op
verzoek van de wederpartij aan het oordeel van de rechter onderworpen worden.
Enac = exceptio non adempleti contractus en het retentierecht zijn de belangrijkste
Ander voorbeeld: wettige zelfverdediging.
Burgerlijk procesrecht = gerechtelijk privaatrecht
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MichielsSofie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.