Psychodynamische therapie
DEEL 1: Basisprincipes van psychodynamisch werken
LES 1: Basispijlers van het psychoanalytisch psychotherapie proces
Les 1a: Het achterliggende mensbeeld en de basisassumpties
Het achterliggende mensbeeld
Het achterliggende mensbeeld:
- Elke psychotherapie oriëntatie:
• Vertrekt vanuit een specifiek mensbeeld
• Beluistert en begrijpt het ‘menselijk functioneren’
• Dit alles op een specifieke manier
- De therapeut die werkt vanuit een bepaalde oriëntatie:
• Heeft affiniteit met dit mensbeeld
• De psychotherapie oriëntatie vormt de basis van de psychotherapeutische
interventies
- Het mensbeeld hangt samen met ons perspectief op psychopathologie
Het is belangrijk om een stroming te kiezen die bij jou als persoon past
Psychoanalyse
Psychoanalyse
- Door Freud ontstaan
- Freud heeft bepaalde concepten uit de psychoanalyse op de kaart gezet
→ deze zijn vernieuwd en nu nog steeds relevant !
- De concepten:
• Het onbewuste
• Ontwikkeling
• Afweer en weerstand
• Therapeutische relatie (overdracht en tegen-overdracht)
Basisassumpties van psychodynamische therapie
1. Ontwikkelingsperspectief
2. Met oog voor complexiteit
3. Met oog voor onbewuste processen
4. Overdracht en tegenoverdracht
5. Gericht op de gehele persoon
6. Met oog voor psychische causaliteit en de rol van het intrapsychische conflict
7. Continuïteit tussen normaliteit en psychopathologie
1
,1) Ontwikkelingsperspectief
- Er is een groot belang van de vroegkinderlijke ervaringen
(= hierdoor kunnen we het heden ook beter begrijpen)
- Onze ‘mind’ en onze mentale/psychische capaciteiten ontwikkelen zich langzaam in een
gehechtheidsrelatie !
• We worden niet geboren als een psychisch ontwikkeld mens
• Adhv relaties met anderen, ontwikkelen we onze psychische capaciteit
• Er is iemand anders nodig (bv. moeder), waardoor je in een relatie kan treden en
jezelf kan ontdekken
- ‘Development is about being related to the other without losing yourself and being with
yourself without losing the other’ (De Wolf)
• Iedereen zoekt hier zijn weg in en is hier veel mee bezig
Kinderjaren zijn heel belangrijk en hebben een impact !
MAAR: dit betekent niet dat iets verloren is
Want: dingen kunnen nog bewerkt worden
→ History is no destiny
Gehechtheidsparadigma
John Bowlby (1907-1990)
- Had interesse in de reactie van kinderen op een reële separatie tijdens WO II
• Hij bekeek de impact van separatie met de moeder op het psychisch functioneren
van het kind
• Heeft hierdoor aangetoond dat gehechtheid enorm belangrijk is
• Bowlby kwam als eerste met de hypothese dat het lastig gedrag van deze kinderen (=
‘boefjes’) kon komen door het te vroeg verliezen van hun gehechtheidsfiguren
- Doel van gehechtheid: nabijheid en regulatie van stress
o Dit eerst in gedrag/fysieke nabijheid (= gedrag en het psychische koppelen)
o Dan later als intern werkmodel over zelf en ander (= intern werkmodel wordt
gevormd in relatie met belangrijke anderen)
- De ontwikkeling van onze mind/psyche gebeurt in relatie met onze gehechtheidsfiguren !
- Gehechtheid
• = ons intern werkmodel dat percepties, emoties, verwachtingen en patronen over
het zelf en anderen mee kleurt
• MAAR: dit is één aspect van onze psyche (= gehechtheid is belangrijk, maar niet alles!)
- Deze theorie is empirisch onderbouwd (oa door neurobiologisch onderzoek)
2
, * een signaal of boodschap verborgen in
een medium en bedoeld om
doorgegeven te worden zonder dat het
bewust opgemerkt wordt
2) Met oog voor complexiteit
- Het gaat NIET om naïeve lineair-causale modellen
• Lineair-causaal: omdat X dan Y …
o Omdat hij dit heeft meegemaakt is hij nu dat
o Hier voor opletten! → dit zal wel een rol spelen, maar het is complexer dan dat
• Dingen zijn veel complexer dan enkel dit veroorzaakt dat !
• Vaak spelen meerdere zaken mee
• We moeten beschermen tegen reductionistisch denken
- Er is regressie en progressie op verschillende, gerelateerde ontwikkelingslijnen mogelijk
• Regressie naar een vroegere ontwikkelingsfase
o Kan gebeuren wanneer we het moeilijk hebben
o Bv.: een kind gaat weer bedplassen als het een broertje of zusje erbij krijgt
• Er is een zekere mate van regressie nodig in therapie
o Bv.: patiënten moeten de afhankelijkheid die ze al lang niet meer voelden,
terug voelen
→ want: dan kan je er pas mee aan de slag gaan
→ want: als je het weer kan voelen, kan je het verwerken
- Freud gebruikte de term ‘nachträglichkeit’
- Nachträglichkeit = vroege ervaringen worden geherinterpreteerd
• Hierbij is het mogelijk dat een bepaalde gebeurtenis traumatisch wordt, eenmaal dat
de ervaring zijn volle betekenis krijgt
• Bv.:
o Meisje was 3 jaar bij homejacking
o Op dat moment werd het niet als traumatisch ervaren
o Maar: 10 jaar later gebeurt een carjacking
o Pas bij die gebeurtenis kan ze voelen hoe traumatisch eerste homejacking was
o Het trauma wordt opnieuw geactiveerd en krijgt dan pas betekenis
o De traumatische ervaring komt met vertraging ! (kan ook bij misbruik, …)
3) Met oog voor onbewuste processen
- Onze motivatie en intenties zijn vaak onbewust (= 95% is onbewust)
- Onderscheid tussen:
• Onbewuste processen:
o Automatisch (bv.: dagelijkse autorit, je let niet meer op dingen die gebeuren)
o Impliciet
o Subliminaal (*)
• Het dynamisch onbewuste
o = gemotiveerde processen die het bewustzijn verhinderen
o Dingen die op een bepaalde manier uit ons bewustzijn gehouden worden
omdat ze een bepaald verlangen/gedachte hebben
o Psychodynamische therapie: deze onbewuste dingen weer bewust maken
3
,4) Overdracht en tegenoverdracht
Overdracht:
- Bepaalde dingen die je hebt meegemaakt in je kindertijd → leiden tot patronen die zich in
een nieuwe dichte relatie gaan herhalen (bv.: in therapeutische relatie)
- We projecteren vaak op anderen wat we gekend hebben
- Overdracht speelt in elke relatie een rol !
- Daarom: een neutrale houding is belangrijk als therapeut
DUS:
- Overdracht = ervaringen en (interne) representaties van vroegere ervaringen en van onze
manieren van denken/functioneren, beïnvloeden onze huidige relaties en percepties
- Het verleden (van de patiënt) herhaalt zich in het hier en nu van de therapie
- Daarom het belang van ‘neutraliteit’ (ipv ‘afstandelijkheid’) als therapeut
- Bv.: iemand wordt ontslagen
• Voor iemand met een hele kritische vader, dan is dit falen
• Voor iemand met een idee van het leven is te kort, dan is dit eerder vrijheid
Dit wordt gevormd door onze vroegere ervaringen !!
Tegenoverdracht:
- De bewuste en onbewuste gevoelens en voorstellingen die bij de therapeut worden gewekt
in en door het luisterend contact met de patiënt
- Tegenoverdracht = een hulpmiddel om uw patiënt te begrijpen
(van hinderpaal naar hulpmiddel)
- Belang van projectieve identificatie (= de gevoelens, gedachten etc. van de cliënt worden
geprojecteerd op de therapeut, die deze vervolgens gaat identificeren/internaliseren)
5) Unieke belevingswereld: Gericht op de gehele persoon
Psychodynamische therapie (PT):
- = persoonsgericht
niet: symptoomgericht
• Dit betekent niet dat symptomen niet belangrijk zijn, maar men moet verder kijken
dan dit !
• Symptomen zijn niet de hoofdfocus, maar wel nuttig als we ze kunnen verlichten
- = gaat om het begrijpen van de gehele persoon, zowel zijn sterktes als kwetsbaarheden
- = gaat om de unieke, subjectieve waarheid of belevingswereld waarbij het ondersteunen
van authenticiteit en uniciteit van de patiënt erg belangrijk zijn
→ elke patiënt is uniek en moet zo beluisterd worden !
4
,6) Innerlijke wereld: Met oog voor psychische causaliteit en de rol van het intrapsychische
conflict
- Sterke interesse in de innerlijke wereld van de patiënt en psychische causaliteit
- Dit is ook wat Freud ons geleerd heeft !
- Dit sluit de biologische, genetische en sociale realiteit zeker niet uit
→ Maar: men kijkt hoe psychische factoren de invloed van het sociale en het biologische
mediëren
→ Bv.: depressie:
• Kent biologische oorzaak
• Maar: 2 mensen gaan daar psychisch anders mee om
7) Continuïteit tussen normaliteit en psychopathologie
- Onderscheid tussen normaliteit en psychopathologie:
• Is niet: categorieel/kwalitatief
• Is wel: dimensioneel/kwantitatief
- Psychische ‘gezondheid’ = een dynamisch ‘evenwichtspel’ (tss lichtere vormen van
psychopathologieën)
- Psychopathologie = bij hele rigide patronen en er niet meer gekozen kan worden voor een
andere reactie
- Freud: metafoor van het gebroken kristal
• = gebruikte hij om aan te geven dat psychopathologie (meer bepaald de syndromen
hysterie, dwangneurose, paranoia, en later de melancholie) de uitvergroting is van
structuren die in elk van ons aanwezig zijn
• We zijn allemaal kleine kristalstructuren, het is op het moment dat de kristal valt en
barst, dat je de structuur waarop die zich gevormd heeft ziet
• Gebroken kristal = het glas breekt op een bepaalde manier, net op die manier
waarop het kristal zich gevormd heeft
• Hoe we omgaan met moeilijke situaties in ons leven, zegt iets over onze
persoonlijkheidsstructuur !
Welke therapeutische technieken kenmerken de PT?
- Focus op affect en het uitdrukken van emoties
- Onderzoek naar pogingen om bepaalde emoties en ervaringen te vermijden
(= afweer en weerstand)
(= geen psychotherapie zonder weerstand: mensen willen veranderen en tegelijkertijd
hebben ze angst voor verandering → dit is normaal!)
- Terugkerende thema’s en patronen beluisteren en herkennen
- Ervaringen uit het verleden bespreken en doorwerken
- Focus op interpersoonlijke relaties, inclusief de therapeutische relatie
(= overdracht en tegen-overdracht spelen hierbij belangrijke rol)
- Onderzoek naar (onbewuste) wensen, dromen en fantasieën
5
, LES 1: Basispijlers van het psychoanalytisch psychotherapie proces
Les 1b: Het (dynamisch) onbewuste
Sigmund Freud
Het onbewuste bij Freud
- Het gaat om een historische schets
- Het gaat om een metafoor van ons mentaal of psychisch apparaat
- Freud stelt dit apparaat voor als bestaande uit verschillende (sub)systemen en instanties, die
in conflict staan
Sigmund Freud (1856 – 1939)
Context:
- Was arts (1881) en neuroloog (1885) in Wenen
- Interesse in oorzaak van de neurose (‘neurotische mensen’)
- Founding father van de psychologie
Freud: heeft het onbewuste niet ‘ontdekt’ !
- Voordien (voor Freud): ‘Het hart heeft zijn redenen waarvan de rede niets weet’ (Pascal, 1665)
- Freud ontdekte wél dat de redenen van het hart schokkend of angstaanjagend konden zijn
en verborgen moesten worden/blijven voor het bewustzijn
Freud begint met het onderzoeken van de hysterische patiënt en ontdekt dat
symptomen (bv. verlamming) kunnen genezen met psychologische interventies
Freud heeft de psychische component mee op de kaart gezet
Van hypnose naar vrije associatie
- Het onbewuste speelt een centrale rol in zijn theoretische modellen, en kent zijn eigen regels
en wetten
- Het belang van het onbewuste als paradigma-shift
Twee modellen van Freud
1ste Topiek of Topisch model (1897-1923)
- Ontstaan:
• Vanuit zijn klinische werk met patiënten
EN
• Vanuit zijn eigen analyse (vaak door correspondentie per brief met Fliess)
- Zijn theorie benadrukt het belang van biologische driften
• Biologische driften = dat wat de mens drijft in zijn denken en handelen
• Er is een verschuiving van externe factoren naar biologische driften !
- Biologische driften:
• De drift is in zijn oorsprong nauw verweven met de biologische functies (bv. voeden,
slapen, stoelgang, …)
• De drift bevindt zich steeds op de grens tussen het somatische en het psychische
6