Forensische aspecten van kindermishandeling (6478FASP)
Tous les documents sur ce sujet (25)
Vendeur
S'abonner
Jannaberg
Avis reçus
Aperçu du contenu
College 1 – Thema 1 deel A en B , slachtoffers
Slachtoffers (thema 1-4)
- vertellen
- aangifte – verhoor
- betrouwbaarheid verklaring
- bewijs ; fysiek of screenshots oid
Plegers/daders (thema 5-7)
- kenmerken (daderprofielen)
- achtergrond
- behandeling
- recidive
Disclosure = er wordt verteld, verklaring gegeven (niet perse bij de politie). Kan ook
delayed disclosure zijn (vertraagd vertellen); hoe betrouwbaar is dat dan nog.
Non-disclosure = er wordt niet verteld. Slachtoffers zwijgen vaak na misbruik.
> hoe vaak komt zwijgen voor en hoe kun je dat onderzoeken?
> wat zijn de drempels om het te vertellen?
A Non-disclosure
Childhood non-disclosure
Summit (1983) : alle slachtoffers zwijgen aanvankelijk
- hij zag een patroon adhv behandeling van slachtoffers van intrafamiliar misbruik
- patroon = mensen vertellen pas veel later over misbruik. Dit is het CSAAS model
(Child Sexual Abuse Accomodation Syndrome) wat inhoudt dat alle kinderen
zwijgen door accommodatie. Accommodatie zorgt ervoor dat de slachtoffers
‘overleven’ want wat gebeurd er als het kind niet zou zwijgen? (wat gebeurd er met
moeder, het gezin, veiligheid etc)
van non-disclosure naar
disclosure is niet één
moment, maar gaat
geleidelijk/gradueel.
Alaggia 2005 : tussen de 30% en 80% van de slachtoffers verteld niet over het
misbruik voor de volwassenheid.
London et al 2005
childhood disclosure rates gemeten volgens een meta-analyse van retrospectieve
studies ; er zijn studies die van 30% tot 85% disclosure geven. Die verschillen komen
door de verschillen tussen de studies.
> Arata 1998 : ondervraagt vrouwelijke studenten. Zij zien CSA als misbruik tot 14 e
levensjaar , 24% zegt daarop ja. Zij vinden dan 31% disclosure rond de tijd v.h.
incident.
> Finkelhor et al 1990 : ondervraagt mannen en vrouwen telefonisch. Zij zien CSA
als misbruik tot 18e levensjaar , 27% man en 16% vrouw zegt daarop ja. Zij vinden
,dan 42% disclosure binnen 1 jaar na het incident.
> Fergusson et al 1996 : ondervraagt jongvolwassenen. Zij zien CSA als misbruik tot
het 16e levensjaar, daarop zegt 10% ja. Zij vinden dan 87% disclosure voordat ze 18
werden (heb je het ooit verteld tot je 18 werd).
Conclusie London et al : tot 2/3 is er non-disclosure. Maar er is kritiek:
- nadeel van retrospectieve studies ; hoe betrouwbaar zijn die verklaringen en self-
reports zijn niet goed na te gaan (te vertrouwen op wat de persoon zegt)
- wat betekent non-disclosure precies ; is dat zelf geheim houden, of ook ontkennen
bij directe vragen? Dit zorgt voor methodologische verschillen.
> je wil dus eigenlijk een ander type onderzoek doen : disclosure als er evidentie is
voor misbruik
Onderzoek met evidentie voor misbruik : Lawson & Chaffin 1992
- 28 kinderen met geslachtsziekte
- procedure
1. diagnose van de geslachtsziekte
2. oproep om terug te komen naar ziekenhuis
3. verzorger informeren over de diagnose , praten over seksuele transmissie en
mogelijk misbruik -> reactie observeren
4. kind wordt apart geïnterviewd
- bij hoeveel kinderen is er disclosure of non-disclosure?
disclosure = 43%
non-disclosure = 57% (ondanks dus de evidentie voor het misbruik)
- dus bewijs is geen garantie voor disclosure. Er is wel samenhang met disclosure ;
disclosure is hoger als de evidentie sterker is en zonder bewijs is er lagere
disclosure.
B Drempels om te vertellen
Ecologisch model disclosure – Bronfenbrenner
factoren die disclosure belemmeren
Voorbeeld Naomi
14 jaar oud met een licht verstandelijke
beperking. Ze is misbruikt door haar
stiefvader en moeder doet aangifte.
,Naomi wordt verhoord in een kindvriendelijke studio en ze voelt zich schuldig dat
haar stiefvader misschien naar de gevangenis moet door haar.
> leeftijd : kans op disclosure adhv leeftijd
> ontwikkelingsniveau : Hershkowitz et al 2007
Onderzoek naar kinderen met een beperking als kwetsbare groep. Kinderen met een
verstandelijke beperking:
1. Zijn vaker slachtoffer
- minder kennis van seksualiteit
- meer afhankelijk van verzorger ; meer fysiek contact en verzorger maakt
belangrijke keuzes voor deze kinderen
- verzorgers zijn vaker daders ; kwetsbare groep = goed doelwit
2. Hogere kans op delayed- of non-disclosure?
- beperking op communicatief gebied (beschrijven v.h. incident)
- moeilijker stappen ondernemen op bv justitieel gebied
- worden minder serieus genomen
Resultaten : een verstandelijke beperking hangt samen met disclosure
- kinderen met een ernstige beperking vertellen minder vaak (54%) dan kinderen
zonder beperking (72,3%). Hoe zwaarder de beperking, hoe minder disclosure.
- bij een beperking is er vaker sprake van non-disclosure én delayed-disclosure
dan bij kinderen zonder beperking.
Lemaigre et al 2017
beschrijft welke factoren er van invloed zijn op wel/niet disclosure en waarom.
> belangrijk!
, Waarom niet vertellen
factoren die ook terugkomen in het CSAAS (Child Sexual Abuse Accomodation
Syndrome):
SCHULD
- meewerken om erger te voorkomen
- niet tegenstribbelen
- fysieke reacties ; freeze / tonic immobility / genitale respons
- victim blaming is schadelijk ;
> omgeving geeft onbedoelde reacties die zorgen voor meer schuldgevoel
> mate van victim blaming verschilt heel erg:
1. gelijkenis persoon (observer) met slachtoffer. Meer gelijkenis met slachtoffer =
minder victim blaming. (defense attribution hypothesis)
2. relatie tussen dader en slachtoffer. Bekende dader = meer victim blaming.
3. geslacht van de slachtoffer en observer. Mannelijke observer : verkrachting
vaker minimaliseren en meer victim blaming , mannelijke slachtoffers : meer
victim blaming (nog meer als de dader ook een man was).
4. mate waarin slachtoffer weerstand vertoont
5. online vs fysiek misbruik. Online misbruik kan leiden tot meer victim blaming.
> kunnen ook de disclosure beïnvloeden
ANGST
- bedreigingen
- angst voor gevolgen ; gevolgen voor dader , gevolgen voor gezin , gevolgen voor
belief/support
Parental support en disclosure
onderzoekt toont aan dat er een relatie is tussen parental support en disclosure.
Studie Lawson & Chaffin:
> disclosure hangt samen met parental belief. Vinden ouders misbruik plausibel?
Mogelijk anticiperen van kinderen op de reactie van hun ouders, wanneer zij het
zouden vertellen.
> als ouders geloven dat misbruik een optie zou kunnen zijn , vertellen kinderen
vaker. Naarmate een ouder gelooft dat misbruik kan, is er meer disclosure.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jannaberg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.