maandag 18 december 2023
SAMENVATTING SOCIOLOGIE
Hoofdstuk 1: Het sociologisch perspectief
1.1 Het sociale en de sociologie
- Sociologie bestudeert het sociale - voorbeeld: iets te veranderen aan de werkloosheid
van allochtonen - sociologie de wetenschap van het sociale
- Sociologie is de studie van het menselijke sociale leven, van menselijke groepen en
samenlevingen
- Sociologie deelt haar materieel object of feitelijke voorwerp van studie met de andere
sociale wetenschappen, maar bekijkt het tevens door een aparte bril - het formele object
van de sociologie
- De wijze waarop de sociologie/de discipline het sociale benadert, maakt het eigene van
het sociologisch perspectief uit
- Bij het sociologisch perspectief gaat het om een algemene denktrant die het sociale
gedurig uiteenlegt in sociale relaties en, vooral, geziene en ongeziene afhankelijkheden
van vaak onbekende anderen
- 3 basisvragen van de sociologie
- Eerste basisvraag: Wat verklaart de ordening van het samenleven?
- Er zijn altijd basisregels in de samenleving
- Kunnen we dat wel vanuit een basisgegeven duiden?
- Tweede basisvraag: Hoe wordt het individuele beïnvloed door het maatschappelijke?
- Voorbeeld: rekening houden met de fysieke aanwezigheid van anderen
- Derde basisvraag: In wat voor samenleving leven wij?
- Ook beschreven als maatschappijdiagnose
- Er kan ook een vierde basisvraag (voornaamelijk voor wetenschappers) toegevoegd
worden - nl.: Hoe onderzoeken we dat allemaal op een wetenschappelijke manier?
- Hiermee altijd rekening houden met context
- Soorten wetenschappelijk onderzoek -
- Kwantitatief - in cijfers uitdrukbare bevindingen of “harde data” die bovendien gelden
voor de onderzochte sociale groepering
- Kwalitatief - bestudeert de sociale fenomenen “in de diepte” - ingeburgerde methodes:
participerende observatie, diepte-interview…
- Hier focusen op de 3 basisvragen
- De feitelijke sociologiebeoefening komt neer op een drieledig gebeuren dat pendelt
tussen theorievorming, empirisch onderzoek en (het ondersteunen van) sociale sturing -
sociologische driehoek
1.2 Over sociale relaties, bindingen en verbanden
- Sociologen werken met een neutrale notie van het sociale die zowel harmonieuze als
con ictgeladen verhoudingen, zowel negatief als positief gewaardeerde relaties omvat
- “Sociaal” - is niet altijd positief, geen kampvuur
- Sociaal handelen = handelen dat gericht is op het handelen van andere actoren
- Een actor stelt handelingen, en bezit dus per de nitie een zeker handelingsvermogen
- Onderscheid tussen individuele en collectieve actoren - individuen x bv. bedrijven
- Veronderstelt actoren met handelingsvermogen - agency
1
fl fi
, maandag 18 december 2023
- Brengt een sociale relatie/verhouding/betrekking tot stand - de sociale handelingen van
twee of meer actoren raken met elkaar verwerven
- Het sociale gebeuren dat zo ontstaat, een sociale verhouding is een uitkomst hiervan =
samenhandelen
- Samenhandelen is:
- 1. Zelfreferentieel - binnen het proces van samenhandelen referert ieder nieuw element
naar eenzeelfde soort element
- 2. Dynamisch (tijdsgebonden) - momentaan
- 3. Contingent (in zekere mate voorspelbaar en onvoorspelbaar) - een open karakter
- 4. Re exief gemonitored: geobserveerd en gestuurd door betrokken actoren
- Samenhandelen creëert afhankelijkheidsverhoudingen/sociale bindingen - de actoren
hebben elkaar nodig, ja zijn als het ware aan elkaar vastgeklonken
- Samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere duurzaamheid en voor
derden observeerbare grenzen - sociaal verband
- Binnen afhankelijkheidsverhoudingen domineert meestal een speci ek motief - cognitief
sociaal verband - leeraar x leerling, economisch sociaal verband - de bakker en zijn
helpers, politieke verbanden - politieke partijen, a ectieve bindingen - a ectieve
verbanden - ik en dianka
1.3 Van veralgemeende afhankelijkheid naar wereldsamenleving
- Veralgemeende of gegeneraliseerde afhankelijkheid: iedereen is van anderen afhankelijk
- Sociaal verband = een speci ek geheel van onderlinge afhankelijkheidsverhoudingen,
eventueel deel van een ruimer sociaal netwerk - bv. de KU Leuven - de Vlaamse
universiteiten, SKS - Tsjechische voetbalclubs
- In een moderne maatschappij resulteert een hoge graad van taakspecialisatie altijd in
een veralgemeende afhankelijkheid
- Sociaal netwerk - lange ketting van afhankelijkheden (veralgemeende)
- Diverse soorten netwerken
- Relationele grootheden te verzelfstandigen - Nederland heeft gestemd. - verdinglijking
of rei catie = Emile Durkheim - iets te veralgemenen naar een ruimere populatie, doel
van positivisme
- Voorbeeld: de uitdrukking dé economie suggesteert het bestaan van een autonoom
object dat buiten ons om bestaat en een eigen werkzaamheid bezit
- De maatschappij of de samenleving = het geheel van alle sociale relaties, sociale
afhankelijkheden, sociale verbanden of sociale netwerken
- 1) Zelfreferentieel
- 2) In principe dynamisch = momentaan = verandert voortdurend; praktisch taalgebruik:
“de negentiende-eeuwse maatschappij”
- 3) Contingent (<-> mechanisch, gedetermineerd)
- 4) Gemonitord? Ja, maar niet in zijn geheel, niet “onder controle”
- Ruimtelijke grenzen? - “De Vlaamse samenleving”? = een nationale of regionale
samenleving binnen bepaalde grenzen
- Deze samenlevingen komen bij elkaar, tegenwoordig meer en meer = globalisatie/
globalisering/mondialisering: afhankelijkheidsverhoudingen worden mondiaal
- Modernisering omvat arbeidsdeling, taakspecialisatie, functionele di erentiatie
- Moderne maatschappij
- Enerzijds zijn er almaar meer sociale relaties en bindingen tussen geogra sch
verafgelegen actoren
- Anderzijds groeien ook de sociale netwerken en verbanden met een transcontinetaal en
in tendentie mondiaal of wereldomspannend karakter
2
flfi fi ff fiff fffi
, maandag 18 december 2023
- De wereldmaatschappij: het momentale geheel van transcontinentale, in aanleg mondiale
sociale relaties, bindingen, verbanden en netwerken
- Nu zijn meer en meer mensen tegenwoordig deel van een wereldmaatschappij -
kosmopolitisme
1.4 Sociologische verbeeldingskracht
- Denken in termen van sociale netwerken is een voorbeeld van rationeel denken
- Vanzelf spreekt het rationeel denken niet in een individualistische cultuur -
egocentrische maatschappijbeeld - Norbert Elias - de samenleving als een reeks van
concentrische cirkels van anderen rondom een ik of ego
- Om kennis te maken met de sociologie moet de egocentrische bril af
- Sociologische verbeeldingskracht - het sociale is niet langer een reeks concentrische
cirkels met “mij” in het centrum - C.W. Mills - de nitie: het vermogen om zichzelf te
observeren als een knooppunt van en in menigvuldige sociale bindigen, verbanden of
netwerken die het eigen denken en handelen mede vormgeven
- Ook het vermogen om persoonlijke problemen met sociale feiten of veranderingen te
verbinden - in een bredere sociaal-historische context te plaatsen
- Individuele of sociale problemen bij een verbeelding van een concreet sociaal probleem -
de mens of een groep kan het niet plaatsen of kan zichzelf niet omschrijven
- Voorbeeld: tweede feministische golf - men moet de vrouwen als geheel bekijken en niet
alleen op zichzelf focusen
- Sociologische verbeeldingskracht weerspreekt het dominante egocentrische
maatschappijbeeld
- Egocentrische maatschappijbeeld veroorzaakt fenomenen als “blaming the victim” -
“Žena si za to může sama” - het slachto er krijgt de schuld en is daarom geen slachto er
meer, maar de eigenlijke dader of minstens medeverantwoordelijke
1.5 Sociologie en sociaal engagement
- Door de sociologische verbeeldingskracht scherpt het oog voor allerlei afhankelijkheden
- Kunstenaar nemen dit soms aan, maar niet altijd
- De maakproces is maar nog altijd onderdeel van sociologische afhankelijkheden
- Sociologische verbeeldingskracht heeft de werk van sociologen nogmaals gemotiveerd
- Zelfbeeld van een socioloog als mythejager
- De wetenschap strijdt om waarderingsvrijheid = morele neutraliteit
- Er bestaat verdeeldheid onder wetenschappers
- Moet de socioloog politisch neutraal blijven?
- De theorie, dat er meer linkse sociologen zijn dan rechtse
- Gebaseerd op het feit dat sociologen vaak thema’s onderzoeken die met de lage klasse
te maken hebben, wat eerder een links thema is
- Principe van de scheiding tussen feiten en waarden - onderscheid tussen het
constateren van empirische feiten en zijn eigen praktische waardebepalingen
- Geogra sche variaties: West x Oost-Europa
- Kan afhankelijksverhoudingen weerspiegelen
- Sociaal reformisme - bescheiden, beleidsmatig haalbare hervormingen van het sociaal
systeem - eerder een centrumlinks standpunt
1.6 Goede bedoelingen en hun onbedoelde gevolgen
- Interveringen van de overheid hebben af en toe onbedoelde gevolgen - ze produceren
uitkomsten die anders uitvallen dan werd bedoeld door de handelende actor
3
fi ff fi ff
, maandag 18 december 2023
- Soms zelfs het tegenovergestelde van wat was beloofd - perverse e ecten
- Mattheüse ect - verschijnsel dat overheidsuitgaven disproportioneel meer vloeien naar
mensen die al voldoende middelen bezitten
- Bv. Belgie kampioen in verschil hoogste en laagste klasse die gebruik maakt van
kinderopvang
- De paradox van de sociologische verbeeldingskracht: men kan leren afhankelijkheden
en hun e ecten te doorgronden maar men verkrijgt tegelijkertijd een verhoogd bewustzijn
van de weerbastigheid van het sociale, wat de eventuele sociale veranderingszin tempert
- Onbedoelde gevolgen vaak in veelvoud
- Self-denying of self-destructing prophecy - een aanvankelijk correcte of ware
voorspelling zorgt onbedoeld voor een handelen dat de voorspelling tenietdoet.
- Thomas-theorema - “If men de ne situations as real, they are real in their
consequences.” - als je iets zegt dat het reëel is, gaat het ook reële gevolgen hebben -
een kind denkt dat ghosts bestaan, dus hij kan daardoor niet slapen, ook al bestaan ze
helemaal niet
- Self-ful lling prophecy - een aanvankelijk onware situatiede nitie resulteert onbedoeld
in handelen dat de oorspronkelijk onware voorsteling van zaken waarmaakt
- Voorbeeld: kracht van stereotypen - hier speelt een geschematiseerde collectieve
voorsteling van een sociale groepering en haar leden
- Sociale geloofscirkel - de onbewijsbare de nitie van een toekomstige situatie is
geloofwaardig omdat ze van geloofwaardige voorspellers komt, en leidt daarom tot een
handelen dat de voorspelling bevestigt, waardoor de geloofwaardigheid van de
voorspellers toeneemt
1.7 Sociologie en theorie
- bv. self-ful lling prophecy - een voorbeeld van een begrip of concept - een notie die
abstractie maakt van de meer particuliere uitingen van een omschreven fenomeen
- Theorie - samenhangend geheel van naar elkaar verwijzende abstracte begrippen en
daaruit afgeleide conceptuele uitspraken.
- Theorie bouwt zich op empirisch onderzoek
- Theorie in soorten en maten -
- Grand theory - deductief, algemeen, abstract (vb. Durkheim, Weber)
- Middle range theory - deductief, algemeen, speci eker (Mattheüse ect)
- Grounded theory - inductief, speci ek
- Geen theorie: empirische observaties - empirische observaties maken altijd gebruik van
theorie en zijn dus ook “theoretisch”
- Onder sociologen vaak gebruik van “grounded theory” - het inductief ontwikkelen van
begrippen en conceptuele uitspraken vanuit concreet onderzoek
- Afhankelijk van de sociaal verschijnsel kan er ook sprake zijn van “middle range theory” -
theorie met een beperkte reikwijdte - een empirisch toetsbaar geheel van abstracte
concepten en uitspraken dat zich situeert tussen de louter empirische beschrijving van
sociale fenomenen en een alomvattende theorie van het sociale
- Bovengrens van theorievorming vormen supertheorieën - een totaaltheorie van het
sociale die de pretentie heeft om de drie inhoudelijke sociologische basisvragen stringent
te beantwoorden vanuit een samenhangen netwerk van begrippen en daaruit afgeleide
conceptuele uitspraken
- Supertheorie werkt altijd uit grondslagenonderzoek - focus op de gebruikte
basisbegrippen
- Wat is de grondslag van het sociale?
4
fiff fiff fi fi fi fi fi ff ff