ENCYCLOPEDIE VAN DE CRIMINOLOGISCHE WETENSCHAPPEN
DEEL 4 HOOFDSTUK 6: ZOEKSTRATEGIEËN
Waarom wetenschappelijke literatuur zoeken?
o Vertrouwdheid met je onderwerp
“state of art”/lopende onderzoeken, cumulatie van kennis, aanpak en problemen andere auteurs,
kritische evaluatie,…
o Intellectuele en praktische waarde
intellectueel: je zal zelf meer te weten komen over het onderwerp, je zal meer leren
praktisch: nadien zal je minder werk hebben
o Verschillende informatiebehoeften
- exploratieve informatiebehoefte (globaal): wanneer je snel iets te weten wil komen, of wanneer
je informatie zoekt om je te oriënteren mbt een bepaald thema
- gerichte informatiebehoefte (diepgaand): het grondig kennis nemen van een onderwerp of veel
informatie omtrent een onderwerp willen vinden
Mogelijke struikelblokken
o Ongeorganiseerde zoekmethode: niet op voorhand bepalen naar wat je precies zal zoeken en
waar
-> frustraties en onvoldoende bronnen
o (Geen/verkeerd) gebruik ontsluitingsmiddelen
ontsluitingsmiddelen = middelen die helpen om gestructureerd te gaan zoeken (bv. databanken)
o Algemeen vs specifiek
in het begin van onderzoek moet je globaal gaan onderzoeken, naar het einde toe moet je
specifieker zoeken
o Relevante literatuur vs irrelevante literatuur
is de bron wel nuttig voor jouw onderzoek
o Kwaliteitscontrole literatuur
is de bron kwaliteitsvol?
o Volledigheid vs afbakenen en tijdig stoppen met literatuur zoeken
je kan niet alles lezen of alles verzamelen
Zoekstrategie
o Probleem
Men kan nooit alle literatuur die wereldwijd beschikbaar is rond een thema lezen of verzamelen.
o Oplossing
- selectiecriteria: duidelijk een onderwerp, tijd en ruimte bepalen
- systematische zoekstrategie: niet zomaar naar een bib gaan of op google zoeken, je moet op
voorhand bepalen waar je gaat zoeken en naar wat
-> ZOEKPLAN HANTEREN
Afbakening
Wat? Waarom? Waar? Hoe?
Reikwijdte van de studie: ruimte en tijd
ruimte: op welk niveau zal je het onderzoek doen
tijd: over welke periodes zal je onderzoek doen
,Trefwoorden
Groeperen en combineren
Systematische strategie
1. Welk soort zoekmachine
2. Welke zoektermen?
3. Welke (soort) bron?
4. Auteur, titel, datum, evt. URL van elke bron
5. Korte omschrijving inhoud en/of relevantie
6. Een lijst met nieuwe zoektermen
Exploratief systematisch zoeken
1) Oriëntatie/verkenning
- doel: onderwerp definiëren/afbakenen, zoekopdracht
- bronnen: woordenboeken, encyclopedieën, handboeken,…
- resultaat: lijst trefwoorden, belangrijke auteurs en bijdragen
2) Achtergrondkennis (breed)
- doel: verkenning projectkader, achtergrondinformatie,…
- bronnen: encyclopedieën, handboeken,…
- resultaat: uiteenzetting thema, belangrijkste ideeën, auteurs, vakjargon
Gericht systematisch zoeken
3) Bibliografische naslagwerken
niet inhoudelijk
lijst van werken, auteurs die ook over je onderwerp een werk hebben gemaakt
4) Databanken
een breed en gericht zicht over je onderwerp
bv. web of science
5) Catalogi van bibliotheken, documentatiecentra of archieven
overzicht van de meest relevante werken en waar je ze kan vinden
bv. Antilope, UniCat,…
6) Bibliografieën van de gevonden werken
bronnen van werken die je gebruikt ook eens bekijken
tip: begin met recente publicaties
7) Bibliotheek rekken overlopen
Ook…: - recente conference papers
- bachelorproeven/masterproeven (kritische houding!)
- contact opnemen met auteurs van publicaties
Zoekstrategie
Eerst makkelijk beschikbare, actuele bronnen van hoge kwaliteit.
Core literature: al of niet gepubliceerd, belangrijke impact op hierop volgende werken, verdere
ontwikkeling van het onderwerp
, Zoekmethoden
Sleutelwoorden
o Kernbegrippen uit je probleemstelling
o Sleutelwoorden vertalen in zoektermen
o Doel: met zo weinig mogelijk zoektermen zoveel mogelijk relevante en zo weinig mogelijk
irrelevante publicaties vinden
Van sleutelwoord naar zoekterm
o Synoniem
o Vertaling
o Enkel- of meervoud
o Narrower term = beperkter maken van een term
o Broader term = breder maken van een term
o Related term = gerelateerde term
Zoektermen invoeren
Technieken om zoektermen te combineren:
o Booleaanse operatoren
- AND
beide zoektermen moeten in resultaat voorkomen
bv. brand AND Brussel
- OR
één van de zoektermen moet in het resultaat voorkomen
bv. Brussel OR Bruxelles
- NOT
de eerste term moet in het resultaat voorkomen, maar de tweede term mag niet voorkomen
bv. brand NOT Switel
o Booleaanse operatoren combineren
- (Brussel AND Innovation) OR brand
- Brussel AND (Innovation OR brand)
o Truncatietekens of wildcards
* : ter vervanging van één of meerdere karakters
voornamelijk achteraan de woordstam, kan ook vooraan
bv. *diversi*: diversity OR diversiteit OR …
? : ter vervanging van één karakter
kan naargelang databank ook midden in een woord
bv; organi?ation: organisation OR organization
$ : ter vervanging van één of geen karakter
bv. behavio$r: behavior OR behaviour
o Exacte woordcombinatie of string search
je zet alles tussen dubbele aanhalingstekens