Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Formeel Strafrecht (16/20) €14,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Formeel Strafrecht (16/20)

 32 vues  3 fois vendu

Deze samenvatting bevat te kennen hoofdstukken van het vak "formeel strafrecht" die nodig zijn om dit vak te begrijpen en succesvol te voltooien. Met deze samenvatting, die mij een score van 16/20 heeft opgeleverd, ben je verzekerd van een grondige voorbereiding voor je examen. Ideaal voor studente...

[Montrer plus]

Aperçu 10 sur 109  pages

  • Oui
  • 19 juillet 2024
  • 109
  • 2023/2024
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (22)
avatar-seller
jorenbrauwers
FORMEEL STRAFRECHT
Samenvatting




Joren Brauwers
Academiejaar 2023-24

, TITEL 1: ALGEMENE
BEGINSELEN
STRAFPROCESRECHT
HOOFDSTUK 1: DEFINITIE
Formeel strafrecht = strafprocesrecht, & dit is het geheel van de procedurele spelregels
volgens welke het materieel strafrecht wordt toegepast.
- Één van de belangrijkste onderverdeling is het onderscheid tussen Formeel &
materieel strafrecht
o Materieel = gaat over de materie of de inhoud van het strafrecht (welke
gedraging zijn misdrijven, welke straffen staan daar op)
 Materieel strafrecht = Het geheel der rechtsregels waardoor
bepaalde gedragingen strafbaar worden gesteld en gesanctioneerd. (Misdrijven & straffen)
o Formeel = gaat eerder over de VORM (de manier waarop) ons strafrecht werkt, de procedures die aan
de pas komen in de verschillende fase van de strafrechtsketen (opsporing, vervolging, straftoemeting,
strafuitvoering)
 FORMEEL strafrecht = rechtsregels (of procedureregels) betreffende opsporing, vervolging en
berechting/straftoemeting van personen verdacht van ene misdrijf)
 Het beschrijft (1) de manier waarop een dossier (opsporing, & uiteindelijk berechting
van feiten), met de daarbij horende procedurele regels (vormvoorschriften) gevolgd
moeten worden & (2) het heeft benadrukt bovendien de rechtspositie van betrokken
personen
o Wat ten slotte ook bij strafprocesrecht behoord zijn:
 (3) Regels over de organisatie en werking van strafgerechten
 (4) Regels betreffende de tenuitvoerlegging van de beslissingen van
de rechtscolleges (strafuitvoering)

BRONNEN VAN FORMEEL STRAFRECHT???
(1) Grondwet (1830), hierin staan
o Fundamentele rechten (Recht van alle Belgen)
o Bepalingen of regels omtrent de rechterlijke macht
o Strafrechtelijke verantwoordelijke van parlementsleden en ministers (deze hebben IMMUNITEITEN)
(2) Wetboek van Strafvordering (Sv.), inclusief “Voorafgaande titel” (belangrijke aanvulling!!!)
(3) Potpourri wetgevingen (verschillende verandering of wijzigingen aangebracht aan het Belgisch rechtssysteem), dit
is een verzamelwetgeving er zijn tussen 2015-2018 verschillende bepalingen uitgekomen (potpourri I, II, III,…)

ONDERSCHEID TUSSEN MATERIEEL EN FORMEEL STRAFRECHT
Het onderscheid tussen regels van het materieel en het formeel strafrecht heeft op:
- (1) De personen tot wie deze regels GERICHT zijn
o Materieel: De regels (welke gedragingen misdrijven zijn) zijn gericht tot de HELE bevolking
(iedereen op het grondgebied)
o Formeel: Regels zijn voornamelijk gericht tot de overheid (personen die het strafprocesrecht
moeten TOEPASSEN, namelijk: Politie, de staande en zittende magistratuur)
- (2) Inhoud van de regels




1

, o Materieel: Materie (inhoud, wat misdrijven zijn, welke straffen daarbij horen & met welke
zaken de rechter rekening houdt, namelijk
verzachtende/verzwarende/schulduitsluitingsgronden/Deelneming/…
o Formeel: Spelregels, de vorm, de manier waarop het materieel strafrecht wordt toegepast (de
procedures)
- (3) Sancties indien zij worden geschonden
o Materieel: op elk misdrijf (regeloverreding) staat een STRAF (gevangenisstraf, geldboete,..)
 Straf = hierbij heeft als doel om leed (pijn, verdriet,..) toe te voegen, voor het misdrijf
dat je hebt gepleegd
o Formeel: Vaak heeft het niet volgen van de PROCEDURELE REGELS, de “nietigheid” (niet geldig)
van de proceshandeling of mogelijks het hele proces als gevolg (bijvoorbeeld onrechtmatig
verkregen bewijs, soms mag men het nog wel gebruiken want niet ALLE onrechtmatig
verkregen bewijzen worden uitgesloten). Kan ook ervoor zorgen dat er sprake is van een
“onontvankelijkheid van de strafvordering” (verval van de strafvordering, indien OM niet de
procedure regels volgt van de termijn waarin ze moeten beslissen om te gaan vervolgen of niet
dan vervalt de strafvordering & kan men niet meer vervolgen)

DOELSTELLING VAN HET STRAFPROCES
In het strafproces (proces waarbij verdachte mogelijks een straf krijgt, indien hij schuldig wordt
bevonden) staan er verschillende belangen tegenover elkaar, namelijk
- (1) Het belang de gemeenschap/maatschappij (bestraffen van criminaliteit)
- (2) Het belang van het slachtoffer (schadevergoeding)
- (3) Het belang van de verdacht (eerlijk proces)

Het strafproces heeft in principe als DOEL “de ontdekking van de waarheid”, MAAR natuurlijk
mag deze waarheidsvinding echter niet tot stand komen door een miskenning van de
“individuele grondrechten van de verdachte” (deze hiermee moet je rekening houden)
- Daarom heeft het STRAFPROCES eigenlijk een “dubbele finaliteit” (!!!)
o (1) Waarheidsvinding (het ontdekken van de waarheid (wat er gebeurd is, of hij schuldig is,…)
 Het strafproces in zijn geheel (opsporing, vervolging, berechting van de daders) heeft als
VOORNAAMSTE doel de waarheidsvinding
 De voorschriften of procedurele regels in wetboek gaan voornamelijk over de wijze waarop
de bewijzen tegen de vermoedelijke daders van een misdrijf moeten worden vergaard en
hoe de rechtscolleges op grond hiervan tot eventuele veroordeling kunnen komen
 Optiek (hoe men ernaar kijkt) is vanuit OPENBAAR BELANG (belang van iedereen in de
gemeenschap), want strafrecht is onderdeel van het publiekrecht (wordt gezien als een conflict
gemeenschap & dader)
 Maar de overheid gaat de dader wel berechten, ter bescherming van de maatschappij
(link: sociaal verweer)
o Het publiekrecht geeft regels ten aanzien van de verhouding tussen de burger en
de overheid
o (2) Bescherming van de individuele grondrechten (recht op een eerlijk proces,…)
 Optiek: Individuele burger, strafproces moet nog steeds de individuele grondrechten
waarborgen/beschermen, dit werkt vaak TEGEN de eerste finaliteit (maar is cruciaal in een rechtsstaat
zoals België)
 In het kader van waarheidsvinding (onderzoek) worden aan de overheid belangrijke
bevoegdheden toegekend die een verregaande beperking van bepaalde grondrecht kunnen
inhouden (deze bevoegdheden bestaan ten aanzien van verdacht, maar ook derden) 
natuurlijk kan de overheid niet ALLES DOEN wat ze wilt, er zijn ook beschermingen (zo kunnen
voor veel van deze maatregel, enkel toegepast worden indien ze worden bevolen door een




2

, onderzoeksrechter in het kader van een gerechtelijk onderzoek, dus niet zomaar door het
parket NEE MOET DOOR EEN “RECHTER” GEBEUREN)
o Schending van privacy: huiszoeking, observatie met technische hulpmiddelen, gebruik
van infiltranten
o Schending van briefgeheim/telefoongeheim (afluisteren)
o Schending van eigendomsrecht (inbeslagname)
 Het gaat veel ruimer dan “Rechten van de verdediging” in strafzaken, er moet ook bescherming
zijn van rechten die gelden ten aanzien van personen die vervolgd worden wegens een misdrijf
(en nog niet vr de rechter zijn verschenen )
 Staan vaak in EVRM
 Eerlijk proces
o Recht op onafhankelijk en onpartijdige rechter
o Eerlijk bewijsvoering
o Recht op bijstand van advocaat
o …
Conclusie: Het is de taak van het STRAFPROCESRECHT om deze, vaak tegenstrijdige belangen met elkaar te verzoenen, &
uiteindelijk deze 2 finaliteiten (doelen) te bekomen!!


ONDERLINGE AFWEGING FINALITEITEN
Ten tijden van het opstellen van het wetboek van strafvordering en gedurende de ganse 19 e en eerste helft van 20ste
eeuw stond de finaliteit van de “Waarheidsvinding” als enigste CENTRAAL, pas sinds het tot stand komen van het
EVRM (1950), en het hieruit vloeiende Europees Hof van de Rechten van de Mens is de “bescherming van
grondrechten” een ZELFSTANDIG doel geworden

Er staan verschillende (grond)rechten die relevant zijn voor het strafproces, zowel in de Grondwet als ook Sv. & Wet
Franchimont. (+ EVRM)
- Voornaamste hierbij is natuurlijk het WETTELIJK KARAKTER van het overheidsoptreden (overheid mag enkel
optreden indien het ook in een Wet staat verankerd, = legaliteit-beginsel, terug te vinden in tijden van Magna
Charta
o Het overheidsoptreden moet bovendien ook RECHTMATIG zijn, door de komst van het EVRM zijn er
niet heel wat voorwaarden verbonden aan overheidsoptreden (verankerd in een wet = legaliteit)
zodat die gerechtvaardigd is (men mag optreden)
 Dwangmaatregel (aanhoudingsbevel, huiszoekingsbevel,..) zijn allemaal inbreuken op
grondrechten, en deze moeten dus rechtvaardig zijn (aan enkele voorwaarden voldoen;
zoals kan enkel bevolen worden door een rechter, namelijk de onderzoeksrechter)

Door deze evolutie is het duidelijk dat vandaag de dag de belangen van de burger in het algemeen (grondrechten),
en van de verdachte in het bijzonder (rechten van de verdediging), in het strafproces doorwegen. HIERDOOR MOET
de waarheidsbevinding af en toe afwijken.
- Hierdoor moet in België het onrechtmatig of op onregelmatige (illegale) wijze verkregen bewijs, ook al stemt
het met de waarheid overeen, in bepaalde gevallen uit het strafdossier worden verwijderd. (rechter mag er
bij zijn oordeel, GEEN BEROEP OP DOEN!!!)

De CONCRETE AFWEGING van wat nu het belang is van de waarheidsvinding, & van de bescherming
van de grondrechten gebeurd echter door de rechtsspraak (rechter zelf), de regels/wetten van EVRM,
Sv, Gw,… moeten door de rechter worden ingevuld (wat is nu het belangrijkste????)

WEEGSCHAAL: Afweging van het belang van de waarheidsvinding, & het belang van de bescherming
van de grondrechten = Slingerbeweging doorheen de tijd
- Voor WWII: waarheidsvinding was het belangrijkste
- Na WWII (vanaf jaren ’60, door internationale ontwikkeling met het EVRM, BUPO,…) zijn is de
bescherming van de grondrechten het belangrijkste geworden!!!!




3

, o Dit is tot op vandaag het BELANGRIJKSTE!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!




HOOFDSTUK 2: ACCUSATOIR VS INQUISITOIR RECHTSPLEGING OF PROCES

ACCUSATOIR RECHTSPLEGING (BESCHULDIGEND KARAKTER)
Accusatoir = “beschuldigend karakter”, het zijn gwn 2 partijen die elkaar iets beschuldigen & het voor de rechter
moeten oplossen
- Partij 1: aanklager
o Openbaar aanklager (openbaar ministerie) bestaat niet in een zuiver accusatoir systeem
- Partij 2: beklaagde
o In een accusatoir proces, is de beklaagde NIET het onderwerp of object van het proces, MAAR
wel een VOLWAARDIG procespartij = horizontale processtructuur (aanklager en verdediging
staan op gelijke voet, met gelijke wapens)

Ze hebben allebei het proces in EIGEN HANDEN, moet zelf hun “case” bewijzen, of argumenten aanhalen. Ze bepalen zelf
welke onderzoekshandelingen er zullen plaatsvinden (bv: getuigenverhoor), & dit gebeurd tegensprekelijk (aanwezigheid
van alle twee de partijen, zodat ze zich kunnen verdedigen) & openbaar

De Rechter heeft een PASSIEVE ROL, de actieve “waarheidsvinding” gebeurd hier niet, de rechter luistert gewoon naar de
argumenten van beide kanten & beslist welke van de 2 juridisch gezien “juist” is. (& of de procedure correct verloopt)
- Rechter heeft niet de taak ZELF de waarheid te vinden, maar moet enkel beslissen over de vraag of de
tenlastelegging (wat er wordt beweerd of beschuldigd)
voldoende bewezen is.
o Het onderzoek wordt verricht door de POLITIE
 Openbaar ministerie = bestaat niet
 Onderzoeksrechter (rechter die aan
actieve waarheidsvinding doet) = bestaat
ook niet

INQUISITOIR PROCES (ONDERZOEKEND KARAKTER)
Hier is sprake van een VERTICAAL PROCESSTRUCTUUR (overheid
wordt betrokken, niet louter partij tegen partij), waarbij de
overheid doorweegt op de procesvoering (centrale actor), anders
dan in een “accusatoir proces” wordt de procesvoering niet aan de
partijen overgelaten”, maar is er sprake van een OPENBARE
AANKLAGER (openbaar ministerie of parket) die optreedt in naam
van de maatschappij. Deze openbare aanklager is de VERVOLGENDE
PARTIJ in het strafproces, die de BEKLAAGDE (nu het “object” van het strafproces zal vervolgen  zullen ook een
onderzoek voeren, bewijzen verzamelen = onderzoek gebeurd door de OVERHEID

Rechter heeft nu een ACTIEVE ROL, met taak om de “waarheid” te ontdekken.

Andere kenmerken zijn haar GEHEIM & niet-tegensprekelijk karakter
- Geheim = onderzoek wordt achter gesloten deuren gevoerd (noch de verdachte, noch het publiek, media, pers,…
zijn op de hoogte van het onderzoek)




4

, - Niet-tegensprekelijk karakter = beklaagde heeft niet de mogelijkheid om de tegen hem verzamelde bewijzen te
weerleggen en de argumenten voor zijn verdediging naar voren te brengen, de verdachte wordt beschouwd als
het “object” van de rechtspleging (geen inspraak)




HOE ZIT HET NU IN BELGIË???

Belgisch strafproces wordt gekenmerkt door 2 fases, namelijk (1) vooronderzoek, (2) fase ter terechtzitting
(effectief in de rechtbank voor de rechter)

(1) VOORONDERZOEK
Van deze fase wordt gezegd dat zij INQUISITOIR is omdat het onderzoek… is: (overheid doet onderzoek)

- Schriftelijk
- Geheim
- Niet-tegensprekelijk = niet aanwezig, vooronderzoek niet mogelijkheden om tegenargumenten te geven)

Dit vooronderzoek wordt niet, zoals in England, op autonome wijze door de politie verricht, maar gebeurd door
de politie ONDER LEIDING van een magistraat

 (1) Procureur des Koning (openbare aanklager) = opsporingsonderzoek
 (2) Onderzoeksrechter = Gerechtelijk onderzoek, indien hij of zij gevorderd wordt door parket als er
dwangmaatregelen nodig zijn
o Rechter die actieve rol speelt

(2) FASE TER TERECHTZITTING
Na het vooronderzoek volgt een tweede fase, namelijk de fase ter terechtzitting. Deze wordt als accusatoir
beschouwd, omdat het…is:

- Openbaar
- Mondeling
- Tegensprekelijk (wel aanwezig want mag tijdens proces voor de rechter, zijn argumenten naar boven
alle & het verzamelde bewijs proberen te weerleggen

Rechter ten gronde (feitenrechter) speelt een PASSIEVE ROL, hoort alle argumenten & beslist daarna (maar toch
wel actiever dan in Common Law landen, want de rechter kan ambthalve bijkomende onderzoeksverrichting
bevelen)

CONCLUSIE:

In België gaat de verdachte dus van het “object” van de rechtspleging (onderzoek), naar een volwaardig
procespartij (fase ter terechtzitting)

o Accusatoir stelsel: procedure verloopt op tegenspraak, mondeling en openbaar
 In dit stelsel gebeurd alles eigenlijk mondeling en openbaar
 Een accusatoir proces (ook wel accusatoire rechtspleging) is een vorm van
procesvoering waarbij het initiatief bij de procespartijen ligt. Het proces is bijna
volledig in handen van de partijen: zij bepalen het voorwerp van de rechtszaak en
zij zijn verantwoordelijk voor de bewijsvoering
 Accusatoir = het beschuldigen van elkaar, het is de ENE PARRTIJ TEGEN DE ANDERE PARTIJ,
ZONDER OVERHEID!!!!!!!




5

, o Inquisitoir stelsel: procedure verloopt niet op tegenspraak, schriftelijk en van overheidswege
 In dit stelsel verloopt alles schriftelijk en van overheidswege (via de overheid)
 De overheid zal zelf op onderzoek gaan en vervolgen, de overheid komt mee in
het verhaal. Hier ontstaat het Parket



HOOFDSTUK 3: VERLOOP VAN HET STRAFPROCES

ALGEMEEN
Het STRAFPROCES verloopt in 2 CRUCIALE fasen, namelijk (1) een
geheime fase, het VOORONDERZOEK (grotendeels inquisitoir) & (2) een
openbare fase, het ONDERZOEK TEN GRONDEN (grotendeels accusatoir)

(1) VOORONDERZOEK
DOEL van het VOORONDERZOEK = om de verdachte te identificeren & na te gaan of er voldoende
bezwaren/bewijzen tegen hem bestaan?? (indien verdachte niet geïdentificeerd of onvoldoende
bezwaren, wordt het onderzoek stopgezet + gaat men ook niet naar de tweede fase). Er wordt GEEN
UITSPRAAK GEDAAN over de grond van de zaak (gebeurd enkel door vonnisgerecht)
- In deze fase gaat men verschillende onderzoekshandelingen stellen, om bewijzen te verzamelen
(verhoor, onderzoek plaatsdelict, observatie, huiszoeking, infiltratie, aanhouding,…)


TWEE VORMEN IN HET VOORONDERZOEK
- (1) Opsporingsonderzoek (90% van de strafzaken)
o Een opsporingsonderzoek wordt gevoerd door de Procureur des Konings (Parket), vanaf het moment dat
men op de hoogte wordt gebracht van strafbare feiten (misdrijven)
 Door een PV vanuit de politie (na klacht dat is ingediend door het slachtoffer of een derde), De
politie zal deze klacht behandelen & de gebeurtenissen samenvatten in een Proces-verbaal.
Uiteindelijk zullen ze deze PV doorsturen naar het Parket, waardoor een Opsporingsonderzoek
wordt gestart!!!!!
o Tijdens dit opsporingsonderzoek zal de PdK kantschriften (schriftelijke opdrachten) doorsturen naar de politie
om ze uit te voeren, met als doel bewijzen te verzamelen (bv: verdachte verhoren, slachtoffer verhoren,
onderzoek doen bij het plaatsdelict,…). Als de Politie dit heeft gedaan zullen ze uiteindelijk nog een PV
doorsturen, & zo gaat dit verder (Ping-pong beweging) tot het dossier volledig is.
 Opsporingsonderzoek wordt afgesloten met de beslissing van de Procureur, hij kan 3 dingen
beslissen
 (1) Sepot = niet vervolgen (niet behandelen/voor de rechter brengen)  GEEN vervolg van
strafvordering (kan nog naar terug naar boven komen)
o Technisch sepot = ik wil wel vervolgen , maar kan niet vervolgen (dader is dood)
o Beleidssepot = ik kan wel vervolgen, maar wil het niet want het is geen prioriteit
 (2) Buitengerechtelijke afhandeling (verval strafvordering)
o Minnelijke schikking (geldsom betalen)
o Bemiddeling (samenbrengen van 2 partijen, & het geschil proberen op te lossen +
schade te herstellen & mogelijk voorwaarde opleggen aan de dader)
 (3) Dagvaarden voor het vonnisgerecht (vervolgen, voor de rechter brengen)

- (2) Gerechtelijk onderzoek (10 % van de strafzaken), Het gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd onder leiding
van een ONDERZOEKSRECHTER, er start pas een gerechtelijk onderzoek wanneer de Onderzoeksrechter
gevorderd (gevraagd) wordt door het parket




6

, o Wanneer het Parket van mening is dat er DWANGMAATREGELEN (infiltratie, aanhoudingsbevel,
telefoontap, huiszoekingsbevel,…) nodig zijn moeten ze de onderzoeksrechter vorderen, want hij is de
enigste die deze dwangmaatregelen mag bevelen (want hij is een rechter)
 Hierdoor gaat het dus van een opsporingsonderzoek, naar een gerechtelijk onderzoek. De
onderzoeksrechter zal zijn onderzoek zowel à charge (in het nadeel van de beklaagde) als à
décharge (in het voordeel van de beklaagde) voeren.
 BELANGRIJK!!!!!! Er bestaat ook zoiets als “mini-instructie”, dit houdt in dat het
Parket een (minder ingrijpende) dwangmaatregel vraagt aan de onderzoeksrechter,
maar dat het dossier WEL op het niveau van het parket blijft!!
 Om een gerechtelijk onderzoek TE STARTEN hoeft de onderzoeksrechter niet gevorderd te
worden door het parket, je kan als slachtoffer ook rechtsreeks een klacht indienen bij de
onderzoeksrechter!!!! (= Klacht met burgerlijke partijstelling), dan vermijdt je ook het
mogelijks seponeren door OM want Onderzoeksrechter MOET uw zaak behandelen.
o Het Gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd ONDER CONTROLE van de Kamer van inbeschuldigingstelling
o EINDE: Wanneer de onderzoeksrechter van mening is dat zijn onderzoek is afgerond, zal het dossier
overgemaakt worden aan het parket maar zal het uiteindelijk de RAADKAMER zijn, die zal beslissen over
….. (op basis van het gerechtelijk onderzoek), dit heet “regeling der rechtspleging” (parket
vordert/vraagt hier buitenvervolgingstelling of verwijzing  maar beslisisng gebeurd door RK)
 (1) Buitenvervolgingsstelling (bvb onvoldoende bezwaren)
 (2) Doorverwijzing naar een Vonnisgerecht (voldoende bezwaren/bewijzen)
 Hier komt dan het Parket terug als “vervolgende partij”.
o Als het Parket de onderzoeksrechter vordert verliest het dus zijn
vervolgingsmonopolie (kunnen niet meer beslissen om te vervolgen of niet, dit
gebeurd door de RAADKAMER)
BEZWAREN = vooronderzoek
BEWIJZEN = Vonnisfase
KENMERKEN VAN HET VOORONDERZOEK (INQUISITOIR)
(1) Geheim karakter: Het Vooronderzoek is in principe geheim, met als doel om ervoor te zorgen dat het onderzoek
NIET wordt gedwarsboomd, en anderzijds te vermijden dat er onnodige publiciteit aan de zaak wordt gegeven
 Opsporingsonderzoek: Art. 28quinquies, §1
 Gerechtelijk onderzoek: art. 57, §1 Sv.
o A: Geheimhouding ten aanzien van VERDACHTE & SLACHTOFFER
 In principe geheim, ze worden niet betrokken of op de hoogte gebracht van onderzoekshandelingen of
verrichtingen (verdachte is bv niet aanwezig bij getuigenverhoor,…)  natuurlijk weet men wel over
onderzoekshandeling waar iemand deel van uitmaakt (verdacht bij zijn ondervraging)
 MAAR er zijn wel wat MILDERINGEN door Wet Franchimont (12/3/1998)
o Recht op gratis kopie van zijn of haar ondervraging
o Recht op inzage of afschrift van het strafdossier, indien ze er RECHTSTREEK BELANG
BIJ HEBBEN
 Inzage kan wel worden beperkt tot een deel van het strafdossier
o B: Geheimhouding ten aanzien van de Openbare Opinie (het publiek)
 Alle onderzoeksverrichtingn en procedurehandeling zonder publiek, Strikte GEHEIMHOUDING
 MILDERING: Sos kan de PdK of advocaat persmededelingen doen, indien het openbaar
belang het vereist
o SANCTIONERING: Wat gebeurd er bij de schending van het geheim van het vooronderzoek???
 De schending heeft NIET de nietigheid van het HELE onderzoek als gevolg, MAAR WEL DE
NIETIGHEID (niet geldig verklaard) VAN BEPAALDE ONDERZOEKSHANDELING
 Hof van Cassatie: “recht eerlijk proces niet in gedrang als verdachte in media negatief
in beeld komt”




7

,  Magistraten en politiemensen die het geheim van het onderzoek schenden maken zich
schuldig aan een STRAFBAAR FEIT (art. 458 Sw.)
 Verdachte en slachtoffer, die misbruik maken van de inlichting die ze hebben verkregen door
hun inzagerecht, plegen ook een STRAFBAAR FEIT (art 460ter Sw)
 PROBLEEM: Journalisten zijn zo goed als onaantastbaar (persvrijheid)
(2) Niet-tegensprekelijk karakter & sturing vooronderzoek: Tijdens het vooronderzoek heeft de verdachte NIET het
recht om bezwaren of bewijzen tegen hem te weerleggen (“tegen te spreken”) & verweermiddelen aan te
voeren (zich te beschermen), het idee hierachter is omdat er bij het VOORONDERZOEK nog GEEN uitspraak
wordt gedaan over de GROND van de zaak. (hij krijgt deze mogelijkheid pas in de tweede fase, namelijk
onderzoek ten gronden voor de vonnisrechter)
o Opsporingsonderzoek geldt dit PRINCIPE onverkort (zonder uitzondering), het onderzoek wordt
VOLLEDIG GESTUURD door het Parket. De verdachte & het slachtoffer hebben GEEN enkele inspraak
hierin
o Gerechtelijk onderzoek is de situatie anders, de inverdenkingestelde verdachte & het slachtoffer dat
zich burgerlijke partij heeft gesteld (klacht met burgerlijke partijstelling), hebben de mogelijkheid om
aan de onderzoeksrechter specifieke onderzoeksdaden te vragen (want onderzoek zowel à charge als à
décharge)
(3) Schriftelijk karakter: van elke onderzoeksverrichting of handeling wordt een geschrift opgemaakt, namelijk een
PROCES-VERBAAL. Deze PV’s worden allemaal toegevoegd tot het strafdossier (alle documenten die verzameld
zijn tijdens het vooronderzoek)
o Dit STRAFDOSSIER vormt de BASIS voor de behandeling van de zaak op de openbare terechtzitting
(proces ten gronden, tweede fase)
 BELANGRIJK: er zijn nauwelijks wettelijke regelingen over hoe een PV opgesteld moet worden
(met uitzondering van verhoren)

(2) ONDERZOEK TEN GRONDEN

WAT IS DIT?
Dit is de ONDERZOEKSFASE waarin uitspraak wordt gedaan door de vonnisrechter of
feitenrechten over de GROND van de zaak, namelijk over de vraag of de feiten waarvan de
verdachte beschuldigd wordt ook effectief bewezen zijn (hij is schuldig), & indien hij of zij
schuldig wordt bevonden zal de rechter in deze fase ook een straf geven (straftoemeting)

Dit gebeurd in de vonnisgerechten (correctionele rechtbank, Hof van assisen,…)

KENMERKEN VAN DE TWEEDE FASE
De algemene kenmerken van de procedure (onderzoek ten gronden) zijn TEGENGESTELD aan de hierboven vermelde
procedure, van het vooronderzoek.

(1) Openbaarheid van terechtzitting & uitspraak:
De OPENBAARHEID van het onderzoek ten gronde is door de GRONDWET voorgeschreven, zowel de terechtzitting (art. 148 Gw.)
al de uitspraak (art. 149 Gw.) is openbaar, op STRAFFE VAN NIETIGHEID (= dit betekent dat alle verrichtingen of handeling in
aanwezigheid van zowel de beklaagde als van het publiek plaats vinden, en indien dat niet gebeurd wordt de uitspraak NIETIG
verklaard/niet geldig)

OPENBAARHEID van… (geldt enkel ten aanzien van vonnisgerechten, NIET onderzoeksgerechten (Raadkamer, kamer van
inbeschuldigingstelling)

- 1. Terechtzitting, Uitzondering = zitting met gesloten deuren (enkel ten aanzien van het publiek, BEKLAAGDE nog steeds
aanwezig)
o Indien




8

,  GW: gevaar voor openbare orde of goede zeden.
 EVRM (Art. 6 (1)): bescherming privéleven van de partijen bij het proces




 Hoe verloopt de TERECHTZITTING (het proces eigenlijk?)
 (1) Uw verhoor = voorzitter/rechter ondervraagt u over uw identiteit en over de feiten
 (2) Getuigenverhoor (+ mogelijk deskundige) = voorzitter luistert naar het verhaal van de
getuigen, met vragen van de advocaten
 (3) De vordering van de burgerlijke partij = Het slachtoffer kan een vordering instelling om
het herstel te bekomen van de geleden schade, men stelt zich burgerlijke partij (hoeveel
willen ze krijgen van schadevergoeding)
 (4) Vordering van OM = Het Openbaar Ministerie vat de zaak samen en geeft zijn conclusie
over de toepassing van de strafwet. Zo kan het Openbaar Ministerie de vrijspraak of een
gepaste straf of maatregel vorderen/vragen aan de rechter, hoewel moet de rechter deze
niet volgen.
 (5) Uw verdediging (advocaat probeert nog argumenten in uw verdediging te geven)
 (6) Conclusie (uitspraak van de rechter, na BERAAD = nog een bepaalde tijd over nadenken,
en pas daarna volgt de definitieve uitspraak
o UITSPRAAK
 ALTIJD OPENBAAR (zowel intern als externe openbaarheid), geen uitzonderingen mogelijk
 Onderscheid tussen:
o (1) Interne openbaarheid (beklaagde = vermoedelijke dader, waar tegen een
rechtszaak is gestart)
 Voor de beklaagde betekent de openbaarheid dat hij nu, anders dan in
het vooronderzoek, AUTOMATISCH inzage zal hebben in het
strafdossier.
 Deze inzage is BELANGRIJK om zich te kunnen verdedigen
tegen de aanklacht (beschuldigingen) van het openbaar
ministerie
o In principe moeten de bewijzen die verzameld zijn
tijdens het vooronderzoek, nu in aanwezigheid van
de beklaagde aan de vonnisrechter worden
voorgelegd
 HIERDOOR heeft de beklaagde de
mogelijkheid tot tegenspraak (argumenten
ter verdediging)
o (2) Externe openbaarheid (openbare opinie: pers, media, publiek,…)
 = voornamelijk een controle functie, waarbij het publiek kan
controleren op een “correcte rechtspleging”

(2) Tegensprekelijk karakter procedure:
Het recht op TEGENSPRAAK VORMT de essentie VAN HET RECHT OP VERDEDIGING. Het “tegensprekelijk karakter” van de
rechtspleging of het proces voor de vonnisgerechten houdt in dat het onderzoek verloopt in de vorm van een DEBAT
tussen (1) Vervolgende partij (OM – Parket) & (2) Verdedigende partij (Beklaagde)
- Het OM vervolgd de beklaagde voor zijn feiten, zal ook alle bewijzen die verzameld zijn tijdens het vooronderzoek
naar bovenhalen (ze halen eigenlijk het hele strafdossier naar boven voor de rechter), ze vatten de feiten samen &
vorderen een straf (stellen een volgens hen, vertegenwoordigers van de maatschappij, een geschikte straf voor)




9

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jorenbrauwers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79271 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€14,99  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter