In eerste zit geslaagd.
Dit zijn notities van alle lessen verbintenissenrecht (schema's, artikels en voorbeeldvragen inbegrepen). Dit document bevat slechts alle lessen tot en met de paasblok, het andere deel wordt apart verkocht.
1. Wat is een verbintenis?
2. Wat zijn de bronnen van verbintenissen? Kan je telkens een voorbeeld geven?
3. Wat zijn de bronnen van het verbintenissenrecht? Kun je enkele voorbeelden geven?
4. Wat is een contract?
5. Wat is een akte?
6. Wat is de verhouding tussen een contract en een verbintenis?
7. Waarom is het leven van een contract belangrijk?
8. Een partij verkoopt een antieken stuk aan u. In plaats van u dat antieken stuk te leveren, heeft hij
er eentje laten namaken. U krijgt het nagemaakte stuk. U wil van het contract af. Zal u de
nietigverklaring of de ontbinding vragen? Denk aan het leven van het contract.
9. Wat is een partij? Wat is een derde?
10. Wat is het onderscheid tussen overmacht en imprevisie?
11. Synoniem van een toerekenbare niet-nakoming van een contractuele verbintenis?
12. Waarom zijn contracten belangrijk in ons maatschappelijk systeem. Leg uit in je eigen woorden.
Lees ook de pagina's 1 tot 14 van het handboek over de rol van contracten.
13. Hoe is in België geoordeeld over de rol van de corona-overheidsmaatregelen op het lot van
handelshuurcontracten? Imprevisieregel? Rechtsmisbruik? Overmacht?
14. Wat zijn de doelstellingen die de wetgever heeft beoogd met de invoering van boek 5 BW?
15. Is titel 3 van boek 5 BW van belang voor contractuele verbintenissen. Leg uit. Zoek wat
voorbeelden in het stuk over niet-nakoming van verbintenissen in titel 3.
16. In welke wetten in de brede zin van het woord vind je de contractvrijheid terug?
17. Kan je toelichten wat wordt bedoeld met de wilsleer, wilsverklaringsleer en de vertrouwensleer.
18. Ken je de overgangsregels voor boek 5? Wat is het verschil met de algemene regels inzake de
temporele werking van wetgeving in boek 1 (welke bepaling?)?
19. Wat is de datum van inwerkintreding van boek 5? Wat wordt het waarschijnlijk voor boek 6 BW?
20. Waar vind je de regels inzake schadeherstel voor contractuele aansprakelijkheid?
21. Zijn de regels van verbintenissen in principe van dwingend recht? Zelfde vraag voor boek 6 BW
22. Leg uit door welke (zes) mechanismen de contractvrijheid en de gebondenheid bij uitoefening
ervan wordt beperkt.
23. Wat zijn de twee luiken van de openbare orde?
24. Hoe wordt het onderscheid gemaakt in boek 1 en boek 5 BW tussen regels van openbare orde en
regels van dwingend recht?
25. Ziet u al een aantal redenen waarom een schending van een regel van openbare orde niet altijd tot
de nietigverklaring van een contract leidt?
26. Kan misbruik worden gemaakt van een recht gesteund op een regel van openbare orde?
27. Wat is het algemeen criterium van rechtsmisbruik?
28. Wat zijn de bijzondere criteria van rechtsmisbruik? (zie handboek; niet gezien in de les, maar wel
te kennen)
29. Wat zijn de sancties van rechtsmisbruik?
30. Hoe gebeurt de doorwerking van grondrechten in het privaatrecht?
31. Lees de gescande samenvatting van het gevalletje over de kledingwinkelketen. Lees dan het
handboek over het verbod van wetsontduiking. Pas ten slotte de regels inzake wetsontduiking toe
op het gevalletje.
32. Vergelijk een contractbelofte met een voorkeurcontract.
33. Leg de werking van de sancties uit bij een schending van een optiecontract. Kan je de relevante
wetsbepaling aanduiden?
34. Is een LOI bindend?
35. Wat is een kadercontract? Vind je de definitie in het BW?
36. Wat is een formeel of vormelijk contract? Is dat een echte uitzondering op het consensualisme?
Leg uit.
37. Wat is een aanbod?
38. Wat zijn de mogelijke scenario's nadat een aanbod aan een bestemmeling werd bezorgd?
39. Geef enkele voorbeelden van een zakelijk contract. Waar wordt dit concept gedefinieerd?
40. Wat zijn de sancties als iets misloopt voor het sluiten van het contract?
41. Is een optie m.b.t. de overdracht van een onroerend goed tegenwerpelijk aan derden door het
loutere sluiten ervan?
42. Wat zijn de toepassingsvoorwaarden van dwaling?
1
,43. Wat zijn de toepassingsvoorwaarden van bedrog?
44. Wat zijn de mogelijke sancties bij (i) dwaling en (ii) misbruik van omstandigheden?
45. Wat is een wilsverhinderende dwaling?
46. Wat is het voorwerp van een verbintenis?
47. Wat is de oorzaak van een verbintenis?
48. Wat zijn de vereisten waaraan het voorwerp moet voldoen? En de oorzaak?
49. Wat is een abstracte verbintenis? Kent u een voorbeeld? Kent u de algemene wetsbepaling
terzake?
50. Waarom is het van belang de totstandkoming van de geldigheid goed van elkaar te onderscheiden?
51. Wat is een vormelijk contract?
52. Definieer vertegenwoordiging. Wat is het rechtsgevolg? Juridische grondslagen?
53. Wat zijn de toepassingsvoorwaarden van schijnvertegenwoordiging? Wat is het
rechtsgevolg? Juridische grondslag (m.a.w. waar vind je dit in de wet?)?
54. Leg de theorie van caducité uit. Leg daarbij uit in welke mate het contract daardoor tot een
einde komt. Vergeet de juridische grondslagen niet te melden.
55. Kan de rechter bij de opzettelijke schending van een regel van dwingend recht de restitutie
na nietigverklaring weigeren? Juridische grondslag?
56. Verschilt de nietigverklaring bij absolute nietigheid in vergelijking met relatieve nietigheid?
(goed nadenken)
57. Wat is het verschil tussen absolute en relatieve nietigheid? Juridische grondslagen?
58. Wat is de algemene verjaringstermijn (met vertrekpunt) van de vordering tot nietigverklaring
van een overeenkomst? En quid bij de vordering tot restitutie van wat is uitgevoerd op basis
van een contract dat naderhand werd vernietigd? Juridische grondslagen?
59. Leg uit in welke mate opbrengsten die ontvangen zijn voor een nietigverklaring, moeten
worden teruggegeven. Juridische grondslag?
60. Wat zijn de verschilpunten tussen een zijdelingse vordering en rechtstreekse vordering?
61. Wat zijn de gelijkenissen tussen een derdenbeding en een rechtstreekse vordering?
62. Kan u uitleggen dat de verzekeraar een verhoogd risico van insolvabiliteit van de verzekerde
heeft door de wettelijke regeling van de rechtstreekse vorderingen in art. 150-151 van de
Verzekeringswet?
63. Moet een derde al bestaan op het ogenblik van het sluiten van het contract met een
derdenbeding?
64. Definieer een kwalitatief recht.
65. Waar vindt u de zijdelingse vordering in het BW?
66. Wat is een hulppersoon? M.a.w. definieer.
67. Wat is de link tussen het samenloopverbod en de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent
in het oude recht?
68. Wat is veinzing?
69. Juist of fout (en waarom)? Als de toepassingsvoorwaarden van de pauliaanse vordering
vervuld zijn, dan is de aangevochten overeenkomst nietig.
70. Wat is het verschil tussen co-existentie en samenloop van contractuele en
buitencontractuele aansprakelijkheid?
71. Kan een onderaannemer de hoofdopdrachtgever tot betaling aanspreken? Op welke
grondslag?
72. Kan de hoofopdrachtgever volgens boek 6 BW de onderaannemer tot schadevergoeding
aanspreken? Op welke grondslag?
73. Kan de hoofdopdrachtgever de hoofdaannemer aanspreken voor de fout van de
onderaannemer? (dat moeten we wel nog meer in detail in de les behandelen)
74. Vanaf wanneer is een contract tegenwerpelijk aan derden?
75. Wat houdt tegenwerpelijkheid in?
76. Vanaf wanneer is een cessie van schuldvordering tegenwerpelijk aan de gecedeerde
schuldenaar?
77.
2
,HOORCOLLEGE 1
Wet 2 aug 2002
Boek 6 meenemen nr ex. 3 nietjes. Op website van de kamer nr 012 is boek 6
Ex: 2u. 5/6 vragen. CODEX GEBRUIKEN. Vooral boek 1 en boek 5.
FR-NL: vb geef de definitie van la description en waar staat het in het wetboek.
Waar had boek 6 (BC ASH) moeten staan? In boek 5 (verbintenissen)
Relatie contract en verbintenissen + BC ASH + verbintenissen:
- Verbintenis en contract: contract = bron van verbintenis (waar je verbintenis vindt; RP, gewoonte,
rechtsleer,…)
➔ De feiten waarin bron kan bestaan (contracten en BC ASH)
- BC ASH en verbintenis: BC ASH = bron van verbintenis (maar niet het BC ASH op zich).
Correcter: Aansprakelijkheidsverwekkende feiten (fout die schade veroorzaakt, gebrekkige zaak die schade
veroorzaakt, dier die schade veroorzaakt, productaansprakelijkheid,….) zijn bron van verbintenis
Hoe schade herstellen: vergoeden, in natura
Wrm boek 6 niet in boek 5? Boek 6 is controversiëler qua inhoud. Er zijn 2 werkgroepen. Werkgroep die werkte
aan boek 5 was gwn eerder klaar, drm apart. Boek 6 nu pas.
Verbintenissen
Een verbintenis is een juridische band ts schuldeiser en schuldenaar. Art 5.1 BW
Vb huwelijk → huwelijkscontract (2) + andere contracten (vb ring open, contract met restaurant,…). Wat als de
verkoper van de ring sterft?
1. ABS
2. Scheiding goederen
Vb trein nemen: contract met NMBS, contract met reismaatschappij die een contract heeft met NMBS. → Stel
ongeluk bij trein. Contractueel of reglementair?
Vb samenwonen met een partner en een huis kopen. Wat als ze na een jaar gescheiden zijn? Onrechtmatige
verrijking (waarde woning steeg)?
Vb begrafenis. Vragen: wie is de erfgename? (iemand sloot contract maar later bleek dat hij geen erfgenaam
was). Wie kan begrafenisondernemer aanspreken? Wie betaalt kosten? Bron van verbintenissen dat bestaat uit
onrechtmatige verrijking.
1. WAT IS EEN VERBINTENIS
Obligatio = verbinden // obligation
Art. 5.1 → verbintenis = een rechtsband. Band ts 2 of meer personen.
3
, • Verbintenissenrecht = personen die een band hebben. SE tgo SA
A = SE // B = SA. Verkoopcontract waarbij verbintenissen ontstaan
Mag uitvoering van prestatie eisen. Uitvoeren van een prestatie (vb boek verkopen: verbintenis tot
leveren + verbintenis tot betalen vr de koper).
Verbintenis die onmiddellijk voltrokken wordt: als verkoper verbintenis tot leveren + verbintenis het
eigendom over te dragen.
➔ Rechtsband
➔ SE en SA
➔ Kan afgedwongen worden, indien nodig in rechte (dagvaarden). (bij geldprijs geen
dwangsom) beslag leggen (gerechtsdeurwaarder).
Indien geen afdwinging, dan heb je natuurlijke verbintenis
• Zakelijk recht: een band ts persoon en goed
• Pandrecht
Bv koopcontract (hierboven)
Bv verzekeringscontract. Vb ex: band ts verbintenis en contract
Contract doet verbintenissen ontstaan (ct → VB)
Verbintenissen:
- Verzekeraar (dekking verlenen van het risico) en verzekeringnemer (premies betalen)
Bv distributiecontract. Surfplanken verkopen.
Verbintenissen
- Reclame maken onder producent
Bv raamcontract. Art. 5…… Kopen van een surfplank. Distributeur heeft zelf risico genomen te verkopen.
Producent → distributeur → klant
Bv huurcontract.
Verbintenissen;
- Huurder moet huur betalen
- Verhuurder kan betaling van de huurder ter beschikking stellen
Bv aannemer. Geneesheer – advocaat
Contract sui generis. Andere soort contract; contractsvrijheid. Algemeen contractenrecht (p17)
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rechtenstudent0001. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.