Gedragsverandering
HCO 1: 20-02-2024
Automatische reflex (bv. Boarden, mensen gaan al in de rij staan, terwijl het niet efficiënt is).
Naar Mcdonalds gaan:
Vorm van luiheid/gewoonte.
Perceptie/gevoel speelt ook een rol (de gouden boog)
Reclames onderweg/priming
Over al net hetzelfde kwaliteit van eten. Je weet dat je dat gaat krijgen en je krijgt het ook, dus
je keuze wordt beloond (vorm van bekrachtiging).
Gedrag veranderen door subtiele veranderingen. Voorbeeld: door verandering van vloer (wat lijkt op
een atletiekbaan), gaan mensen sneller wandelen -> gedrag kan worden geprikkeld door visuele
omgeving.
Gedragseconomen:
Hoe kunnen gedrag van mensen sturen dat het goed is voor hunzelf en de maatschappij
Ontwikkeling in context
Via schommelwieg slapen baby’s sneller, nabootsing van in de baarmoeder. Geeft ook sensatie van
warmte en geur van moeder. Gedragsbeïnvloeding die te maken heeft met gewenning (habituatie).
Mensen hebben minder stress aan dingen waar ze gewend aan zijn.
Vroeger was samen met baby slapen in een bed gevaarlijk, door de dekens: hooizak/slaapzak, deukte in
en baby kon stikken in de zak.
Reden van suikergebruik:
Vruchtwater en moedermelk heeft iets zoetigs smaken, natuur heeft zo gemaakt dat we voorkeur
hebben voor zoetige dingen. Suiker hebben we nodig om onszelf te voeden. Vroeger genoeg
suikergebruik en nu te veel gebruik.
Vandaag te veel invloed op de hersenen (dan 1920), vandaar toename van geestelijke problemen.
Flynn-effect:
Per decennium stijgt de gemiddelde intelligentiescore met 3 tot 5 punten op basis van hogere ruwe
scores. (Gemiddelde iQ: 100)
Regelmatig worden intelligentietesten dus geherijkt en worden nieuwe testonderdelen ontwikkeld.
Mogelijke oorzaken:
- Stijging in algemene conditie en mentale fitheid
- Meer informatiebronnen waarmee we kunnen werken
- Scholing en opleiding
- Betere voeding
- Stimulatie door omgeving (bv. Meer speelgoed)
- Daling van gezinsgrootte, waardoor meer aandacht is
- Stijging in welvaart, waardoor meer mogelijkheden en ondersteuning
,Laatste jaren een omgekeerd Flynn-effect: Reversed flynn-effect, afname van scores.
De capaciteit van het termijngeheugen: digit span. Meeste mensen beperkt tot 7.
Mogelijke verklaringen:
- Lagere standaarden en doelen in scholen
- Lagere verwachtingen
- Verminderde betrokkenheid van ouders
- Meer jongeren met anderstalige achtergrond, waardoor schools presteren minder goed gaat.
- Maatschappelijke evoluties leidend tot verslavingsgedrag, verstoord slaappatroon, multitasking
en overstimulatie
- Milieuvervuiling
- Natuurlijke daling (dynamic systems based)
,Self-fulfilling prophecy:
is een voorspelling die direct of indirect leidt tot het uitkomen van die voorspelling.
Geheugenontwikkeling, hebben baby’s een herkenningsgeheugen? Ja dat kan, trappelen van de voetjes
(eerste bewijs)
Benamingen van de perioden in de levensloop kennen!
Conceptieleeftijd
Bij het interpreteren van gedrag of het evalueren of een jong kind zich normaal ontwikkelt, is het van
belang rekening te houden met de correcte leeftijd, zeker in de eerste twee levensjaren. Als een baby 2
maanden te vroeg wordt geboren, is de conceptieleeftijd (cl) bij de geboorte 7 maanden i.p.v. 9
maanden. De kalenderleeftijd (kl) op 12 maanden na de geboorte is 12 maanden, maar doordat de baby
2 maanden minder lang heeft kunnen “rijpen” in de baarmoeder, moeten we dit corrigeren, zeker als we
diagnostische tests doen. De gecorrigeerde kalenderleeftijd is dan in dit geval 10 maanden i.p.v. 12
maanden. Bij het evalueren van de psychomotorische ontwikkeling is dit van cruciaal belang, aangezien
de fysieke rijpingsaspecten in dit geval 20% minder rijpingstijd hebben gehad.
Orale exploratie: drang om voorwerpen in de mond te steken. Mondholten en lippen bevatten veel
meer gevoelszenuwen dan andere, dat geeft prikkeling en kan aangenaam zijn.
Juveniele periode: is de periode van rijping en onvolwassenheid.
, De vroege cognitieve ontwikkeling
Baby’s denken ook, maar sensomotorisch.
Equilibratie: evenwicht in een periode
Assimilatie: opnemen
Accomodatie: structuren aanpassen om informatie/problemen beter te begrijpen.
Bv. Maakt puzzel ervaart problemen, gaat anders denken om de puzzel wel op te lossen.
Gegeneraliseerd: veralgemenend (bv. Een bal, is rond en kan rollen is een bal).
Differentiërend: maakt onderscheidt tussen ballen (glad/zacht).
Functionele/reproductieve assimilatie: bij optreden van nieuw succesvol gedrag wordt de handeling
steeds opnieuw uitgevoerd.
Circulaire reacties, goed onderscheidt tussen primaire, secundaire en tertiaire weten!
Primaire circulaire reacties (vanaf 1 maand)
Deze gedragingen zijn gericht op het herhalen van eigen lichamelijke activiteiten; ze lopen
ongeveer parallel met de sensori-motorische rijping. Zo doet het kind voortdurend
accommoderende pogingen om te kijken naar bewegende voorwerpen. Net zoals het kind het
kijkschema oefent, geldt dit ook voor het zuig- en luisterschema.
Secundaire circulaire reacties (vanaf 4 maand)
Deze zijn gericht op herhaling van activiteiten in relatie tot objecten uit de buitenwereld die het
kind manipuleert. Er is meer interesse voor de resultaten van de handeling dan voor de
handeling zelf. Zo zwiert of schudt een kind met bepaalde voorwerpen voor het klankeffect
Tertiaire circulaire reacties (vanaf 12 maand)
Nu zijn handelingen ook gericht op herhaling van interessante (succesvolle) activiteiten met
voorwerpen, maar is het een herhaling met variatie, om te zien welke effecten deze variaties
hebben op het object. Op deze manier wordt ook de generaliserende en differentiërende
assimilatie beoefend. De herhalingen worden intentioneel gevarieerd, met als gevolg dat deze
handelingen niet meer onmiddellijk geassimileerd kunnen worden in het aanwezige schema,
wat een accommodatie noodzakelijk maakt.
Pre-operationeel en concreet-operationeel mag jaar verlagen.
De cognitieve ontwikkelingsfasen volgens Piaget: