HOOFDSTUK 1: Doel – Basisconcepten
Het doel van het vak bedrijfsinfortmatica is om een aantal belangrijke begrippen van de
bedrijfsinformatica meegeven voor o.a. een goede communicatie tussen bedrijfsleiding en informatici
1. Een paar feiten
Informatica is tegenwoordig heel belangrijk maar vele projecten mislukken wegens geen overeenkomsten &
afspraken, verkeerde uitleg of interpretatie, …
De kennis van IT voor een onderneming, een organisatie en zijn management team is belangrijk zodat er goede
communicatie en efficiëntie is.
Return on IT versus IT investment paradox
= het is niet altijd zo dat hoge investeringen in IT een hogere productiviteit betekenen
Als je IT project hebt is dat in onderneming de 2 entiteiten
hebben andere voorrangen maar ze moeten communiceren
zodat ze op 1 lijn staan
*alignement: IT op een passende en tijdige manier en in harmonie met bedrijfsstrategieën, - doelstellingen en -
behoeften toepassen
Zwakte – Risico →
− Vlot verloop afhankelijk goede werking van IT
− Wat als de IT down is?
o Amazon, vliegtuigmaatschappij, Taks-on-web,...
− Problemen met:
o Web-shop
o Beheer orders
o Betalingen
o Klantenservice
Oplossing:
o Bedrijven gaan provider hebben voor informatie
o Back-up bij ander of eigen bedrijf
2. Een paar inleidende begrippen
Hardware (alles wat je kan aanraken):
Input: toetsenbord, muis, lees- en schrijfeenheden (stick, disk, harde schijf, ... )
Computer: memory (ram/rom)
− Extern geheugen = harde schijf = niet volatiel: als pc uitstaat, blijft info
− Intern geheugen = RAM/ROM = volatiel: moet je ergens opslaan
− Central Processing Unit = berekeningen en verichtingen
Output (altijd aanwezig): scherm, geluid, printer, lees- en schrijfeenheden
! geheugen = in- en output – lees- en schrijfeenheden !
,Software :
= (niet tastbaar): opeenvolging van opdrachten geformuleerd door programma’s
• Omzetting in machinetaal: symbolische instructiecodes in binary (0/1)
• Werken in modules (subprogramma’s):
o Om ze te hergebruiken
o Minder complex
o Verdelen in sub-problemen (om het overzichtelijker te maken)
o Fouten makkelijker terugvinden
o Mogelijkheid om samen te werken met meerdere personen
Naast programm’as kan software ook data (gegevens) omvatten !!
Databank :
• Georganiseerde verzameling data die in computer bewaard worden
o Georganiseerd: elke tabel bevat zelfde soort data bv. per lijn naam, adres, ...
o Extern geheugen
• Relationele databanken: je gaat linken kunnen leggen
bv. ipv meerdere keren te zet 1000 Brussel maak je extra tabel waarin je definieert dat 1000 = Brussel, dan
hoef je niet bij elke lijn ‘Brussel erbij te schrijven?
Netwerken :
• Meerdere computers om te comuniceren en data uit te wisselen
• PAN, LAN, MAN, WAN
o Personal area network (PAN): netwerk met een veel kleinere omvang bv. bluetooth, smartwatch,
...→kleine fysieke afstand
o Local area network (LAN): verzameling draadloze computers die aan 1 netwerk verbonden zijn bv.
allerlei routers in 1 auditoria→meest gebruikt netwerk
o Metropolitain area network(MAN): bereik voor een hele stad/metropool Bv. Telenet die zijn network
over heel brussel heeft uitgerold
o Wide area network(WAN): bereik voor een heel land bv. belnet (alle unifs - eduroam) Kan ook op groter
niveau bv op de europese markt (orange: FR, NL, BE)
• Protocols: TCP (transmission control protocol) of IP (internet protocol)
Servers :
• Om te stockeren en te berekenen
• Aangesloten op netwerk: scherm en toestenbord is niet nodig
• Bv. Mail server, …
Internet :
• Grootste internetwerk
• Oeso landen heeft penetratiegraad van 83%
Computer architectuur :
= fundamentele organisatie van het computersysteen
Fase 1: mainframe: scherm delen
Fase 2: pc en client-server: eigen computer
Fase 3: browser en cloud: info handelen
Proces :
= Een business proces is een opeenvolging van stappen / handeling met als doel het genereren van een product
of een dienst. Aanvang in ‘90: nood aan werking tussen de verschillende actoren/departementen binnen een
organisatie
Informatiesysteem :
= De combinatie van IT hardware, software, processen en mensen die het gebruiken
→ Mensen motiveren om IT processen te aanvaarden
,HOOFDSTUK 2: Algoritme
1. Stappen bij het programmeren
Bij het oplossen van een probleem met behulp van de computer is het ten sterkste aangeraden volgende
stappen door te nemen →
1) Probleemdefinitie
Probleem volledig en nauwkeurig definiëren:
Van welke beginsituatie wordt er vertrokken, welke resultaten moet men verkrijgen en wat is het verband
tussen beide.
2) Oplossingsstrategie
Dit is de keuze van een oplossingsmethode en van de gegevensvoorstelling:
- Top down: proberen het probleem te verdelen in kleinere deelproblemen + goed afspreken wat er in elk
deelprobleem zal gebeuren
- Bottom up: vertrekken van subproblemen & deze als bouwstenen gebruiken tot je aan het hoofdprobleem komt
3) Voorstelling van het algoritme
ZIE ALGORITMEVOORSTELLINGEN (Flow chart, Nassi-Schneidermann-diagram, Pseudo Code, ...)
4) Programmeren
Bij het coderen wordt het volledig uitgewerkte algoritme vertaald in de gekozen programmeertaal
(Vb. Python, Java, …)
5) Compileren:
• Is het vertalen van de programmeertaal naar de binaire machinetaal.
• Tijdens het compileren wordt er gezocht naar syntax-fouten.
• Er is een verschil tussen COMPILER (zal eerst alles vertalen) en een INTERPRETER (zal lijn per lijn werken)
6) Testen
• Resultaten nakijken met andere apparatuur (bv rekenmachine)
• Alle mogelijke gevallen worden getest
• Zien of resultaten logisch correct zijn.
7) Documenteren
Alle informatie die derden zal helpen bij het begrijpen, aanvullen of veranderen van het programma
8) Onderhoud
Na een bepaalde tijd zal je het programma moeten updaten. OPGELET : Onderhoud hangt samen met
documenteren. Als je iets verandert aan het programma, moet je ook de documentatie veranderen.
2. Wat is een algoritme
Een algoritme is een methode om een probleem op te lossen
Het is een opeenvolging van opdrachten vertrekkend van een gegeven beginsituatie, tot een bepaald doel
leiden binnen een eindige tijd op een ondubbelzinnige wijze
Vb. Elke actie van je dagelijks leven (pannenkoeken bakken)
Vb. Werking van een computer + zie uitgebreid vb. in pwp
3. Wat is een algoritme
Een algoritme kan o.a. voorgesteld worden door een
- Organigram (of flow chart)
- Nassi-Schneidermann-diagram (blokdiagram)
- PseudoTaal (pseudoCode)
Een organigram is een schema met basisfiguren. In de figuren staan
instructies en de figuren zijn verbonden door pijlen
!! een programma moet altijd gebruiksonvriendelijk zijn!!
,4. Overzicht algoritmevoorstelling
1) Sequentie
→ Is een opeenvolging van opdrachten zonder onderbreking. (Staat tussen een BEGIN en een END)
o FC: Reeks opdrachten worden uitgevoerd na elkaar; elke
afzonderlijke opdracht wordt voorgesteld door een rechthoek
en de verschillende bouwstenen of opdrachten worden onder
elkaar geplaatst
o NS: blokken aan elkaar geplakt; grote vooruitgang in opsporen
van fouten (door heldere structuur ook structogram genoemd)
o PT: toekenning: linkerlid krijgt waarde van rechterlid (zie
oefeningen; niet waarneembaar in theoretische voorstelling)
2) Selectie/voorwaarde-opdracht
→ Is een voorwaardelijke opdracht. Deze actie zal onder bepaalde voorwaarden NIET meer uitgevoerd worden.
- True and false
- Booleaanse vraag: antwoord op ja of nee
- Een cascade van if
a) If-then : Uitvoeren (S) indien TRUE, niet uitvoeren indien FALSE
b) If-then-else
c) Case: Er wordt bij elk geval appart bekeken wat er moet gebeuren
3) Iteratie (loops : actie wordt herhaald)
a) While
• Zolang booleanse voorwaarde True is, wordt de actie herhaald (dus tot die False is)
• Kan eindigen voor dat er zelfs 1x statement is
• Je weet niet op voorhand hoeveel keer de actie wordt herhaald
• Algemeen geval
,b) Repeat
• Zolang booleanse voorwaarde false is, wordt actie herhaald (dus tot die True is)
• Statement komt minstens 1x voor.
• Je weet wel op voorhand hoeveel x de actie wordt herhaald.
→ Geen end herhaal: omdat je s afgeslote
wordt met de ‘tot’ (je weet waar het stopt)
c) For
• Voor een teller gaande van begin- tot eindwaarde doe je de actie, je weet dus hoeveel keer je actie wordt
uitgevoerd
• Stap is standaard 1 (of -1, of ander getal)
Twee verschillen tussen while en repeat:
• While stopt bij false, repeat herhaalt tot true (Elke repeat kan omgezet worden in een while als
• Bij while wordt een actie mogelijks niet uitgevoerd, bij repeat wordt de actie minstens één keer uitgevoerd
vb: je gebruikt “while” bij het invoeren van je pincode om geld af te halen
Wat is het verschil tussen een While, een repeat en een For?
• While : stopt bij false en mogelijkheid dat actie nooit uitgevoerd wordt.
• Repeat : stopt bij true en verplicht om minstens 1 keer door je actie te gaan
• For : Je weet precies hoeveel keren je actie uitgevoerd wordt
➔ While is het algemeen geval omdat bij de while ben je niet verplicht om de actie uit te voeren, je kan
meteen uitgaan
Oefening 1 (algoritmevoorstelling)
, Gevraagd:
We zouden graag een algoritme schrijven waarbij:
- de input een gegeven afstand in mile is;
- het gewenste resultaat dezelfde afstand maar in kilometer; - het verband tussen beide is:
1 mile = 1.609 km
Oplossing:
Output, input, toekenning (pijl) = linkergedeelde krijgt waarde van rechtergedeelte
Oefening 2a:
Ontwerp het algoritme dat het oppervlak van een rechthoek met een vaste breedte van 3,3 cm en een vaste
lengte van 10 cm berekent.
Breedte en lengte zijn vast, dus niet inlezen maar toekennen
Programma zonder input
Oefening 2b:
Dezelfde vraag als vraag 2a, maar de breedte en de lengte worden wel ingelezen.
Oefeningen 3: