1) Hoe heeft het programma van de Verlichting de klassieke en de moderne sociologie beïnvloed?
2) Hoe heeft het programma van de Verlichting het moderne politieke denken beïnvloed?
3) Hoe klinkt dit moderne politieke denken door in de klassieke maatschappijdiagnoses van Marx,
Weber en Durkheim?
Verlichting: 17e en 18e eeuw
De wetenschappelijke rede kan en moet mensen bevrijden van traditie en religie
Taken van de sociologie als uitvloeisel van de verlichting:
1. Bijdrage leveren aan bevrijding van mensen, onmondigheid - ‘durf te denken’
2. Aanleveren van wetenschappelijke kennis om sociale problemen op te lossen waarmee
moderne samenlevingen/modernisering gepaard gaan
De Verlichting leidt tot een positivistische traditie binnen de sociologie die gepaard gaat met de
marginalisering van religie en cultuur -> ‘(premoderne) domheid’
- Sociologen moraliseren over religie en cultuur, maar bestuderen niet wat mensen geloven,
denken en menen te weten en de gevolgen hiervaan
- Cultuur en religie worden gezien als ‘bijzaken’, we willen via de wetenschap te weten komen
hoe de sociale werkelijkheid ‘echt’ in elkaar zit
Comte (1798 – 1857): naamgever van de sociologie, grondlegger van het positivisme en zelfbenoemde
‘hogepriester’ van de ‘religie van de mensheid’ (sociologie wordt een religie)
Marx (1818-1883): klassenstrijd is ‘normaal’ (kapitalistische samenleving), arbeidsvrede is ‘abnormaal’
Als arbeiders niet in opstand komen snappen ze niet hoe de samenleving echt in elkaar zit. Als mensen dit idee niet
volgen zien ze het niet anders, maar dan zien ze het fout = vals (klassen)bewustzijn
Emile Durkheim (1858-1917): klassenstrijd is ‘pathologisch’, arbeidsvrede is ‘normaal’. Als mensen inzicht hebben in
hoe de samenleving ‘echt’ in elkaar zit, dan beseffen ze dat arbeidsdeling mensen van elkaar afhankelijk maakt.
Verschillen tussen mensen zorgen voor cohesie in de samenleving = organische solidariteit
Ze veronderstellen alle drie dat er twee verschillende sociale werkelijkheden bestaan:
1. De ‘onechte’ sociale werkelijkheid van de cultuur: ideeën die door de sociologie worden
vervangen door rationeel wetenschappelijk inzicht in de ‘echte’ sociale werkelijkheid
2. De ‘echte’ sociale werkelijkheid: meer fundamenteel dan wat mensen geloven of menen te
weten. Cultuur is een mist die het zicht op de ‘echte’ sociale werkelijkheid belemmerd
Marx: verandering in ‘economische onderbouw’ heeft gevolgen voor ‘culturele bovenbouw’
= drijvende kracht van sociale verandering
(Vroege) Durkheim: industriële arbeidsdeling bepaalt de primaire bron van sociale cohesie
= van mechanische naar organische solidariteit
,Modernisering
Proces van ‘modernisering’ wordt door sociologen opgevat als ‘industrialisering’: technologische en
economische verandering die uiteindelijk ook leidt tot neergang van religie en culturele verandering.
De ‘harde kern’ van het moderniseringsproces:
1) De wetenschap doet ontdekkingen: komt van exogeen de samenleving binnen
2) Die ontdekkingen gebruik je om moderne problemen op te lossen bv. warmtepomp
3) De technologie wordt toegepast in arbeidsorganisatie: vervreemding, kwaliteit, …
4) De benodigde onderwijs- en arbeidskwalificaties veranderen: meritocratisering is wenselijk
- Onderwijssociologie: ouderlijke herkomstmilieu op schoolsucces
- Mobiliteitsonderzoek: onderzoek naar opwaartse sociale mobiliteitskansen
5) De cultuur past zich aan technologische en economische ontwikkelingen aan.
Politieke denken en de invloed van verlichting
Politieke rol van religie wordt vervangen door nieuw opgekomen seculiere politieke ideologieën
Liberalisme: religie vervangen door rationaliteit en individuele vrijheid zowel in het
economische (vrije markt) als in het politieke domein (vrijheidsrechten burgers tov staat)
Socialisme: (economische) gelijkheid als reactie op de economische kwetsbaarheid van het
liberalisme. Economie dient georganiseerd, collectief beheerd te worden (communisme), ook is
er toekenning van grondrechten aan burgers (sociaaldemocratie) bv. rechten sociale zekerheid
Conservatisme: economische belangen liberalisme en socialisme ondergraven solidariteit of
gemeenschapszin, dit is niet te organiseren via de markt (liberalen) of staat (socialisten). Het is
een afwijzende reactie tegenover verlichting en dus welwillender tegenover religie en traditie.
Ze institutionaliseren elk één ideaal van de Franse revolutie: vrijheid – gelijkheid - broederschap
- Liberalen vs. socialisten: conflicten over economische (her)verdeling en marktregulering
- Liberalen vs. conservatieven: conflicten over moraal en persoonlijke vrijheid bv. abortus
- Socialisten vs. conservatieven: conflict over verhouding tussen staat en gemeenschap
Grootste problemen
Liberalen: door de staat en gemeenschap
Oplossen door vrijheid te geven
Socialisme: door de markt en gemeenschap
Enkel de staat kan ze oplossen
Conservatisme: door de markt en de staat
Enkel de gemeenschap kan ze oplossen
Ideeën van de drie grondleggers stemmen overeen met politieke voorkeur
, LES 2 SOCIALE VERANDERING – meritocratisering: modernisering I
Voormodern: standenmaatschappij (feodaal systeem)
Rechten die mensen hebben zijn verbonden aan de stand waarin ze geboren zijn
1. Geestelijkheid
2. Adel Macht
3. Al de rest
Franse Revolutie (1789): opstand tegen macht van de adel (democratisering)
Nieuwe moderne principes van gelijkheid en vrijheid ≈ decleration of independence
Modern: klassenmaatschappij
Saint-Simon (revolutionair): verbindt verlichtingsdenken aan moderne idealen van meritocratie
Pleitbezorger van het industrialisme = geen belangentegenstelling tussen arbeid en kapitaal
(‘kapitalisme’), maar wel tussen de productieve en niet-productieve (‘industrialisme’).
- Niet-productieven: adel en geestelijkheid
- Productieven: ondernemers EN arbeiders
Meritocratisch ideaal: maatschappelijke posities bepaald door individuele bijdragen, talenten, …
Meritocratie als utopie
Meritocratie als een droom en belofte van een betere wereld (‘the American dream’)
Verklaringen meritocratie in de USA:
- Religieus: protestants idee eerste kolonisten van sober leven en hard werken
- Politiek: protestanten ontvluchten Europa om in ‘De Nieuwe Wereld’ godsdienstvrijheid en
democratie te vestigen met gelijkheid en vrijheid voor allen (sterk individualisme)
- Economisch: grote ruimte met natuurlijke hulpbronnen nodigt uit tot ondernemerschap
Meritocratie als modern ideaal
a) Moreel: verdeling op grond van sociale herkomst wordt niet meer als rechtvaardig gezien
b) Functioneel: moderne industriële samenleving kan enkel wanneer talent wordt gemobiliseerd
= van ‘ascription’ naar ‘achievement’
Meritocratie wordt omarmd als ideaal: zo zou het moeten zijn, MAAR volgens velen is het niet meer
dan een mythe omdat waar je geboren bent nog altijd invloed heeft op de kansen die je krijgt.
Mannheim: Ideologie vs. utopie
Ideologie (vgl. Marx): hoe men gelooft dat de wereld echt is, mensen geloven dat de wereld echt
meritocratisch is = ‘conserverende’ rol van natuur
Utopie: hoe men vindt dat de wereld zou moeten zijn, ideeën over een samenleving die niet
samenvalt met de bestaande samenleving = ‘revolutionaire’ rol van cultuur
Meritocratie als ideologie: mythe die bestaande ongelijkheid rechtvaardigt
Meritocratie als utopie: meritocratie als normatief ideaal
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mattiseclaeys. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.