Het is belangrijk om te erkennen dat je als kiné je in bepaald domein situeert. Dit domein wordt voorgeschreven
door P. Onze P willen iets bereiken, ze hebben vraag en ze denken dat wij, als kine, kunnen helpen. Om dat proces
te begeleiden zullen we enkele denkstappen doorlopen.
Als P vraag stelt en deze komt bij ons met klachten, dan passen we daar bepaald klinisch redeneerproces op toe.
Dat klinisch redeneerproces gaat over hypotheses die we hebben, testen die we willen uitvoeren en gaat eigenlijk
over onze klinische diagnosestelling.
Daarnaast wil P ook iets doen en dit kan heel breed zijn, gaande van alledaagse activiteiten tot werk gerelateerde
activiteiten of zelfs sport gerelateerde activiteiten. Dit is ifv context van P te bepalen en daar gaan we als kiné
goed moeten naar kijken. Schouderrevalidatie bij volleybalspeler is geen schouderrevalidatie van rugbyspeler.
Revalidatie gaat natuurlijk ook verschillen wanneer je met iemand in praktijk werkt die bureau gerelateerde job
heeft vs met iemand die in bouw werkt. Analyse van functionele hulpvraag is daarom zeer belangrijk.
Dus, P komt bij ons, heeft vraag, wij gaan daar klinisch over redeneren, komen tot diagnosestelling en we
begrijpen waar P naartoe gaat. Op basis hiervan zullen we doelstellingen formuleren, gaan we bekijken hoe we
P kunnen helpen, welke interventie daarvoor nodig is, we gaan dat beoordelen en op einde moeten we beslissen
wanneer iemand al dan niet zijn activiteiten kan hervatten en therapie is afgesloten.
BESLISMOMENTEN VOOR T
1. Is deze P bij ons op juiste plaats?
2. Hypothesestelling toegepast op P
3. Bepaling van kinesitherapeutische diagnostiek
4. Is kinesitherapie werkzaam en veilig bij deze P?
5. Behandelplan: is kinesitherapie beste behandelinterventie bij deze P?
6. Is deze P klaar om veilig activiteiten te hervatten?
1
,KLINISCH REDENEREN
Redeneren = zijn/haar mening over iets ontwikkelen obv feiten of veronderstellingen (Van Dale woordenboek)
• Mening ontwikkelen = hypotheses formuleren
o Waar denk je aan?
• Obv feiten of veronderstellingen
o Waarom denk je daaraan?
Redeneren = evalueren van waarheid of waarschijnlijkheid van verklaringen (Brysbaert)
• Hoe zeker ben je daarvan?
• Wat moet je nog meer weten?
4 VRAGEN STEEDS STELLEN
• Waar denk je aan?
• Waarom denk je daaraan?
• Hoe zeker ben je daarvan?
• Wat moet je nog meer weten?
SYSTEEM 1 EN 2 REDENEREN
Ix = onderzoek
Je hebt dus eerst casus waarin iemand zich presenteert, illness presentation. In brein zijn er dan 2 mogelijkheden:
• Je herkent wat er gebeurd
• Je herkent niet wat er gebeurd
Obv bovenstaande keuze zullen er dan bepaalde processen zich verder gaan ontwikkelen. Als je het herkent, ga
je in type 1 processen denken. Dan ga je hele snelle diagnose maken of ga je bepaald patroon herkennen waarbij
je tot diagnose komt. Indien je geen idee hebt van wat het allemaal zou kunnen zijn, gaat je brein anders te werk.
Je zal dan terugvallen op type 2 denkprocessen. Zo zal je bepaalde hypotheses gaan genereren die eventueel
gaan aanpassen en je gaat werkdiagnoses maken om zo, indien mogelijk, over te gaan tot diagnose
=> beide systemen bestaan naast elkaar
=> verschil tussen “experts” en “novices
• Systeem 1: herkenning obv “cues” en patronen die opgeslagen zijn in geheugen
• Systeem 2: nieuwe of complexe situaties, monitoren systeem 1 en “thinking about thinking!”
2
,MATURATIE
REDUCED
• Profiel kinesitherapeut:
o Beperkte pathologiekennis
o Beperkte kennis klinische symptomen/manifestaties
• ‘Gokken’
DISPERSED
• Profiel kinesitherapeut:
o Toegenomen pathologiekennis
o Beperkte kennis klinische symptomen/manifestaties
• Hypothetico deductief redeneren => afzonderlijk testen van elke hypothese
ELABORATED CAUSAL
• Profiel kinesitherapeut:
o Uitgebreide pathologiekennis
o Goede kennis klinische symptomen/manifestaties
▪ Idee van causale verbanden (= ontstaansmechanismen)
• Hypothetico deductief redeneren => afzonderlijk testen van elke hypothese
SCHEME
• Profiel kinesitherapeut:
o Uitgebreide pathologiekennis
o Uitgebreide kennis klinische symptomen/manifestaties
▪ Klinische symptomen associëren met DD
▪ Identificeren van belangrijke ‘voorspellers’ om te differentiëren binnenin DD
• Schema inductief redeneren => efficiënt en grote waarschijnlijkheid op correcte diagnose
SCRIPTS
• Profiel kinesitherapeut:
o Uitgebreide pathologiekennis
o Uitgebreide kennis klinische symptomen/manifestaties
▪ Uitgebreide kennis van belangrijke ‘voorspellers’ om te differentiëren binnenin DD
▪ Verder onderzoek => diagnose-bevestigend
• Patroonherkenning => grote accuraatheid in stellen van correcte diagnose
Data gathering: als beginneling moet je veel data verzamelen, dan
heb je lagere diagnostic accuracy. Later heb je minder data nodig om
hypotheses te kunnen bevestigen en dan is diagnostic accuracy ook
hoger
3
, REDENEERSTRATEGIEËN
(HYPOTHETICO) DEDUCTIEF REDENEREN
• Algemene regel/theorie => specifieke (logische) conclusie
• Als oorspronkelijke voorwaarden (A en B) correct zijn, is conclusie (C) ook correct
• Als iets geldt voor bepaalde groep in algemeen, geldt dit ook voor alle leden van deze groep
• Algemene regel: bij letsel A, komt symptoom B voor
• Observatie: symptoom B komt niet voor
• Conclusie: letsel A is niet diagnose
• Nadelen:
o Lijst van DD zal nooit volledig zijn
o DD zal slechts uitzonderlijk herleid kunnen worden tot 1 mogelijke diagnose
INDUCTIEF REDENEREN
• Inductief redeneren deductief redeneren
o Specifieke observaties => algemene conclusie
• Risico: aannames maken zonder dat volledige plaatje bekeken is
• Observatie: symptoom A, B, C,… komt voor
• Conclusie: letsel A is diagnose
• Nadelen:
o Conclusie is steeds slechts waarschijnlijkheid, geen certitude
▪ Nooit zeker dat alle symptomen/bevindingen verzameld zijn
▪ Mogelijks symptomen die conclusie onzeker maken, niet passen in patroon
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FMertens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.