Plato
L-Filosofi sche grondslagen van de geesteswetenschappen
Oudheid
Van mythos naar logos
Natuurfilosofen (Heraclitus & Parmenides)
Ethiek (sofisten en Socrates)
Systeembouwers (Plato & Aristoteles)
o Plato tracht een antwoord te bieden op de discussie tussen
Heraclitus (zintuigen, wereld in de grot) en Parmenides (wereld
buiten de grot)
o Voorgangers van Plato = presocraten
Late oudheid (stoa, epicurisme, neoplatonisme)
Plato (428 – 347 v.C.)
Zoon van Ariston en Perictione
Naam komt van Platus, wat breed of breedvoerig, uitgebreid betekent
Afkomstig uit een van de meest vooraanstaande Atheense families
In de handen van Plato wordt de wijsbegeerte een systeem, in de zin
dat de filosoof de verschillende aspecten van de werkelijkheid in één
globale visie wil integreren
o Alle menselijke bedrijvigheid, maar ook het wetenschappelijke
inzicht in de werkelijkheid, de kenleer, de metafysica enz. worden
ontwikkeld vanuit een consistente leer
o Principes die in één van de deelaspecten worden blootgelegd,
mogen en kunnen niet in tegenspraak zijn met principes die op
ander vlak gelden
Probleem dat Plato deze systematiek nergens als zodanig presenteert; de
kentheoretische, metafysische, ethische en andere interesses lopen
voortdurend door elkaar nog geen sprake van filosofische disciplines die
in het latere denken (te beginnen bij Aristoteles) zullen worden
onderscheiden
1
, Plato spreekt ook nooit in eigen naam, Als auteur van filosofische dialogen
(bedacht het genre zelf) is hij afwezig in zijn eigen werk
o Bewuste strategie, volledig in overeenstemming met het platoonse
concept van filo-sofia
Gaat om een voortdurende zoektocht, geworteld in de
begeerte naar de wijsheid, waarbij de antwoorden die
onderweg worden gevonden weliswaar geldig zijn als
verklaring, maar tegelijk nooit kunnen pretenderen dat ze de
absolute waarheid hebben gevonden daarin ligt de zin en
waarde van de wijs-begeerte
De goden filosoferen niet volgens Plato
Platoonse filosofie balanceert tussen het zoekende en altijd voorlopige
karakter van het weten, en de tendens om een coherente en
systematische verklaring van de werkelijkheid te bieden
o De vorm zelf waarin deze boodschap wordt meegedeeld, de dialoog,
brengt deze boodschap tot uiting
Belangrijkste werken:
o De Staat (Politeia: dialoog in 10 boeken)
o Phaedo, Phaedrus, Timaeus, Gorgias, De Wetten
o Apologie van Socrates (fictieve verdedigingsrede)
Was in de ban van Socrates:
o Aangegrepen door diens oprechte bedoeling om de waarheid te
achterhalen, en getraumatiseerd door Socrates’ onverdiende lot,
plaatste Plato zich uitdrukkelijk in de voetsporen van zijn
leermeester
o In zekere zin kunnen we heel Plato’s filosofisch project zien als een
voortdurende rechtvaardiging van de levenskeuze van
Socrates
o Socrates was echter uitsluitend geïnteresseerd in ethische kwesties,
maar Plato verruimt deze thematiek
Ethische dimensie blijft ook bij Plato dè centrale plaats
bekleden, maar wordt gekaderd binnen een globale
interpretatie van de ganse werkelijkheid
2
, Cliché?
“The safest general characterization Het schema is niet het
of the European philosophical tradition belangrijkste, maar de rijkdom
is that it consists of a series of van algemene ideeën en
footnotes to Plato. I do not mean the concepten die zich in de
systematic scheme of thought which literaire teksten van Plato
scholars have doubtfully extracted bevinden wel
from his writings. I allude to the Kunnen niet al de rest
wealth of general ideas scattered degraderen tot voetnoten bij
through them.” Plato, maar Platonisme is een
- A. N. Whitehead, Process and belangrijke stroming geweest in
Reality, 39 de filosofie, ook nu nog:
o Neoplatonisme
o Christelijk neoplatonisme
o Platonisten bij wiskunde
o …
We hebben altijd Platonisten gehad
Context
Aristocratische familie
o Vooraanstaande families
Intellectuele en historische context:
o Ethisch relativisme
Standpunt dat stelt dat ethische concepten een kwestie zijn
van subjectiviteit, dus dat deze begrippen relatief zijn
Plato vraagt zich af of ze echt subjectief zijn of dat er een
objectieve grond is
o Politieke overgangsperiode
Begin 5e eeuw v.C.
Strijd aan de gang tussen Griekse stadstaten en Perzen, met
twee belangrijke momenten
3