Inleiding tot de financiële verslaggeving
1: Inleiding
1.1 Ontstaan van het boekhouden
Economen gaan ervan uit dat de kans van het schrijven is ontstaan doordat men
economische transacties wou uitvoeren. Na verloop van tijd had men door dat men deze
transacties beter kon gaan uitdrukken in geld , en ging men ook gebruik maken van
Arabische cijfers. Na al deze ontdekkingen , was het nog belangrijk om over te schakelen
naar perkament , aangezien het schrijven op rotsen niet efficiënt was uiteraard. Hierdoor
werd het systeem van het enkel boekhouden in 1000 na Christus geïntroduceerd in Europa
door de Arabieren.
In 1494 beschreef Pacioli het systeem van het dubbel boekhouden. De nadruk ligt hierbij op
het grootboek. Het wordt zo genoemd omdat dat het boek is dat het mooiste en grootste was
dat men gebruikte. Andere boeken zoals het journaal en de dagboeken werden gezien als de
hulpmiddelen voor het grootboek.
Uit de geschiedenis blijkt dat er een zeer nauwe samenhang is tussen de economische
ontwikkelingen en de ontwikkeling van het boekhouden. Vooral de industriële revolutie ! In
die periode werd het immers belangrijk om een overzicht te krijgen van de kostprijs van een
product en van de benodigde middelen om een bepaald product rendabel te maken. Tevens
werden er steeds meer externe financierders aangetrokken die geld investeerden in de firma
maar niet in het bestuur zaten. Deze mensen eisten natuurlijk een rapport van hoe het gaat
met de onderneming waar ze in investeerden , dus externe rapportering werd steeds
belangrijker. Ook , aangezien elke onderneming professioneler werd , gingen de oprichters
zich vaak gaan laten bijstaan door verschillende managers.
1.2 : Boekhouden , boekhouding en accountancy
Boekhouden: stelselmatig en cijfermatig aantekenen van alle verrichtingen van financiële
aard in een organisatie. Een onderneming wordt gezien als een zelfstandige entiteit waar
voortdurend een geldcirculatie aan de gang is. Geld wordt omgezet in goederen en diensten
welke dan weer worden omgezet in geld. Het is een voortdurende wisselwerking tussen het
bedrijf en de omgeving. Los van geld dient in deze kringloop ook rekening te worden
gehouden met factoren zoals arbeid , machines , …
Boekhouding is het technisch apparaat bestaande uit mensen en hulpmiddelen. Deze bevat
enkel verrichtingen die financieel uitgedrukt kunnen worden.
,Accountancy is het organiseren, controleren, beoordelen en aanpassen van de boekhouding.
Aanpassingen worden uiteraard gedaan om de boekhouding in overeenstemming te brengen
met de realiteit , dit noemen we redresseren. Bij accountancy wordt er een onderscheid
gemaakt tussen financial accounting , management accounting en international accounting :
1) Financial accounting : Deze is gericht op externe verslaggeving. Doelstelling is het
opstellen van een jaarrekening waarin de lezer een overzicht krijgt van de bezittingen
en schulden op het moment dat de jaarrekening opgesteld was. Tevens geeft het een
overzicht van de winst of verlies van de onderneming. Het is voor de meeste
bedrijven verplicht de jaarrekening neer te leggen bij de Balanscentrale van de
Nationale Bank. Het belangrijkste basisprincipe van financial accounting is dat
diegene die informatie interpreteert dezelfde uitkomsten krijgt dan diegene die de
informatie geeft opgesteld.
2) Management accounting : Deze is meer gericht op het management van een
organisatie en het levert dus de nodige gegevens op voor interne verslaggeving. Een
belangrijk onderdeel van management accounting is cost accounting. Hierbij tracht
men de exacte kostprijs van de geproduceerde goederen en diensten te gaan
achterhalen. Ook zal men budgetten opstellen voor de volgende jaren.
3) International accounting : Deze heeft betrekking op de specifieke vereisten die
multinationals stellen aan hun boekhouding. Ze moeten immers rapporteren op
wereldschaal en hun producten worden vaak over de hele wereld geproduceerd en
dan samengevoegd. Multinationals moeten steeds rekening houden met de lokale
reglementeringen en wetten van het boekhouden.
1.3 : Erkend boekhouder , accountant en bedrijfsrevisor
De erkend boekhouder bestaat erin : het organiseren van de boekhoudingdiensten , het
houden van de boeken en het opstellen van de jaarrekening. Hij moet , onder begeleiding
van een stagemeester , een stage van 1 jaar afleggen. Na een afsluitend
bekwaamheidsexamen mag hij de titel van erkend boekhouder dragen.
De accountant kan zowel zelfstandige , als in dienstverband werken. Wanneer hij in
dienstverband werkt , spreken we van een interne accountant. De interne accountant is een
onafhankelijke deskundige die ofwel in een organisatie werkt die niet beschikt over een
interne accountant , ofwel voor derden. Hij organiseert de boekhouding en mag een aantal
controles uitvoeren die niet wettelijk zijn vastgelegd voor de bedrijfsrevisor. Na een
ingangsexamen is er stage van 3 jaar , en na een eindexamen is hij accountant.
De bedrijfsrevisor werkt steeds als zelfstandige. De taken van een bedrijfsrevisor zijn
wettelijk vastgelegd en gaat allemaal uit van bepaalde controles. De bedrijfsrevisor
,controleert de boekhouding en de jaarrekening. Door de jaarrekening te waarmerken
bevestigd de revisor dat de jaarrekening de financiële situatie van het bedrijf getrouw en
volledig weergeeft. De revisor zal ook controleverslagen opstellen die nodig zijn bij
bijvoorbeeld fusies. Om bedrijfsrevisor te worden dien je hetzelfde te doen als een
accountant , alleen zijn er ook nog tussentijdse examens aanwezig.
1.4 : Externe gebruikers van de boekhoudinformatie
1) Aandeelhouders
Aandeelhouders stellen aan de onderneming geld , machines , gebouwen , … ter
beschikking en ontvangen de tegenwaarde van deze inbreng in aandelen. Een
aandeelhouder mag meedoen aan de algemene vergadering en kan daar mee beslissen
over de toekomst van een onderneming door zijn stemrecht uit te oefenen die verbonden is
met zijn totaal aantal aandelen. De jaarrekening wordt tijdens deze vergadering voorgelegd ,
en hieruit zal blijken over er winst of verlies is gemaakt. De aandeelhouders beslissen wat er
met dit geld zal gebeuren. Bij winst : reserves , dividend , tantième , personeel of
overdragen. Bij verlies : overdragen of de aandeelhouders pakken het verlies op zich.
Bij kleinere ondernemingen zijn de aandeelhouders en de eigenaars vaak dezelfde. Hierdoor
is er bijvoorbeeld bij een nv een scheiding tussen privévermogen en eigen vermogen , om
hen zo te beschermen bij een faillissement. Echter , bij zware fouten of faling binnen de 3
jaar na de oprichting , kunnen de oprichters wel aansprakelijk worden gesteld wanneer blijkt
dat het maatschappelijk kapitaal onvoldoende was voor de eerste twee jaar.
2) Kredietverstrekkers
Hierin onderscheiden we twee groepen. Ten eerste hebben we de banken. Zij baseren zich ,
voor het geven van leningen , op de boekhoudkundige informatie.
De gewone leveranciers zijn de tweede groep van kredietverstrekkers. Door bepaalde
betalingsvoorwaarden krijgt de onderneming al de beschikking over de goederen en diensten
om deze te gaan verkopen , alvorens de factuur al betaald is. Grote onderneming zullen
vaak hun omvang in de strijd gooien om goede betalingsvoorwaarden te krijgen. De
leveranciers zullen uiteraard eerst beroep doen op de jaarrekening alvorens een
onderneming te gaan vertrouwen.
Bij eventuele faling zullen eerst de kredietverstrekkers en dan pas de aandeelhouders
terugbetaald worden !
, 3) Werknemers
Werknemers worden vertegenwoordig bij de vakbond en de gegevens van de jaarrekening
zijn belangrijk bij bijvoorbeeld loononderhandelingen.
4) Overheid
De overheid legt de regels vast waaraan een jaarrekening moet voldoen. Aan de hand van
de boekhouding worden de verschillende belastingheffingen berekend. Bij gebrek aan een
regelmatige boekhouding zal de overheid zich baseren op jaarrekeningen van gelijkaardige
bedrijven. Ook zal de overheid zich op boekhoudkundige gegevens baseren om eventueel
overheidssteun te geven.
5) Rechtbank
Voor daden van koophandel en onder kooplieden wordt de boekhouding gebruikt als bewijs ,
terwijl tegen een niet-handelaar de boekhouding gebruikt kan worden als begin van
schriftelijk bewijs.
Bij een faillissement kan de boekhouding aantonen dat er geen grove fouten gebeurd zijn en
of er goederen of geld zijn verdwenen. Wanneer dit wel het geval is , wordt de handelaar
bankroet verklaard.
6) Stakeholders
Ten slotte zijn er diverse mensen binnenin de maatschappij die interesse hebben in de
boekhouding. Dit kunnen klanten , journalisten, … zijn.
1.4.1 : Interne gebruikers van de boekhouding
Terwijl externe gebruikers maar af en toe de boekhouding nodig hebben , moeten de interne
gebruikers steeds op de hoogte kunnen zijn van hoe het er aan toe gaat. Dit is nodig voor
een aantal beslissingen :
- Financieringsbeslissingen : het management moet beslissingen nemen over hoe aan
de huidige en toekomstige financiële middelen voldaan zal worden :
kapitaalsverhoging , obligatielening , … Al deze middelen hebben zijn voor en
nadelen en moeten tegenover elkaar worden afgewogen door gegevens te bekijken
uit het verleden.
- Productiebeslissingen : Aan de hand van de beschikbare gegevens kan een
management zien of een bepaald product winstgevend is of niet. Wanneer er
voorstellen zijn om een nieuw product te gaan produceren , kan de onderneming een
forecast maken op basis van gegevens uit het verleden.