Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Ondersteunende samenvatting van de cursus bodemkunden en bemestingsleer €6,49   Ajouter au panier

Resume

Ondersteunende samenvatting van de cursus bodemkunden en bemestingsleer

 2 vues  0 achat

Dit is geen samenvatting van de slides maar ik heb deze samenvatting ter ondersteuning gebruikt aangezien de slides voor mij vaak niet duidelijk waren. Ik behaalde met deze samenvatting + slides 14/20 Hierin zitten geen bemestingsoefeningen verwerkt!

Aperçu 4 sur 35  pages

  • 8 juillet 2024
  • 35
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
lunaclessens
BODEMKUNDE & BEMESTINGSLEER
1. HOOFDSTUK 1: INLEIDING OP BODEMKUNDE & BEMESTINGSLEER
1.1. Inleiding tot bodemkunde
 Elementen die bijdragen tot gezonde bodem  grond alle plantaardige & dierlijke productie
 Bodemstructuur omvat evenwicht tussen bodemwater/lucht (= poriënfractie) & fractie vaste stof
o Vaste fractie
 90-95% uit anorganische/minerale fractie ingedeeld o.b.v. korrelgrootte in 3 textuurklassen: zand, leem &
klei
 5-10% organische fractie: onverteerde plantenresten & bodemleven
 Fysische, chemische & biologische bodemeigenschappen & hun interactie bepalen bodemstructuur & bodemvruchtbaarheid
o Wortelgroei gehinderd door
 Dichte structuur (= te weinig O2/water)
 Hoge grondwaterstand (teveel water)
 Overmaat plantenvoedingsstoffen
 Bodemtemperatuur bepaalt mee wortelactiviteit & mineralisatie = omzetting organische stoffen 
opneembare plantenvoedingsstoffen
 Gebrek aan bodemleven: bodemkiemen tot regenwormen & mollen  mineralisatie & structuurvorming
in gedrang
 Te lage bodem-pH van 4 (sterk zuur)  voedingselementen Ca, B, Cu, Mo onbeschikbaar voor opname
door plantenwortels

1.2. Inleiding tot bemestingsleer
 Bemesting = economisch & ecologisch verantwoord aanvoeren van plantenvoedingsstoffen en/of het verbeteren/in stand
houden van bodemeigenschappen

1.2.1. Minerale/anorganische/kunstmeststoffen
 Minerale meststoffen
o Afkomstig uit chemische industrie/mijnen/vrije natuur
o In poeder/kristal/korrel/vloeibare vorm geleverd
 Enkelvoudige meststoffen
o 1 voedingselement
 Samengestelde meststoffen
o Min 2/3 hoofdelementen (NPK)
o Gehaltes in % (kg voedingsstof/100 kg meststof) in deze vorm: N (geen oxide), P 2O5 & K2O & MgO, CaO, Na2O & SO3
 Kunstmest: nutriënten 100% plantopneembaar

1.2.2. Organische meststoffen
 Nutriënten ten dele direct plantopneembaar
 Stalmest
 Mengmest (= drijfmest)
 Gier (verse plantenresten)
 Groenbemester: organisch afval vb. GFT al dan niet verwerkt tot compost, zuiveringsslib, bagger-slib (mulch, champost, turf,
stro)
 Doel
o Voedingselementen leveren
o Humusgehalte verhogen


2. HOOFDSTUK 2: VAN BODEMSTAALNAME TOT BEMESTING
2.1. Overzicht
 Hoofdstuk biedt globaal beeld van sterke verwevenheid tussen bodemeigenschappen & bemestingspraktijk > vaktermen
nodig (zie verder)
 Stappenplan optimale bemesting van specifiek gewas op perceel
o Representatief bodemstaal nemen
o Grondanalyse  info over zuurtegraad (pH), humusgehalte, beschikbare reserve aan voedingselementen
 Voor bovenstaande 2 stappen onderscheid tussen standaardgrondanalyse & minerale stikstofanalyse

, o Bemestingsadvies opstellen: rekening houden met bodemvruchtbaarheid, verhoudingen van nutriënten,
gewasbehoefte, teeltrotatie & bijkomende perceelsinfo
o Bemestingsplan opstellen: advies ingevuld met concrete meststoffen met aandacht voor wetgeving (= maximale
bemestingsnormen)

2.2. Staalname
 Weide/gazonboor tot 6 cm
 Gutsboor: halfopen buis tot 23 cm/tot 90 cm met inkepingen op 30 & 60 cm
 Representatief grondstaal
o Zigzags-of kruisgewijs over perceel te lopen & op verschillende plaatsen te boren
o Staalname ten vroegste maand na laatste bemesting
 Minerale stikstofbepaling
o Onderzoek op verschillende lagen/dieptezones
o Staalnamemethode afhankelijk van teelt
 Stikstofanalyse
o Enkele weken voor plant- of zaaidatum/soms nog eens tijdens de teelt indien bijbemestingsadvies gewenst is

2.3. Bodemanalyse
 Plantaardige productie: standaardgrondanalyse & minerale stikstofanalyse
 Verhoudingen van K/Mg, Ca/Mg & C/N vanuit antagonismen: teveel aan K  Mg slecht opgenomen ook al is Mg voldoende
aanwezig in bodem
 Minerale N-analyse tussen 1 oktober – 15 november  nitraatresiduwaarde meten = resterende nitraat geeft indicatie van
al dan niet ordeelkundige bemesting

2.4. Bemestings- en bekalkingsadvies
2.4.1. Beredeneren van bemesting & bekalking
 Rekening houden met voorraad aan voedingsstoffen reeds in bodem aanwezig > grondontleding geeft inzicht in voorraad 
bemestingsadvies: voedingselementen op juiste niveau & in juiste verhouding tot elkaar & afgesteld op teeltbehoefte
 Bemestingsadviezen berekend o.b.v.
o Bodemvruchtbaarheid/geheel van info uit grondanalyse
o Aanwezige grondstoffen & komende vrijstelling uit mineralisatie
o Gewasbehoefte: verwachte export van voedingsstoffen door komende teelt
o Overige parameters: teeltrotatie, perceelinfo, datum van staalname, verwachte nutriëntenuitspoeling & zaai- of
plantdatum
 Adviezen opstellen  streven naar maximaal financieel rendement voor teelten & optimale
bodemvruchtbaarheidstoestand met respect voor leefmilieu
o Bodemvruchtbaarheidsparameters naar waarde brengen binnen streefzone
 Zone opgesteld o.b.v. uitgebreid onderzoek op verschillende Belgische bodemtypes
 Binnen streefzone groeit teelt optimaal
 Streefzone voor parameter afhankelijk van grondsoort, organische stofgehalte & toepassing
o Adviezen voor voedingsstoffen
 Uitgedrukt in eenheden per hectaren (E/ha)/kg per hectare (kg/ha) (in g/10 m 2 voor tuinen & gazons)
 Eenheden per element: kg N (geen oxide) voor N, kg P 2O5 voor P, kg K2O voor K, kg MgO4 voor Mg
 pH-optimalisatie via bekalking: kg Na2O voor Na, kg SO3 voor S
 Vanuit pHKCl advies opstellen
o Herstel + onderhoudsbekalking: klassen < streefzone
o Onderhoudsbekalking: streefzone
o Geen bekalking: klassen > streefzone

2.4.2. BEMEX: standaard grondanalyse
 = BEMestingsExpertsysteem
 Berekent basisbemestings- en bekalkingsadviezen

2.5. Bemestingsnorm
 = wettelijk maximaal toegelaten hoeveelheid N & P 2O5 uitgedrukt in kg/ha per jaar
 Vlaanderen: kwetsbaar gebied water  bemestingsnormen
o 170 kg totaal N/ha per jaar uit dierlijke mest

, o 45-115 kg P2O5/ha per jaar (afhankelijk van teelt & fosfaatklasse)

2.6. Bemestingsplan: finale invulling van advies (inclusief normen)
 = overzicht op perceelsniveau, opgemaakt voor het groeiseizoen
 Verzameling van verschillende bemestingsplannen op perceelsniveau  globaal bemestingsplan op bedrijfsniveau
 Gebruik van verschillende mestvormen wordt opgeteld per nutriënt
 Overschrijd wettelijke normen niet (N, P2O5)
 Voldoe aan opgestelde adviezen per nutriënt


3. HOOFDSTUK 3: FYSISCHE EIGENSCHAPPEN BODEM
3.1. Overzicht bodemsamenstelling (bovengrond)
 Bodem gevormd  samenstelling bovengrond
o 50% vaste stof & 50% poriën
o Neerslagsituatie: poriën (deels) gevuld met water
 Bodemvorming  plantengroei

3.2. Ontwikkeling in horizonten & eigenschappen bodemprofiel
3.3. Korrelgroottefracties bepalen bodemtextuur
3.3.1. Korrelgroottefracties
 Grootste deel (90-95%) van vaste fase bestaat uit zeer kleine stukjes gesteenten (bestaande uit mineralen)/mineralen agv
verwering van gesteenten die uiteengevallen zijn in korrels
o Korrels volgens grootte in groepen opdelen = korrelgroottefracties
 België: zand, leem, klei & grind
 Fracties onderverdelen in subfracties

3.3.2. Mineralogische samenstelling & eigenschappen van fracties in België
A. Grindfractie
 Niet verweerd tot kleinere partikels dan 2 mm
 België: weinig tot niet behalve in Hoog-België als bijmenging
 In bouwvoor belemmert bodembewerking & landbouwwaarde
 Inactief in bodem
 Mineralen erin aanwezig kunnen door verwering wel voedingsstoffen afgeven voor planten

B. Zand-, leem- en kleifracties
 Gesteente uit primaire mineralen opgebouwd
o Gesteente verweert  primaire mineralen komen vrij  verweren tot secundaire mineralen
 Zowel primaire als secundaire mineralen vertonen veel/weinig weerstand tegen verwering
 Samenstelling
o Zand: onverweerbaar kwarts
o Klei: secundaire mineralen
o Leem: kwarts
o Samenstellingen  aandelen van fracties in bodem zullen overwegende eigenschappen van bodem bepalen
 Onthouden
o Zandfractie
 80% kwarts (SiO2) = bijna onverweerbaar materiaal > kan geen nutriënt vasthouden
 Rest: weinig verweerbare andere mineralen
 Zandkorrels  inactief skelet van bodem
 Zandkorrels: grote drainageporiën tussen korrels
 Hoeveelheid waterborgingsporiën zodanig gereduceerd  neerslagwater bijna volledig draineren +
oplosbare voedingselementen vb. NO3-, K+, Ca++ & Mg++ naar beneden sleuren (= uitdrijving) > zo bij droge
zandgronden in Hoge Kempen  lage landbouwwaarde want arme gronden lijden vlug aan droogte
o Leemfractie
 Meer verweerbare mineralen
 Sterke bemesting & bekalking  invloed van verwering van leemfractie op plantenvoeding minder
belenagrijk
 Mg-bemesting op zandleem & leemgronden overbodig

, o Kleifractie
 Hoofdzakelijk kleimineralen
 Aard kleimateriaal afhankelijk van moedergesteente & verweringsgraad
 Kleiafzettingen = rijke bodems met hoge kationenbezettingen (veel Ca, Na, Mg & K)
 Na humus meest actieve fractie van bodem
 Lichte kleigrond vanaf kleigehalte van 17,5%

3.3.3. Bodemtexturen (grondsoorten)
 Bepaald door gehalte aan klei, leem & zand
o Percentage van elk van deze fracties weergeven in Belgische textuurdriehoek > hierin textuurklassen/grondsoorten
afgebakend
 Gronden die meer dan 15% grind bevatten = stenige gronden
o Symbool: G
 Gronden die meer dan 30% organisch materiaal bevatten = veengronden (organische gronden)
o Symbool: V
 Zand-, lemig zand – en licht zandleemgronden (Z, S, P) = lichte gronden
o Makkelijk & vroeg bewerkbaar
o Zandleemgronden (L) & vnl leemgronden (A) = beste gronden qua opbrengstvermogen
 Leemgronden (A) & vnl kleigronden (E, U) = zware gronden
o Moeilijk bewerkbaar
o Zware kleigronden (U) vaak te nat  ideaal voor weiland

3.3.4. Textuurprofiel
 = verticale opeenvolging van grondsoorten tot 120 cm diepte
 Homogeen textuurprofiel = 1 grondsoort (textuur)
 Heterogeen textuurprofiel = 2 (soms 3) grondsoorten
 Bodem altijd volgens grondsoort van bovengrond definiëren
o Vb. zandgrond: bovenste laag zandtextuur, zelfs als 20 cm dieper klei voorkomt
 Substraat = ondergrond met afwijkende structuur t.o.v. bovengrond indien hij tussen 20-120 cm begint
o S > zandsubstraat: groepeert Z, S & P
o L > leemsubstraat: groepeert L & A
o U > kleisubstraat: groepeert E & U
o W > klei-zandsubstraat
o V > veensubstraat (ondergrond V)
o G > grindsubstraat
 Ondiepe bodem = grond met vast gesteente op minder dan 80 cm
o Vs. diepe bodem = grond tot min 80 cm diep & liefst tot 120 cm
 Belang bodemtextuur
o Beïnvloedt bodembewerkbaarheid
 Lichte (zandige) grond makkelijker bewerkbaar dan zware (klei) grond
o Beïnvloedt poriënvolume
 Bepalend voor bodemverluchting & waterbergend vermogen
o Beïnvloedt bodemopwarming
 Zandige (drogere) grond warmt sneller op dan kleiige (nattere) grond
o Bepaalt ophoudings & uitwisselingsvermogen voedingsstoffen
 Meer kleiige bodem rijker dan zandgrond & doorgaans grotere opbrengst
o Bepaalde gewassen textuurgebonden
 Asperge groeit best op zandgrond
 Vele groenten verkiezen lichte zandleembodem

3.4. Goede bodemstructuur door poriënkwaliteit & aggregaatstabiliteit
 Bodemstructuur = manier waarop deeltjes zich in aggregaten hebben verenigd & manier waarop aggregaten in ruimte
gerangschikt zijn
o Wijze rangschikking korrels (afzonderlijk/in aggregaten) bepaalt aantal & vorm van poriën in bodem
 Porie = bodemholte van hele kleine diameter > gevuld met lucht, na regen gevuld met water
Waterbergingsporiën: poriën blijven gevuld met water na regen door krachten die water vasthouden aan
bodemdeeltjes

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lunaclessens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter