KU Leuven Campus Brussel - Schakelprogramma Handelswetenschappen - Macro- en internationale economie - [DEEL] Internationale economie - HOOFDSTUK 5: Productiefactoren en handel Het Heckser-Ohlin model
Inhoudsopgave
1 Inleiding ................................................................................................................................. 2
2 De veronderstellingen van het Heckscher-Ohlin model ............................................................ 2
3 Het model van een twee-factor economie in één land.............................................................. 3
3.1 Begrippen ................................................................................................................................. 3
3.1.1 Factorintensiteit versus factorovervloedigheid ............................................................... 3
3.1.2 De grens van de productiemogelijkheden (GPM)............................................................ 4
3.2 De keuze van de mix van productiefactoren (inputs) .............................................................. 5
3.2.1 Verband tussen factorprijzen en inzet productiefactoren .............................................. 5
3.2.2 Verband tussen goederenprijzen en factorprijzen .......................................................... 7
3.2.3 Verband tussen goederenprijzen, factorprijzen en inzet productiefactoren .................. 8
3.2.4 Verband tussen inzet productiefactoren en geproduceerde output .............................. 8
3.3 Hoe wordt de allocatie van de productiemiddelen nu bepaald? ........................................... 10
3.3.1 Principe .......................................................................................................................... 10
3.3.2 Wijziging in de beschikbare productiemiddelen............................................................ 11
4 Internationale handel tussen twee ‘2-factor economieën’ ...................................................... 14
4.1 Het patroon van handel: Zonder versus met handel ............................................................. 14
4.2 Handel en inkomensverdeling ................................................................................................ 16
4.2.1 Op lange termijn ............................................................................................................ 16
4.2.2 Op korte termijn ............................................................................................................ 16
4.3 Handel en toegenomen inkomensongelijkheid in rijke landen .............................................. 17
4.4 Factorprijsegalisatie................................................................................................................ 19
5 Empirische evidentie van het Heckscher-Ohlin model ............................................................ 21
5.1 Handel in goederen als een substituut voor handel in productiefactoren ............................ 21
5.1.1 Testen op data van de VS (1962) ................................................................................... 21
5.1.2 Testen op globale data (1987) ....................................................................................... 22
5.1.3 Het geval van ‘ontbrekende’ handel (1995) .................................................................. 22
5.2 Exportpatronen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden ............................................... 23
5.2.1 Test van Noord-Zuid handel .......................................................................................... 23
5.2.2 Veranderingen doorheen de tijd volgen eveneens het Heckscher-Ohlin model .......... 25
5.3 Implicaties van de testen ........................................................................................................ 26
6 Besluit .................................................................................................................................. 26
HOOFDSTUK 5: PRODUCTIEFACTOREN EN HANDEL - HET HECKSCHER-OHLIN MODEL 1 van 26
, HOOFDSTUK 5: Productiefactoren en handel - Het
Heckscher-Ohlin model
1 Inleiding
- Het Ricardiaans model [HOOFDSTUK 3]: Er werd van één productiefactor uitgegaan, namelijk arbeid
CONCLUSIE: Alle landen hebben voordeel bij het drijven van handel
TEKORTKOMINGEN:
• In werkelijkheid is er geen sprake van volledige specialisatie
• Er werd geen rekening gehouden met inkomensverdelingen binnen landen
• Er was geen rol voor verschillen in beschikbare productiefactoren
Het feit dat industrieën verschillen in de productiefactoren die ze nodig hebben
• Er wordt geen rekening gehouden met schaalvoordelen
- Het specifieke factorenmodel [HOOFDSTUK 4]: Een aantal van de tekortkomingen van Ricardo werden
geprobeerd mee op te nemen in het model
In plaats van één productiefactor (arbeid), werden er meerdere productiefactoren opgenomen
(kapitaal, arbeid en land)
Een aantal van deze productiefactoren hingen vast aan één bepaalde industrie
- Het Heckscher-Ohlin model [HOOFDSTUK 5]: Is zeer gelijklopend met het specifieke factorenmodel
MAAR: met één groot verschil, namelijk dat alle productiefactoren ingezet kunnen worden voor
de productie van alle goederen (er zijn dus geen productiefactoren meer die specifiek zijn voor één bepaalde
industrie)
- Het verschil tussen hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 kan men vergelijken met het verschil tussen korte
termijn en lange termijn
OP KORTE TERMIJN: Het is niet zo evident om productiefactoren zomaar in te zetten van de ene
industrie naar een andere industrie (bv. Een bakker gaat vandaag failliet, dan is het niet zo simpel om die
werknemers van vandaag op morgen ergens anders te werk te stellen)
OP LANGE TERMIJN: Alle productiefactoren zijn mobiel
= Het Heckscher-Ohlin model
2 De veronderstellingen van het Heckscher-Ohlin model
- Veronderstellingen in het model:
• Twee landen: H en Fn
• Twee goederen: kleding (C) en voedsel (F) het “2 by 2 by 2” model
• Twee productiefactoren: kapitaal (K) en arbeid (L)
⇔ HOOFDSTUK 4: Bepaalde gebruikte productiefactoren zijn niet langer specifiek voor
slechts één sector
!!! Alle productiefactoren zijn mobiel op lange termijn
• Op lange termijn kunnen arbeid en kapitaal van de ene sector naar de andere overgeheveld
worden binnen één land (NIET over de grenzen)
WAARDOOR: Hun opbrengsten tussen de sectoren geëgaliseerd zullen worden
• De gebruikte hoeveelheid arbeid en kapitaal varieert voor de verschillende goederen
• Het aanbod van arbeid en kapitaal is constant binnen één land (= ligt vast)
MAAR: verschilt tussen de landen
HOOFDSTUK 5: PRODUCTIEFACTOREN EN HANDEL - HET HECKSCHER-OHLIN MODEL 2 van 26
, • Beide landen hebben dezelfde productietechnologie
𝐿
• De arbeid tot kapitaal ratio’s ( ) zijn verschillend in de twee landen
𝐾
• Er is perfecte concurrentie: De werknemers verdienen de waarde die ze produceren
Er wordt geen winst gemaakt
3 Het model van een twee-factor economie in één land
3.1 Begrippen
- Zowel kleding (C ) als voedsel (F) worden geproduceerd met behulp van arbeid (L) en kapitaal (K)
- Twee productiefuncties:
• Q C = Q C (K C , LC )
• Q F = Q F (K F , LF )
- De economie heeft een vaste hoeveelheid kapitaal (K) en arbeid (L) die verdeeld wordt over de twee
sectoren
L = totale aanbod van arbeid
K = totale aanbod van kapitaal
• 𝑎𝐿𝐶 = hoeveelheid arbeid gebruikt om één stuk kleding te maken
• 𝑎𝐾𝐶 = hoeveelheid kapitaal gebruikt om één stuk kleding te maken
• 𝑎𝐿𝐹 = hoeveelheid arbeid gebruikt om één eenheid voedsel te maken
• 𝑎𝐾𝐹 = hoeveelheid kapitaal gebruikt om één eenheid voedsel te maken
3.1.1 Factorintensiteit versus factorovervloedigheid
- Het Heckscher-Ohlin model toont aan dat comparatief voordeel beïnvloed wordt door:
• Relatieve factorintensiteit (verwijst naar goederen)
• Relatieve factorovervloedigheid (verwijst naar landen)
- Factorintensiteit verwijst naar de intensiteit van de productiefactoren:
Elke output heeft een verschillende technologie nodig, verschillende combinaties en
kwaliteitsniveaus van bepaalde productiefactoren om geproduceerd te worden
(bv. Eén product heeft heel veel arbeid nodig om geproduceerd te worden en een ander product veel kapitaal)
Het Heckscher-Ohlin model toont aan dat comparatief voordeel beïnvloed wordt door relatieve
factorintensiteit (= wat een goed nodig heeft om geproduceerd te worden)
- Factorovervloedigheid ⇔ factorschaarste:
Landen beschikken over verschillende hoeveelheden en kwaliteitsniveaus van elke
productiefactor (er zijn landen die veel grondstoffen hebben, andere landen die goedkope arbeiders hebben…)
Wanneer een land een relatieve overvloed heeft van een bepaalde productiefactor, is de
relatieve kost van deze productiefactor minder dan in landen waar deze productiefactor relatief
schaars is (bv. een land met heel veel goedkope arbeiders – die arbeiders gaan niet al te veel verdienen en kunnen
hier ook weinig aan doen want er zijn genoeg andere arbeiders om hun job over te nemen)
Het Heckscher-Ohlin model toont aan dat comparatief voordeel beïnvloed wordt door relatieve
factorovervloedigheid (= comparatief voordeel zal bepaald worden of in een land veel arbeiders of veel kapitaal
ter beschikking is)
HOOFDSTUK 5: PRODUCTIEFACTOREN EN HANDEL - HET HECKSCHER-OHLIN MODEL 3 van 26
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evsmts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.