Technoseksualiteit: louter een fetisch, of een (toekomstige) geaardheid?
Technologie heeft invloed op talloze terreinen van onze samenleving, zo ook op de manier
waarop men seksualiteit ervaart en uitdrukt. De relatie tussen technologie en seksualiteit gaat al
eeuwen terug, variërend van eenvoudige hulpmiddelen tot hoogontwikkelde apparaten.
Anticonceptiva, de ontwikkeling van (digitale) pornografie, datingapps, sexting … zijn allemaal
elementen die deel uitmaken van de menselijke seksualiteit(servaring). Cultuur en technologie
vallen dan ook niet los te koppelen van elkaar, aangezien beide zowel processen als
weerspiegelingen zijn van sociale cognitie en ervaringen (Rousi, 2021, 295). Een van de meest
intrigerende ontwikkelingen van de laatste decennia binnen dit kader, is het concept van
technoseksualiteit. Deze term verwijst naar het fenomeen waarbij seksuele aantrekking tot
technologische entiteiten, zoals seksrobots, centraal staat. Zoals Sven Nyholm (2022, 574-575)
argumenteert, leiden seksrobots – en dus ook het bredere concept van technoseksualiteit – tot
nieuwe vragen over (inter)menselijke relaties, consent en objectificatie, en tarten ze de
traditionele visie over seksualiteit. Deze paper exploreert in hoeverre technoseksualiteit (in de
toekomst) louter zal gelden als een fetisj, of aanvaardt zal worden als een evenwaardige
‘geaardheid’. Traditioneel gelden seksuele geaardheden zoals homo-, bi-, hetero-, panseksualiteit
etc. immers als een intrinsiek onderdeel van de menselijke identiteit. Individuen voelen zich
aangetrokken tot andere personen uitgaande van een reeks factoren, waaronder
genderidentiteit en seksuele geaardheid, maar de meest recente ontwikkeling op technologisch
vlak wekt echter de vraag of technoseksualiteit hierbij ook als een vaste geaardheid gezien kan
worden.
Nyholm’s analyse (2022) werpt hierbij een interessante blik op de kwestie. Hij argumenteert dat
seksrobots niet louter een technologische kwestie zijn, maar evenzeer gepaard gaan met
ethische vragen, en lijkt hiermee te suggereren dat technoseksualiteit niet simpelweg
bestempeld kan worden als een fetisj, maar een belangrijk vraagstuk vormt in het kader van
seksuele identiteit. Zijn analyse illustreert de manier waarop men de mens-seksrobot interactie
op verschillende manieren kan interpreteren, en dat er verschillende ethische perspectieven zijn
die deze case belichtten. De vraag die hierbij gesteld kan worden, is echter wat dit betekent voor
concepten zoals menselijke intimiteit en seksuele identiteit. Carlotta Rigotti’s (2020) feministische
uiteenzetting over het thema seksrobots belicht de genderdynamiek in het kader van
technoseksualiteit. Ze wijst in deze analyse op de problematiek aangaande de bevordering en
versterking van zowel objectificatie van vrouwen als genderstereotypen. Haar perspectief