Kwalitatieve onderzoeksmethoden
Hoofdstuk 1: Wat is kwalitatief onderzoek? (p. 13)
1.1.De familiefoto
- Overzicht van enkele concrete kwalitatieve onderzoeken.
- Bewuste keuze voor verschillende methodologische benaderingen uit diverse
sociaal – wetenschappelijke disciplines, want kwalitatief onderzoek is niet
gebonden aan één dataverzamelingsmethode, noch aan één theoretische
invalshoek of discipline.
Voorbeeld 1. Participerende observatie in de sociologie
- Zelden gebruikte onderzoeksstrategie.
- De participerende observatie is een kwalitatieve techniek waarbij de
onderzoeker gedurende langere tijd “participeert” in de sociale omgeving die hij
wil observeren;
Veldnota’s: wat de onderzoeker ziet, hoort en meemaakt
- Typisch: weergeven van citaten
Voorbeeld 2. Diepte-interviews in het sociaal werk
- Bij diepte-interviews wordt aan respondenten gevraagd om langdurig en
diepgaand te vertellen over hun leven in zoverre dit betrekking heeft op het
onderzoeksonderwerp.
Typisch: Taal van de geïnterviewde wordt bewaard (want de respondent
staat centraal).
Voorbeeld 3. Focusgroepen in de politicologie
- Onderzoek naar politieke passiviteit (omgekeerde politieke participatie).
gericht op vrouwen en lage geschoolden (hoge participatie mannen en hs).
- Explorerend onderzoek en focusgroepen
- Politieke passiviteit: gedachtewisseling in de focusgroep met vrouwen.
Voorbeeld 4. Casestudies in de communciatiewetenschappen
- In eindverhandelingen: bv. vanuit postkolonialistisch theoretisch kader naar
vormen van cultureel racisme tegen gesluierde vrouwen in de media, casestudy:
debat hoofddoek in 2004 in de media
- Kiest voor kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyse geïnspireerd door de
kritische discoursanalyse.
Combinatie (van kwanti en kwali) is typerend voor de kwalitatieve
onderzoeksmethodologie
1.2.Gemeenschappelijke genen in de familie
- Waar grenzen trekken van kwalitatief onderzoek?
kwalitatief onderzoek in 1 definitie = niet eenvoudig!
=Intuïtief ‘iets zonder cijfers’ of ‘open interview’
1
, Denzin en Lincoln eerst definitie in eerste editie handboek:
onderzoeker centraal die op interpretatieve wijze naar de wereld kijkt + veelheid
aan methoden
natuurlijke, dagdagelijkse omgeving centraal zoeken naar processen van
betekenisgeving.
In volgende editie:
Centraal niet meer onderzoeker maar plaats van die onderzoeker in de sociale
realiteit die hij niet alleen bestudeert MAAR ook mee vorm geeft!
Samenvatten kwali onderzoek moeilijk dus uitleggen adhv gegevens die er vaak
bijhoren maar er niet in moeten zitten.
Samenvattend kunnen we stellen dat de eigen aard van het kwalitatief
onderzoek te vinden is op het domein van de vraagstelling, het gehanteerde
onderzoeksdesign, de gebruikte dataverzamelingsmethode, de manier van
analyseren en de output die het onderzoek uiteindelijk oplevert. (zie tabel p. 21)
1.2.1.De vraagstelling
- De onderzochte staat centraal in kwalitatief onderzoek, niet de onderzoeker!
- Belangrijk onderscheid uit de antropologie(!!):
Een etic-perspectief =door literatuurstudie en voorgaande
resultaten met een vooraf bepaalde schema
De emic-benadering uit het kwalitatief onderzoek = zoekt schema’s
bij onderzochten. Hierdoor begrijpen hoe sociale betekenisgeving
tot stand komt, hoe sociale processen verlopen waardoor nieuwe
onderzoeksvragen ontstaan.
1.2.2.Het onderzoeksdesign
- De menselijke natuur nooit exact voorspelbaar, maar het bestuderen van sociale
interactie en sociale processen is daarom niet onmogelijk.
- Transcendentale realisten: sociale fenomenen bestaan en een wetenschapper in
staat is om wetmatige en redelijk stabiele relaties in die objectieve wereld te
ontdekken. Zorgen voor concepten en theorieën te ontwikkelen en inzicht geven
in onderliggende processen in de sociale werkelijkheid.
In kwalitatief onderzoek ligt focus bij de betrokkenen zelf. Je neemt de
rijke context waarin mensen leven mee in je onderzoek en er is een
voortdurende interactie tussen je onderzoek en de context. Daarom moet
het onderzoeksdesign in staat zijn om het onderzoeksonderwerp op een
systematische, alomvattende en geïntegreerde manier te benaderen
(holistisch).
- Kwalitatieve onderzoekers houden er dus niet van om alles op voorhand te veel
vast te leggen!!! = ‘open’ het onderzoeksterrein betreden!
2
,1.2.3.De dataverzamelingsmethode
Gebruik van verschillende dataverzamelingsmethodes, overschakelen aangepast
aan de setting. Eén methode zal vaak wel dominant aanwezig zijn.
Typisch kenmerk: langdurig en diepgaand contact met het onderzoeksveld. Context
en betekenis duurt lang te onderzoeken.
Vb: Statistieken verzamelen, observaties verrichten, interviews afnemen
1.2.4.De analyse
Op zich is de reductie van kwalitatief onderzoek tot niet-cijfermatig onderzoek een
correcte voorstelling van zaken. MAAR soms gebruiken kwalitatieve onderzoekers
wel cijfermateriaal bij het schetsen van de context van hun onderzoeksprobleem
Basismateriaal is wel hoofdzakelijk tekstueel (interviews uitgetypt, veldnota’s,
visueel materiaal in mindere mate)
Flexibiliteit noodzakelijk!
Voor kwali onderzoek = geen voorgeprogrammeerde routines die onmiddellijk
output geven!
1.2.5.De rapportage
- Uitgebreide beschrijving geven, materiaal moet ‘spreken’
- Niet alle resultaten compact presenteren, maar een rijke contextschets geven
- Respondenten die tijdens de dataverzameling het primair materiaal aanleverden,
betrokken worden bij de rapportering.
1.3.Kwantitatief onderzoek: verre familie of aangetrouwd?
Lange methodestrijd tussen kwali en kwantie elkaar bekritiseren:
kwalitatief = te soft, onbetrouwbaar
kwantitatief = te positivistisch
Enkele klassieke aanvallen:
1. Is kwalitatief onderzoek wel wetenschappelijk?
- Als wetenschappelijk = model uit exacte wetenschappen, dan niet
- Kwalitatief onderzoek probeert te begrijpen in de leefwereld van mensen. Dit is
een benadering die ook grondig uitgevoerd kan worden en de wetenschappelijke
kennis op een domein kan verrijken.
2. Kwalitatieve onderzoeksresultaten zijn niets meer dan de persoonlijke
opinies van de onderzoekers of respondent.
- De kern van het kwalitatief onderzoek = de opinies van de onderzochte centraal!
- Wanneer de onderzoeker nauwkeurig werk verricht, zijn de steekproeftrekking,
databewerking, codeerwerken, analyse en de resultaten betrouwbaar
controle inbouwen om onderzoeker effecten uit te schakelen
3. Kwalitatief onderzoek is “soft” onderzoek.
- Soft = onnauwkeurigheid en onzorgvuldigheid.
- Data komen van persoonlijke opinies van respondenten
- Cijfers = grotere geloofswaarde bij algemene publiek, maar ‘softe’ data zorgt voor
resultaten niet uit te drukken in cijfers
3
, 4. Kwalitatief onderzoek is niet gebaseerd op een random steekproef en
bovendien zijn de steekproeven nogal klein.
- theoretisch geselecteerde steekproef = eigenheid van kwali onderzoek die zorgt
voor generaliseerbaarheid van resultaten. Dankzij tussentijdse analyses, kan hij
deze analyse testen op het veld door nieuwe interviews gestuurd door de
resultaten van eerdere interviews.
Goed omgaan met procedurele kant van kwali onderzoek tegen kritiek.
Geen kwantificeerbare gegevens =/ niet wetenschappelijk
Hoofdstuk 2: Geschiedenis van het kwalitatief onderzoek
2.1. Overzicht van de geschiedenis
Geschiedenis in kaart = niet makkelijk WANT 10tallen stromingen, interpretaties,…
Sommige auteurs geschiedenis als opeenvolging van periodes, Denzin + Lincoln
(spraken eerder van momenten).
lange tijd 5 momenten later uitgebreid tot 8 kleinere momenten
1ste moment = klassieke periode ontstaan kwalitatieve methodologie met figuren als
Malinowski + Chicago School
Na WO 2 = modernistische periode kwalitatief onderzoek formaliseert.
gezocht naar wijzen om het onderzoek in vaste, voorgelegde banen te leiden
Jaren 70 + 80 = theorieën bestonden naast elkaar + concurrentie
Grounded Theory focus op interviewmateriaal
etnomethodologie focus op participerende observatie
Midden jaren 80 = breuk! autoriteit onderzoeker weg + komst concepten als klasse,
gender, ras centraal! wetenschap, waarheid wordt aangevallen.
Kwalitatieve methoden : constructies van realiteit opstellen zonder 1 voorop stellen,
realiteit bestaat niet en wordt steeds opnieuw gemaakt.
Jaren 90 = postmoderne periode 3 centrale, kritische vragen centraal:
1.Als autoriteit van onderzoeker ondergraven, hoe kan deze dan nog de dagelijkse
realiteit in zijn onderzoek opnemen? = representatiecrisis
2. Als klassieke criteria (validiteit, generaliseerbaarheid, betrouwbaarheid) in vraag
wordt gesteld, hoe kan iemand beoordelen? = legitimatiecrisis
3. Kan je de wereld veranderen als je er van uit gaat dat wereld een tekstueel gegeven is?
= praxis crisis!
weinig navolging op Europese vasteland, wel over naar Amerika (Chicago School)
Dominantie van VS in ontwikkeling kwali methodlogie, europa volgt eerder.
2.2. De klassieke periode (1900-1945)
Kiemen kwalitatief onderzoek = uit sociologische hoek!
sociologen vaststellen dat lokale gemeenschap niet langer centrum van sociale leven
Fréderic Le Play = één van de 1ste sociologische casestudies(werkende klasse Europa)
zijn uitgangspunt maatschappij geen monolithisch geheel dus 1 element kiezen als
4