Inleiding tot het recht: examenvragen 2018
1. Het recht en zijn bronnen
1. Recht is een geheel van bindende regels, licht toe (pagina 3 tot 4 boek)
Deze stelling is één van de drie elementen die de definitie van “recht” schetst. Het recht is een
geheel van bindende regels. Het gaat om verbods-, bevels- en verlofsbepalingen, niet om
suggesties of aanbevelingen. Het recht is een geheel van regels waar iedereen zich aan moet
houden. Regels inzake jaarlijkse belastingaangifte, minimumleeftijd om te rijden en hoe een
huwelijk opgesteld is moeten strikt opgevolgd worden. Dit geheel aan regels wordt opgedeeld in:
● Gebodsbepaling: een regel die moet uitgevoerd worden en dus verplicht is, zoals het
moeten aangeven van een personenbelasting (geeft weer hoeveel inkomsten je per jaar
hebt behaald en hoe sterk je hier op belast wordt) of “jij zal niet doden”
● Verbodsbepaling: een regel die verbiedt om iets te doen, zoals niet bellen achter het
stuur of GAS-boetes
● Verlofsbepaling: een regel die iets toelaat te doen zonder een opgelegde verplichting
zoals een regel inzake een echtscheiding (bijvoorbeeld na overspel) die toelaat om de
echtscheiding aan te vragen maar het niet oplegt of verplicht
Daarnaast hebben we ook nog:
● Regels zijn toepasbaar na keuze: regels die van toepassing worden als de persoon voor
een bepaalde systeem gekozen heeft. Aan dit systeem zijn bepaalde regels gebonden.
Voorbeeld: bij het nalatenschap kan je kiezen of je een testament maakt, anders wordt het
geld doorgeschoven naar de staat. Dus er zijn verschillende regels toepasbaar als je voor
een testament kiest of als je niet voor een testament kiest. De regels komen pas tot stand
als je ervoor kiest om voor een testament te gaan of niet.
● Regels kunnen ook in een wilsaanvullende vorm voorkomen en worden dus de
wilsaanvullende regels genoemd. Zijn van toepassing als je zelf geen afwijkende
bepalingen hebt genomen. Als je zelf iets niet hebt geregeld, zullen de wilsaanvullende
regels van toepassing zijn. Voorbeeld: Ik heb een nieuwe auto nodig en ik ga dus bijgevolg
naar een garagist, die met mij overeenkomt om een bepaalde auto te verhandelen. Er is
een duidelijke overeenstemming van de prijs en voorwerp. Als de auto in brand schiet, ook
al staat de auto nog altijd in de garage, is volgens het burgerlijk wetboek de auto van
diegene die de auto wou kopen en niet meer van de garagist, omdat er een duidelijke
overeenstemming was over prijs en voorwerp. Een eigendomsoverdracht vond plaats. Maar
in sommige gevallen kan het zijn dat de partijen hier anders over beslist hebben:
bijvoorbeeld de auto is pas volledig eigen aan de koper als de koper alles heeft betaald.
Een wilsaanvullende regel is een regel die enkel van toepassing is als er geen andere
beslissingen genomen zijn dus de regel die over de duidelijke overeenkomst van prijs en
voorwerp is hier een wilsaanvullende regel.
● Regels m.b.t. instellingen, definities, technische bepalingen, temporele werking:
Hoe gaat de fiscus nagaan hoeveel inkomen je hebt gehaald dat jaar? Dit zijn allemaal
technische bepalingen, die veranderen in de tijd. Daarom is recht dus een geheel van
verschillende bindende regels of verschillende elementen (zoals instellingen, definities…).
2. Wat wordt bedoeld met ‘recht vereist gezag’?
( pagina 5 tot 6)
1. Uitvaardiging van het recht:
Recht kan afgedwongen worden, met geweld of boetes. Recht moet uitgevaardigd worden door de
behorende organen die door verkiezingen aangeduid geweest zijn, en deze regels moeten ook
nageleefd worden. Deze totstandkoming van de regel moet met respect ontstaan zijn, respect
tegenover de bevoegdheden:
● Hiërarchie van de normen: Welke norm komt er eerst in de rangschikking? Een lagere
norm moet een hogere norm respecteren. Bijvoorbeeld elke blonde vrouw moet meer
belastingen betalen, staat in strijd met een hogere norm namelijk de discriminatiewet.
● Bevoegdheidsverdelende regels: Een complexe samenleving waar de bevoegdheden
zeer ingewikkeld zijn (federaal, nationaal, gemeenschappen, gewesten…). Dus allemaal
verschillende niveaus, met verschillende bevoegdheden. Bijvoorbeeld de geluidsnormen
staan onder gewestelijk niveau. Reclame is meer op federaal niveau.
1
, ● Procedureregels: Het volstaat niet dat een regel wordt uitgevaardigd door een
regelgevend orgaan. De regel moet ook recht geldigt tot stand gekomen zijn, dus via de
hiërarchie van de normen te respecteren enzovoort. Ook de procedures moeten nageleefd
worden. Als je dat niet doet, wordt de regel vernietigd of niet toegepast worden.
Verschil “vernietigen” en “het niet toepasbaar maken” van een regel:
● Vernietigen: norm wordt ongedaan gemaakt en heeft in principe nooit bestaan. De regel
verdwijnt voor iedereen, bijvoorbeeld iedere Belgische inwoner.
● Niet toepasbaar maken: norm is slechts toepasbaar in hoeverre ze overeenkomt met de
wet. Bijvoorbeeld enkel de mensen die een belastingsfout opmerken en zo ook naar de wet
stappen, krijgen het verschil terug betaald.
Recht is geheel van regels uitgevaardigd en afgedwongen door de daartoe bevoegde organen op gezag van de
gemeenschap waarvoor ze gelden, en die tot doel hebben de samenleving te ordenen en in stand te houden.
2. Naleven van het recht (taak van de rechterlijke macht)
Zelf het recht afdwingen mag niet uiteraard, maar wordt uitgevoerd door de rechterlijke macht,
met sancties van boetes tot gevangenisstraffen.
3. Hoe wordt de naleving van het recht gegarandeerd in een democratische
samenleving? (pagina 5 tot 6)
Normaal gezien worden regels spontaan nageleefd, anders wordt er in gegrepen en gebruikt
gemaakt van geweld. De regel wordt via geweld afgedwongen. Het recht is dan ook doorweven van
allerlei sancties, die afwijkend gedrag straffen. Straffen:
● Vrijheidberoving
● Geldstraffen
● Verbeurdverklaringen: De verbeurdverklaring is een straf waarbij de rechter bepaalt dat de
veroordeelde de eigendom over een bepaald vermogensbestanddeel (meestal een
voorwerp) verliest en waarbij de staat die eigendom verkrijgt.
● Het verlies van bepaalde rechten
● Werkstraffen
Rest lezen boek
4. Bespreek en vergelijk de termen publiekrecht en privaatrecht (pagina 8 tot 9)
Publiek Privaat
Relatie burger met overheid Relatie tussen burgers
Algemeen belang wordt verdedigd Particulier of enkelvoudig belang wordt
verdedigd
Ongelijkheid Gelijkheid
Dwingend recht Aanvullend recht
Onderdelen van het publiek recht:
● Het staatsrecht:
Het geheel van regels met betrekking tot de inrichting, de bevoegdheid, de werking en de
onderlinge verhouding van de organen van de Staat, alsmede de fundamentele rechten en
vrijheden van de burgers.
Het staatsrecht is terug te vinden in de grondwet, bijzondere wetten, internationale verdragen
enzovoort.
2
,Voorbeeld: “Houden ontrouwe kiesmannen Trump nog in het Witte Huis” en “Steunt De Wever de
rechtsstaat dan niet?”, kortom alles dat te maken heeft met de staat en politiek (bijvoorbeeld
verkiezingen).
● Het bestuursrecht of administratief recht:
De regels aangaande de organisatie, bevoegdheid en de werking van de organen van het
staatsapparaat die niet behoren tot de wetgevende of de rechterlijke macht. Het bestuursrecht
heeft betrekking op de uitvoerende macht.
Het bestuursrecht is terug te vinden in de grondwet, provincie- en gemeentedecreet, wet op
motivering van bestuurshandelingen, wet openbaarheid bestuur, wet overheidsopdrachten…
Voorbeeld: boek
● Het strafrecht:
Het geheel van normen die de strafbare gedragingen aangeven en de sancties bepalen en die
worden uitgevaardigd tot behoud van een aantal waarden, de openbare orde en de veiligheid.
Het strafrecht is terug te vinden in het strafwetboek en in bijzondere strafwetten.
Voorbeeld: Getuigen zijn van een gevecht en niet ingrijpen is strafbaar.
● Het strafprocesrecht:
Regels die bepalen op welke wijze en door wie de misdrijven worden vastgesteld, de vermoedelijke
daders ervan worden opgespoord, door wie en voor welk rechtscollege de beklaagden zullen
worden vervolgd, hoe deze rechtscolleges beslissen en hoe deze beslissingen ten uitvoer zullen
worden gelegd.
Het strafprocesrecht is terug te vinden in het wetboek van strafvorderingen.
Voorbeeld: boek
Onderdelen van het privaatrecht:
● Burgerlijk recht:
Regelt de verhoudingen tussen de staatsburgers en bevat
de algemene en essentiële begrippen van het recht. Het
burgerlijk recht bestaat uit het familierecht en het
vermogensrecht.
Het familierecht bevat:
● Regelingen inherent aan de persoon (naam,
nationaliteit…)
● Regels m.b.t. familiale verhoudingen (huwelijk,
afstamming…)
● Regels m.b.t. het familiaal vermogensrecht.
Het vermogensrecht regelt de betrekkingen tussen
rechtssubjecten en goederen, of tussen rechtssubjecten
m.b.t. goederen. Een rechtssubject is een persoon of
bedrijf.
3
, Het burgerlijk recht is terug te vinden in het burgerlijk wetboek, aansprakelijkheidswetten, wet op
opstal…
Voorbeeld: boek
● Gerechtelijk privaatrecht:
Geheel van regels met betrekking tot de rechterlijke macht en haar bevoegdheid, de manier
waarop in een privaat- rechtelijk geschil geprocedeerd wordt, de rechtsmiddelen tegen en de
tenuitvoerlegging van deze uitspraken.
Het gerechterlijk privaatrecht is terug te vinden in het gerechtelijk wetboek.
Voorbeeld: boek
● Handelsrecht:
Regels m.b.t. het statuut van handelaars en de meest typische handelsverrichtingen.
Het handelsrecht is terug te vinden in het wetboek economisch recht, faillissementswet.
Voorbeeld: boek
● Vennootschapsrecht:
Geheel van algemene en specifieke regels die van toepassing zijn op respectievelijk alle en
welbepaalde vennootschappen.
Het vennootschapsrecht is terug te vinden in het wetboek Vennootschappen.
Voorbeeld: boek
● Internationaal privaatrecht:
Bepaalt welke rechter bevoegd is en welke regelgeving moet worden toegepast in een
privaatrechtelijk conflict waarop rechtssystemen van meerdere landen van toepassing zijn, en
regelt ook de afdwingbaarheid van buitenlandse beslissingen in België
Het internationaal privaatrecht is terug te vinden in het wetboek van Internationaal privaatrecht,
EU-verordeningen…
Voorbeeld: Een Belgische man en een Arabische man trouwen, en ze adopteren ook nog eens een
Russisch kind → heel ingewikkeld en heeft betrekking op meerdere naties, dus moet zien hoe dat
verloopt aan de hand van het IPR.
5. Geef een overzicht van de verschillende formele wetten en rangschik ze volgens
hun hiërarchische waarde. (pagina 12 tot 13)
Nog doen
6. Bespreek de grondwet, hoe wordt ze gewijzigd (pagina 13 tot 14)
De grondwet is per definitie een fundamentele wet die de inrichting, bevoegdheid, werking en
onderlinge verhouding van de staatsmachten regelt, alsmede de essentiële grondrechten en
vrijheden v
an de burgers vastlegt. Het is de hoogste norm in de Belgische rechtsorde. De Grondwet
kan nooit worden opgeschort, zelfs niet gedeeltelijk.
De grondwet werd enkele keren gewijzigd:
4