Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Politieke geschiedenis van België €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Politieke geschiedenis van België

6 revues
 630 vues  38 fois vendu

Deze samenvatting bevat een volledige samenvatting van het vak Politieke geschiedenis van België gedoceerd door professor Dhondt. Door enkel deze samenvatting te leren behaalde ik een 16/20

Aperçu 4 sur 73  pages

  • Inconnu
  • 26 août 2019
  • 73
  • 2018/2019
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (1)

6  revues

review-writer-avatar

Par: rechtenvub2 • 2 mois de cela

review-writer-avatar

Par: ghitaserghini • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: mariecorstjens • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: alexismicheldebast • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: wernerspeeckaert • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: NadaM • 4 année de cela

avatar-seller
driesvds
Hoofdstuk 1: De doorbraak v/d burgerlijke parlementaire constitutionele staat (1830-
1848)
Inleiding
1830: oprichting België:
 België wordt opgericht door de rijkere klasse van de bevolking.
 In 1831 wordt de grondwet gemaakt door de Burgerij.
1830-1848:
 overgangsperiode van het ancien régime naar een moderne stroming (19 e E)
19de Eeuw klein overzicht:
 Opkomst van de industriële burgerij (industrieel kapitalisme)
 Kerk moet bezittingen afstaan en verliest macht
 Willem 1 werd verjaagd omwille dat hij een verlicht despoot was (= iemand die alle
taken op zich neemt, met onbeperkte macht)
Belgische revolutie:
 Maakt een einde aan de privileges van het Ancien regime.
 Tijdens de stomme van Portici (=operastuk) gaat de revolutie uitbreken.
Einde inleiding.
Ancièn régime (In België = Zuidelijke Nederlanden)
 Het Ancien regime is een zeer conservatief en katholiek systeem. => Vorst haalt
macht van bij God
 De vorst regeerde tijdens het ancien regime met drie standen: adel, kerk en burgerij.
 Tijdens het ancien regime was iedere provincie soeverein (vb. Brabant, vlaanderen,…)
=> confederaal systeem
 Die standen van iedere provincie kwamen samen en hadden een eigen soort
parlement = statenvergaderingen
 In de Zuidelijke Nederlanden waren 61% van de inwoners Nederlandstalig, 35%
Franstalig en de rest Duitstalig
 Luik hoorde tijdens het Ancien regime niet tot de Zuidelijke Nederlanden => was een
apart vorstendom van het HRR.
 Schoonmoederregime => België werd op bepaalde vlakken bestuurd door de
Nederlanders en het VK => bv. Tol betalen aan Nederlanders om haven van
Antwerpen binnen te komen.
Frans regime
 In 1795 behoorden België tot Frankrijk
 De Fransen maakten departementen in België en schaften de vorstendommen af =>
Zo werd België een eenheidsstaat
 Gevolgen hiervan:

, o leenrecht werd afgeschaft
o kerk verliest haar rijkdom doordat de eigendommen van de kerk verkocht
worden (De dode hand = het bezit van de kerk dat nooit verkocht zal worden
=> Dat bezit wordt tijdens het Frans regime wel verkocht)
o universiteit van Leuven wordt gesloten => rede: het was een katholieke
universiteit)
o gaan eengemaakt recht invoeren over heel België (was ervoor gewoonterecht
= elk gebied had toen zijn eigen recht) => Er komen rechtbanken en een
Burgerlijk wetboek
o Haven van Antwerpen wordt opnieuw vrij
 Uiteindelijk ontstaat er een concordaat tussen Napoleon en de paus:
o Hierdoor krijgen priesters een bezoldiging van de staat. => rede voor
concordaat: zo is er sociale rust.
o Hierdoor gaan Kerkgebouwen beheerd worden door de kerkfabrieken => die
fabrieken worden gesubsidieerd door de overheid
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
 Nadat Napoleon wordt verslagen, wordt er in het congres van Wenen door de
grootmachten geëist om Frankrijk in bedwang te houden => Hierdoor wordt Zuiden
(=België) samengevoegd met Noorden (=Nederland) tot een bufferstaat tegen
Frankrijk => Koning Willem 1 aan de macht
 De Grondwet die wordt gestemd geeft veel macht aan de vorst => Er is geen
ministeriële verantwoordelijkheid (= ministers moeten geen verantwoording afleggen
tegenover parlement) + Vorst kan tussenkomen in processen
 Het parlement heet de Staten-Generaal:
o 50/50 vertegenwoordiging van Noord en Zuid (ondanks het feit dat er in het
zuiden veel meer inwoners waren)
o Dat parlement is bicameraal (Eerste en tweede kamer)
o Er mag maar 1 keer gestemd worden over een begroting om de 10 jaar.

De revolutie van 1830
Context revolutie
 Men gaat over van een landbouwland naar een industrieland
 Onder Willem 1 heeft de industrie succes => door textielfabrieken,
steenkoolnijverheid => Hierdoor ontwikkelen de steden zich.
 Maar er ontstaat ruzie tussen Willem 1 en enerzijds de middenklasse en anderzijds
de adel en de clerus => Zij vinden dat alles wat misloopt zijn schuld is omdat hij
teveel macht heeft.
 Uiteindelijk gaat er een revolutie uitbreken door de lagere burgerij en de
middenklassen, maar wanneer het voorlopig bewind de macht grijpt gaan die
revolutionairen aan de kant worden geschoven.

,  Uiteindelijk wordt er een grondwet geschreven waarbij men rekening houdt met de
‘Brabantse omwenteling’ (=andere Belgische revolutie => Toen was Jozef 2 een
verlichte despoot)
Eisen van de revolutionairen
 Volkssoevereiniteit (=bevolking kiest machthebbers)
 Parlementair regime (=macht gaat uit van het parlement)
 Ministeriële verantwoordelijkheid (=parlement controleert regering)
 Rechten en vrijheden (=rechtsbescherming van het individu) (=> Tijdens dat Willem 1
aan de macht was bestond er al vrijheid van Godsdienst.)
Adel en kerk
 Willem 1 heeft staatsscholen opgericht => hierdoor gaat het analfabetisme zinderend
afnemen
 De Katholieke kerk is razend en richt eigen scholen op => Zij zeggen dat de katholieke
kerk de vrijheid heeft van Godsdienst en van onderwijs => dus mogen ze zelf scholen
oprichten.
 In 1827 ontstaat er een monsterverbond tussen de katholieken en de liberalen =>
Doel: eigenbelangen op de eerste plaats zetten.
2 soorten katholieken
 De progressieve katholieken
 De ultramontanen => Extreme katholieken => Zij vinden dat er niet gestemd mag
worden en dat alles door God is vastgelegd en dat nooit mag veranderen.
Hoe verloopt revolutie?
 Door de ontevredenheid van de paupers (=armen) zijn er overal in België relletjes
 De middenklasse gaat kranten publiceren + petities maken om aan te klagen wat er
misloopt.
 Het voorlopig bewind verklaart in oktober 1830 België onafhankelijk
 In November 1830 zijn er de verkiezingen van het Nationaal congres => Zij moeten de
grondwet schrijven
 Maar: België moet eerst erkend worden door de andere staten => Dat gebeurd op de
conferentie van Londen.
Reactie Koning Willem 1
 Wanneer er relletjes ontstaan in Brussel, gaat Willem 1 zijn zoon met een leger
sturen
 Normaal zou het leger de relschoppers moeten verslaan, maar Willem 1 laat het leger
terugtrekken.
 Rede: Willem 1 denkt dat de Grootmachten de Belgische revolutie niet zouden
toestaan + wou ook dat zijn zoon koning werd => maar gaat allemaal niet lukken.
 Willem 1 verliest uiteindelijk het vertrouwen vanaf het moment dat hij Antwerpen
gaat beschieten.

, Het nationaal congres en de grondwet
De grondwet, een compromis
 Een compromis tussen de liberale middenklas, de adel en de clerus
 De liberale middenklasse zorgt voor individuele rechten en vrijheden => zoals de
vrijheid van meningsuiting => hier was de kerk eerst tegen omdat je hiermee kan
spotten met de kerk.
 De kerk slaagt erin om haar machtsstructuur te bewaren
Verkiezingen Nationaal congres
 Het Nationaal congres dat de grondwet moet schrijven werd verkozen => Dat is
nieuw
o Je werd rechtsreeks verkozen => Dat was niet zo bij Willem 1 => Dat waren
getrapte verkiezingen
o Je moet hoge belastingen betalen om te kunnen mogen stemmen => doel: zo
ervoor zorgen dat enkel degene die gestudeerd hebben kunnen stemmen +
enkel degene die tijd hebben kunnen deelnemen (dus mensen die constant
werken voor weinig geld kunnen niet aan politiek doen want ze weten er niks
van.)
o Capacitair stemrecht: Degene met een diploma of pastoors mogen ook
stemmen => rede: sommige zijn nog niet rijk genoeg om mee te kunnen
stemmen. (was eenmalig)
Uitgangspunt van de grondwet
 Nationale soevereiniteit en geen volkssoevereiniteit!
Het Nationaal congres
 Twee belangrijke groepen in het nationaal congres
o De adel
o De intellectuelen (bv. Advocaten => bestaan uit gematigde katholieken en
liberalen)
 Prioriteiten van het nationaal congres: De macht van de koning aan banden leggen
door:
o Ervoor zorgen dat de koning gebonden is aan de grondwet
o Scheiding der machten => hierdoor kan Koning niet tussenkomen in proces
o Ministeriële verantwoordelijkheid => Ministers worden benoemd door koning
maar kunnen naar huis gestuurd worden door het parlement.
o Contraseign: elke beslissing van de koning moet ondertekent worden door
een minister.
 De grondwet die geschreven is door het Nationaal congres werd geschreven voordat
er een koning was.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur driesvds. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49  38x  vendu
  • (6)
  Ajouter