Levenslooppsychologie
1: Inleiding ontwikkelingspsychologie
Wat is ontwikkeling?
• Noteer wat volgende foto’s bij jullie oproepen i.v.m. ontwikkeling
- Noteer de leeftijdsfase (1)
- Probeer zoveel mogelijk thema’s (domeinen) binnen de ontwikkeling te benoemen /
beschrijven (2)
(1) Peuter
(2) Koppigheidsfase, autonomie ontwikkelen
(1) ouderdom
(2) sociale aspect, lichamelijk
(1) jongvolwassen
(2) persoonlijkheid, gender, identiteit
(1) prematuur
(2) lichamelijke ontwikkeling, hechting
(1) kleuter
(2) spelontwikkeling (rollenspel, fantasiespel)
(1) adolescentiefase
(2) persoonlijke ontwikkeling, identiteit ontwikkelen
(1) lager school
(2) cognitieve ontwikkeling (denk ontwikkeling)
(1) peuter (1-3jaar)
(2) motorische ontwikkeling, spel ontwikkeling (constructiespel)
, Levenslooppsychologie
1: Inleiding ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie/ Levenslooppsychologie
Voorbeelden groei: lichamelijk groei (ontwikkeling), groei in woordenschat
Voorbeelden verandering: kind voor het eerst woorden gebruikt of zinnen, van kruipen naar stappen.
Heel zichtbaar, duidelijk op merkbaar
Voorbeelden stabiliteit: taalontwikkeling ( woordenschar compleet), geheugen
Wat is ontwikkeling?
• Ontwikkelen = “het veranderen van een aanwezige structuur”
(ont-wikkelen, ont-vouwen, ont-plooien)
Voorbeelden: zinnelijk worden, leren lezen en schrijven ( klanken associëren met letters -> je
leert nieuw schema), hormonale verandering, lichamelijke verandering (puberteit)
Structuur is een heel algemeen woord
Kenmerken van ontwikkeling
• Gedurende de hele levenscyclus
• Gedragsverandering (winst-verlies)
• Levenslang proces
– Verloop in tijd
– Houdt een voortgang in
Ontwikkeling is geen foto maar een filmpje, heel veel kleine stapjes gaan eraan vooraf, je kan
het filmpje niet terugspoelen, dus niet herhaalbaar, geen momentopname.
,Actuele vraagstukken
Continuous Development:
Geleidelijk aan proces, stap per stap, uitbreiding, vorige stadia steeds nodig
Bv: woordenschat, groei
Discontinuous Development:
In sprongen, een trapje hoger (fase) is kwalitatief anders/verschillend dan de vorige, duidelijk
te onderscheiden
Bv: fase van de één woord zin i.p.v. het brabbelen
Ontwikkeling is zowel Continuous als Discontinuous Development, je kan ze naast elkaar
gaan gebruiken. Bv: je groeit steeds geleidelijk aan (Continuous), maar kan opeens een
groeispurt maken (Discontinuous)
Kritische/kritieke periode:
Als er iets gebeurt in je leven en een heel grote impact heeft op je levensloop, ontwikkeling
Impact heel groot en niet omkeerbaar
Bv. infectieziekten, geen veilige hechting
Bv: kritieke periode van de ganzenkuikens, geen interpretatie van de moederfiguur
Gevoelige periode:
Periode waarin we meer ontvankelijk zijn, kunnen goede of slechte periodes zijn
Je kan de schade inhalen, omkeerbaar
Bv: leren van een nieuwe taal, gaat beter in jonge jaren dan in oudere jaren
Bv: leren eten met een lepel
Beiden kunnen bestaan
Nature:
Bepaald door genetische factoren
Nurture:
Bepaald door onze opvoeding
Welke aspecten in je ontwikkeling worden vooral genetisch bepaald?
uiterlijke kenmerken (bv: haarkleur, oogkleur)
genetische ziekten (bv: alzheimer, borstkanker)
psychische aandoeningen (bv: depressieve klachten)
Relatief gewicht van erfelijkheid en milieu
49-50
Allebei even belangrijk in onze ontwikkeling
, Het levensloopperspectief: uitgangspunten
• Levenslang
Bv: sociale ontwikkeling -> 1ste fase: hechtingsproces, adolescentie: loslatingsproces,
ouderdom: behoud
• Multi-dimensioneel (verschillende domeinen) en multi-directioneel (+ en -)
Ene domein heeft invloed op het andere domein
Sprongen in ene domein, maar andere domein minder of ligt stil
• Plastisch
Je kan bijsturen
• Beïnvloed door meerdere inter-agerende factoren
Factoren die op elkaar inwerken, wordt beïnvloed door opvoeding, dingen die we
meemaken, waar je woont,..
• Cohorteffecten
= Een groep mensen die op eenzelfde tijd/periode is geboren en zelfde plaats
opgroeit
= Vergelijkbaar met generaties
• Normatieve effecten
‒ Wat de meeste mensen van jou plaats hebben meegemaakt
‒ Historisch ( bv: oorlog, klimaat), leeftijdsgebonden (bv: jongeren die samen of alleen
gaan wonen) of socio-cultureel (bv: beslissingen die genomen worden rond klimaat)
• Niet-normatieve effecten
Zaken die enkel jij meemaakt, andere niet, iets individueel en heeft invloed op jou
ontwikkeling
Toepassing: gaat het om een normatieve of niet-normatieve gebeurtenis?
- De ontdekking van de relatie tussen het aidsvirus en het seksueel gedrag van mensen
normatief (historisch)
- De zwangerschap van een minderjarige dochter
niet normatief ( iets individueel)
- De vele kinderen met astma door de opwarming van de aarde
normatief ( socio-cultureel)
- Het fatalisme over de toekomst van de kerk bij adolescenten
normatief ( socio-cultureel)