PSYCHOLOGIE
Schriftelijk examen met 40 mpc (kennis, toepassing, inzicht) met milde gis (1/4 e of 25
Proefexamen rond paasvakantie
Hoorcollege+ sem (handouts) + reader met teksten (verplicht en sommige achtergrond)
Hoofdstuk 1: Inleiding (HC)
1)Analytische kaart: gedrag/situaties in kaart
brengen en begrijpen
Vooral zicht krijgen op micro niveau
(psychologische factoren op micro), ahv
casussen
Psychologische factoren als belangrijk onderdeel
van analytische kaart.
• Focus op verschillende psychologische functies
en – eigenschappen die relevant zijn om kinderen en jongeren beter te begrijpen.
• 10 thema’s met casussen:
- Inleiding (gesch, psych als wetenschap)
- Waarneming
- Leren
- Emoties
- Stress en gezondheid
- Motivatie
- Persoonlijkheid
- Sociale psych
- Geheugen en IQ
- Denken
2)Feit of fictie?
- Psychologen k gn gedachten lezen (vb oef: kies getal/kleur/groente/...--> meeste mensen
kiezen zelfde getallen/groente/...)
- Kinderen/mensen w niet slimmer als ze naar mozart luisteren
- Niet altijd eerste gedacht volgen→meest doordachte gedacht volgen
1
,3)Wat is Psychologie (niet)?
Voorbeelden
- Psychologie is dus gn ziener/visionair, houdt zich niet enkel bezig met het begrijpen v psychische
problemen of abnormale processen en onderscheidt zich als wetenschap vd huis-tuin en keuken
psychologie in de populaire magazines
- Psychologische wetenschap is meer dan een verzameling v volkswijsheden→ bestaan al
eeuwenlang. Bepaalde ‘waarheden, gezegdes’ vaak met een soort moraal in die algemeen
geloofd worden.
- Psychologie is niet:
▪ Pure speculatie over de menselijke natuur
▪ Een verzameling van volkswijsheden waarvan “iedereen toch weet” dat ze waar zijn (=“common
sense”)
→! Psychologie = wetenschap !
2
, A. Definitie
➔ Psych is de empirische wetenschap (wetenschappelijke studie) van gedrag en mentale
activiteiten vh individu (ahv wetenschappelijke proeven en toetsbare hypothesen)
Verschillende belangrijke componenten in deze definitie:
1. wetenschappelijk! Verschillend van volkswijsheden, intuitie, enz.
2. Gedrag -> wat observeerbaar is
3. Mentale processen -> niet observeerbaar, maar ook fundament van wat psy wil observeren
B. Wetenschap vs intuïtie
- Psychologie betwijfelt ongefundeerde beweringen van pseudowetenschappen (bv. astrologie,
toekomstvoorspellingen, handlezen, theorieën uit de middeleeuwen,…)
- Pseudowetenschappen: elke benadering om fenomenen uit de werkelijkheid te verklaren die
geen beroep doet op de wetenschappelijke methode
Foto links: handlezen. Geen enkel wetenschappelijk bewijs voor dat dit iets zinnig over de persoonlijkheid
van mensen vertelt.
Foto rechts: behandeling van psychiatrische patienten in de Middeleeuwen. Zo goed als niets bekend
over ‘de mentale geest’, onderzoek hiernaar bestond nog niet. Hier: keisnijding ter verlichting van
krankzinnigheid. Idee: krankzinnighied wordt veroorzaakt door verstening in de hersenen, kei moet eruit
gesneden worden. Kwakzalvers sneden hoofd open en hadden dan steentje bij dat ze er zogezegd uit
gehaald hadden
- Uitspraken doen op basis van ervaringsgegevens
• 2 verschillen
▪ Op vlak van verzamelen van gegevens (veel → weinig)
vb: wetenschappelijk artikel staat dat een bepaalde therapie helpt tegen
depressie, is dat gebaseerd op een grote groep van personen waarbij men dit
onderzocht heeft→ soms op 1 geval baseren: bvb. Die aanpak heeft geholpen
bij een vriendin van mij, zal bij jou misschien ook helpen.
▪ Op vlak van verwerken van gegevens (snelle verbanden → systematisch)
3
, Vb: Bij intuitie→onze hersenen aan slag met de info die ze verzameld
hebben→maar hersenen zijn gevoelig voor bepaalde denkfouten. We zien bvb
graag oorzakelijke verbanden => vb. Een vriendin van mij heeft visolie genomen
en voelt zich nu minder neerslachtig, visolie is dus effectief→ kan veel meer en
andere verklaringen hebben waarom die vriendin zich nu beter voelt (gwn van
zelf opgeknapt, nieuw lief, …), zonder dat dit aan die visolie ligt.
! Bij de wetenschap gaat men deze denkfouten proberen vermijden door de
verzamelde gegevens systematisch te gaan analyseren, met aandacht voor
alternatieve verklaringen= empirisch werken
- Een wetenschappelijke aanpak kenmerkt zich door een empirische manier van werken!
4) Geschiedenis van de psychologie
“De psychologie heeft een korte geschiedenis maar een heel ver verleden”
→Korte geschiedenis: het is nog niet zo lang dat het menselijk gedrag en de mentale processen op een
empirische wijze bestudeerd worden.
→Heel ver verleden: het boeit de mens wel al eeuwenlang om gedrag beter te begrijpen.
A. De verre voorgeschiedenis
Socrates; waaromvrager→ Griekse filosoof, stelde alles in vraag om zo kennis bij te brengen, één
van de eerste was die zei dat je niet zomaar moet geloven wat autoritairen/goden zeggen, maar dat
je zelf kritisch moet denken en aan inductie doen (waarnemingen doen, dingen goed begrijpen en op
basis daarvan algemene theorieën vastleggen)
Plato; (lln v socrates) wat is realiteit? →vertrouw niet op je waarneming, allegorie van de grot
(mensen worden in een grot opgesloten en zien enkel schaduwen, geloven dus niet dat echte dingen
bestaan, ze zijn ervan overtuigd dat schaduwen de echte wereld is), Plato zegt dat eigen
waarnemingen dus fout en onbetrouwbaar kunnen zijn, en mensen graag onwetend zijn.
Dualisme: de aardse bedrieglijke wereld is er, aan de echte wereld kan je enkel geraken met je
verstand, volgens Plato kunnen alleen filosofen hieraan met hun verstand.
Aristoteles; empirisch werkelijkheid (gebaseerd op ervaring og op bewijs uit de praktijk) de
waarnemingen zijn waar, de wereld is echt. Mensen maken wel denkfouten door de verbanden die
we in onze hersenen leggen→Belangrijk man voor de wetenschap en biologie. Doelgerichtheid is
volgens hem heel belangrijk, alles heeft een doel.
Galenus; (schema niet vanbuiten kennen)→men was 200 j geleden al bezig met mensen in hokjes op te
delen (iem die droog en warm is een cholericus,..)→ging verder op humorenleer, koppelde persoolijkheid
aan lichaamssappen
4