Reader OGPI
Inhoudsopgave
1. Martin, G. & Pear, J. (2010). Behavioral modification: What it is and how to do it. New Jersey: Prentice Hall
....................................................................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 6: Positieve Versterking...................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 7: Ongewenst Gedrag Verminderen door Uitdoving, Straf, en Negatieve Versterking ...................... 3
Hoofdstuk 8: Conditionering van Respondenten ................................................................................................. 3
Hoofdstuk 12: Gegevensverzameling en Analyse ................................................................................................ 3
Conclusies ............................................................................................................................................................ 4
2. Coghill, D., Banaschewski, T., Cortese, S., Asherson, P., Brandeis, D., Buitelaar, J., ... & Simonoff, E. (2021).
The managment of ADHD in children & adolescents: bringing evidence to the clinic: perspective from the
european ADHD Guidelines Groep (EAGG). European child & adolescent psychiatry, 1-25. ............................. 4
Hoofdinzichten ................................................................................................................................................ 5
Conclusies........................................................................................................................................................ 6
3. Hoge gezondheisraad. Medicamenteuze en niet-medicamenteuze aanpak van ADHD. Brussel: HGR; 2021.
Advies nr.9547. ............................................................................................................................................... 6
Hoofdinzichten ................................................................................................................................................ 7
Conclusies........................................................................................................................................................ 8
4. Sandbank, M., Bottema-Beutel, K., Crowley, S., Cassidy, M., Dunham, K., Feldman, J. I., Crank, J., Albarran,
S. A., Raj, S., Mahub, P., & Woynaroski, T. G. (2020). Project AIM: Autism intervention meta-analysis for
studies of young children. Psychology bulletin, 146(1), 1-29............................................................................ 8
Hoofdinzichten ................................................................................................................................................ 9
Conclusies...................................................................................................................................................... 10
5. Lorenc, T., Rodgers, M., Marshall, D., Melton H., Rees, R., Wright,K. & Sowden, A. (2018). Support for.
adults with autism spectrum disorder without intellectual impairments: systematic review. Autism, 22(6),
654-668 ........................................................................................................................................................ 10
Hoofdinzichten .............................................................................................................................................. 11
Conclusies...................................................................................................................................................... 12
6. Federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg (2014). Behandeling van autisme bij kinderen en
jongeren: klinische praktijkrichtlijnen (KCE Report 233As). ........................................................................... 12
Hoofdinzichten .............................................................................................................................................. 13
Conclusies...................................................................................................................................................... 14
7. Kaminsku, J. W., & claussen, A. H. (2017). Evidence base update for psychosocial treatments for disruptive
behaviors in children. Journal of clinical child and adolescent psychology, 46 (4), 477-499. ........................... 15
, Hoofdinzichten .............................................................................................................................................. 15
Conclusies...................................................................................................................................................... 16
8. Andrén, P., Jakubovski, E., Murphy, T. L., Woitecki, K., Tarnok Z., Zimmerman-Brenner, S., ... & Verdellen,
C. (2021). European clinical guidelines for tourette syndrome and other Tic disorders - Version 2.0. Part II:
Psychological interventions. European child & adolescent psychiatry, 1-21. .................................................. 17
Hoofdinzichten .............................................................................................................................................. 17
Conclusies...................................................................................................................................................... 18
Blank, R., Barnett, A. L., Cairney, J., Green, D., Kirby, A., Polatajko, H., ..., Vinçon, S. (2019). international
clinical practice recommendations on the definition, diagnosis, assesment, intervention, and psychosocial
aspects of developmental coordination disorder. Developmental medicine and child neurology, 61(3), 242-
285. .............................................................................................................................................................. 19
Hoofdinzichten .............................................................................................................................................. 19
Conclusies...................................................................................................................................................... 20
1. Martin, G. & Pear, J. (2010). Behavioral modification: What it is and how to do it. New Jersey:
Prentice Hall
, Hoofdstuk 6: Positieve Versterking
In dit hoofdstuk wordt het concept van positieve versterking uitgelegd. Positieve versterking houdt in
dat een gedrag gevolgd wordt door een belonende stimulus, wat de kans vergroot dat het gedrag in
de toekomst opnieuw zal optreden. Belangrijke punten zijn:
• Definitie van Positieve Versterking: Een proces waarbij een respons gevolgd wordt door een
belonende stimulus, wat de kans vergroot dat de respons in de toekomst opnieuw optreedt.
• Effectiviteit van Versterkers:
o Timing: De beloning moet direct na het gewenste gedrag worden gegeven.
o Consistentie: Het gedrag moet consequent worden beloond.
o Variatie van Versterkers: Het gebruik van verschillende beloningen om verzadiging
te voorkomen.
• Premack-Principe: Het gebruik van een meer voorkomend gedrag (beloning) om een minder
voorkomend gedrag te versterken
• Verzadiging en Verlies van Versterkers: Het verminderen van de effectiviteit van een
versterker door overmatig gebruik
Hoofdstuk 7: Ongewenst Gedrag Verminderen door Uitdoving, Straf, en Negatieve Versterking
Dit hoofdstuk bespreekt methoden om ongewenst gedrag te verminderen:
• Uitdoving (Extinctie): Het proces waarbij een gedrag afneemt en uiteindelijk verdwijnt
doordat het niet langer wordt gevolgd door een versterker.
• Straf:
o Positieve Straf: Het toevoegen van een onaangename stimulus na een gedrag om dit
te verminderen.
o Negatieve Straf: Het verwijderen van een aangename stimulus na een gedrag om dit
te verminderen.
• Negatieve Versterking: Het verwijderen van een onaangename stimulus om een gedrag te
versterken (anders dan straf omdat het gedrag toeneemt).
Hoofdstuk 8: Conditionering van Respondenten
Dit hoofdstuk behandelt klassieke conditionering, een vorm van leren waarbij een neutrale stimulus
wordt gekoppeld aan een ongeconditioneerde stimulus om een geconditioneerde respons te
produceren:
• Klassieke Conditionering: Een vorm van leren waarbij een neutrale stimulus wordt
gekoppeld aan een ongeconditioneerde stimulus om een geconditioneerde respons te
produceren.
o Basisprincipes: Geconditioneerde en ongeconditioneerde stimuli en responsen.
o Verwerving: Het proces van het leren van de geconditioneerde respons.
o Uitdoving en Spontaan Herstel: Hoe geconditioneerde reacties kunnen afnemen en
tijdelijk terugkeren.
• Stimulusgeneralisatie en -discriminatie: De uitbreiding van geconditioneerde reacties naar
soortgelijke stimuli en de beperking daarvan tot specifieke stimuli.
• Toepassingen: Gebruik in therapieën zoals systematische desensitisatie voor fobieën.
Hoofdstuk 12: Gegevensverzameling en Analyse