Het bevat de totale samenvatting van het examen adolescentie 1. Wil je goed voorbereid het examen ingaan en leren wat de school van je verwacht neem dit document dan door. Veel succes met je examen!
Sociologie
Sociologie: De wetenschap die het samenleven van mensen in grotere of kleinere sociale
verbanden bestudeert. Studie van de manieren waarop mensen de problemen van het
samenleven kunnen oplossen.
Sociaal: Alles wat met het samenleven van mensen te maken heeft.
Sociologie zoekt antwoorden op 2 vragen:
1. Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat zij deel uitmaken van
allerlei samenlevingsverbanden of groeperingen?
Microniveau: Directe sociale omgeving; gezin, vrienden, collega’s
Mesoniveau: Grotere verbanden waarvan men deel uitmaakt: Kerk, school,
wijk.
Macroniveau: De maatschappij als geheel
2. Hoe zit de samenleving in elkaar en hoe functioneert deze?
Sociologie als wetenschap
Iedereen: opvattingen over samenleving en het functioneren van mensen in de samenleving.
(ouderen veroorzaken meer verkeersongelukken, vrouwen kunnen niet rijden)
Sociologie: Empirische wetenschap, systematische waarneming van feiten en onderzoek
over de werkelijkheid hoe mensen erover denken
Weerstanden tegen sociologie:
Sociologen tonen aan wat iedereen al weet
De sociologie heeft geen oog voor de individuele verantwoordelijkheid
Sociologie scheert mensen over één kam en gaat voorbij aan ieders individualiteit.
Sociologie en vroedkunde
Zorgen voor en omgaan met mensen, kennis:
Eigen gedrag en dat van anderen
Maatschappelijk factoren m.b.t. zorg, ziekte en gezondheid
Positie van vroedvrouwen in allerlei groeperingen
Wilterdink en Van Heerinkuizen
Mensen zijn op 3 manieren met elkaar verbonden:
1. Interactie: Mensen zijn op elkaar gericht en stemmen hun gedrag op elkaar af.
Iedereen heeft binden met anderen en ondergaat daardoor de dwingend invloed van
anderen.
Het gedrag van de een leidt tot een reactie van de ander. Reactie is gebaseerd op een
interpretatie (subjectieve definitie van de situatie).
De definitie van de situatie leidt tot interactiepatronen die zich vestigen.
Identiteit: De wijze waarop iemand zichzelf ziet. Komt tot stand via
interactieprocessen met de sociaal-culturele omgeving; identificatie en
separatie brengen onze identiteit.
Komt tot stand door proces en zelfbespiegeling: Afvragen hoe je bij andere
overkomt en hoe zij jou beoordelen.
Role-taking: In gedachten verplaatsen in de positie van anderen met wie men
in contact komt. Achterhalen wat er in een bepaalde situatie van hen wordt
Yasmila Mekki
,Bachelor in de vroedkunde
verwacht en vervolgens kunnen zij hun gedrag t.o.v. die ander preciezer
bepalen.
Collectieve definitie van de situatie
Collectieve betekenis: Veel situaties hebben we al geleerd hoe we die moeten
definiëren. Dit heeft te maken met het begrip cultuur, samenleven met elkaar
veronderstelt gemeenschappelijke interpretaties.
Door samenleven van veel culturen ontstaan er vaak interpretatie problemen.
Referentiekader: Geheel van opvattingen, waarden en normen, ervaringen en
vanzelfsprekendheden op grond waarvan we handelen en de omgeving
beoordelen. Vaak vormen we dit onbewust. Ieder heeft zijn eigen
referentiekader en dus een gekleurde manier van kijken naar de wereld.
Etikettering en stigmatisering: Neiging anderen in te delen in categorieën en
eigenschappen toe te kennen aan die categorieën. Etiketteringsproces
vertrekt vanuit reactie omgeving, niet vanuit de eigenschappen die iemand
heeft.
Stigma: Bepaalde eigenschappen krijgen een heel negatieve lading
2. Cultuur: Mensen zijn door elkaar gevormd. geheel van voorstellingen, opvattingen,
waarden en normen die mensen zich als lid van hun samenleving verworven hebben
door middel van leer- en gewenningsprocessen en die van grote invloed zijn op hun
gedrag in ruimere zin.
Subcultuur: Aantal kenmerken gemeenschappelijk met overkoepelende cultuur en
een aantal eigen elementen.
Etnocentrisme: In de beoordeling van anderen stellen we onze eigen waarden en
normen centraal.
Cultural lag: Als verschillende cultuurelementen zich in een verschillend tempo
ontwikkelen waardoor problemen ontstaan.
Waarden: Collectieve opvattingen over wat mensen goed vinden en daarom
nastreven. Sociologen zijn vooral geïnteresseerd in collectieve waarden, want
dit zegt iets over de samenleving.
Normen: Gedragsregels, concretisering van waarden. Min of meer
uitgesproken opvattingen over wat hoort en wat niet hoort.
Afwijkend (deviant) gedrag: Gedrag wijst naar datgene wat mensen feitelijk
doen. Sociale controle: alles wat mensen in het samenleven doen om elkaar
tot het naleven van normen te brengen--> sancties (negatieve, positieve en
formele).
Nieuwe dynamiek waardoor er weer nieuwe regels kunnen ontstaan.
Belang van waarden en normen: Belangrijk bindmiddel voor samenleving
geeft duidelijkheid en voorspelbaarheid.
Te veel regels:
o Bureaucratisering
o Aantasting van de vrijheid
Te weinig regels:
o Anarchie
o Recht van de sterkste
Institutie en institutionalisering:
Yasmila Mekki
, Bachelor in de vroedkunde
Institutionalisering: Het proces waarin bepaalde gedragsvormen algemeen
gangbaar worden.
Institutie: Een aantal samenhangende gedragspatronen op een bepaald
gebied.
Roltheorie: Gedragsregels zijn gekoppeld aan een bepaalde situatie en aan de
plaats die je daarin inneemt. Positieset: Geheel van posities die iedereen heeft
(verworven en toegewezen posities).
Rol: Gedragsregels die te maken hebben met de positie die je in een bepaalde
situatie inneemt. Datgene wat wordt verwacht van iemand in een bepaalde
positie. Rol= verwachting. Rolgedrag= Wat iemand in een bepaalde situatie
daadwerkelijk doet.
Status: De waardering die wordt toegekend aan een bepaalde positie, los van
de persoon
Statussymbolen: Uiterlijkheden om je status te accentueren.
Rolattributen: Wanneer uiterlijkheden nodig zijn om een rol goed te kunnen
vervullen of om iemand te herkennen.
Sociaal aanzien: Eer van iemand in een groep
Rolconflict: Wanneer verschillende verwachtingen die gepaard gaan met
verschillende posities die iemand aanneemt moeilijk met elkaar te verenigen
zijn. (intern conflict en extern conflict)
Socialisatie: Proces waardoor iemand zich in de omgeving met andere de
waarden en normen van allerlei groeperingen eigen maakt. (wennen aan
cultuur). Sociale klasse en geslacht beïnvloeden de socialisatie.
Internalisatie: Mensen die socialisatieproces ondergaan gaan bepaalde
waarden en normen als vanzelfsprekend beschouwen.
Multiculturele samenleving: Bevolkingsgroepen met verschillende culturen
en verschillende etnische groepen die naast elkaar leven. Veel verschillende
culturen die hun oorspronkelijke cultuur handhaven hierdoor veel
verscheidenheid.
Allochtonen: Mensen van niet-inheemse afkomst.
Op verschillende manieren naar cultuur kijken:
Relativisme: meest tolerante houding tegenover culturen. Over een andere
cultuur kan ik niet oordelen. Geen andere cultuur is beter dan de andere.
Universalisme: Mensen gaan ervanuit dat de westerse waarden en normen
‘’de cultuur’’ zijn. Waarden die worden opgelegd
Pluralisme: We leven samen en we gaan elkaar beïnvloeden en we vinden een
tussenweg. Dynamisch evenwicht verbindt het relativisme en het
universalisme.
Integratie: Het samenstellen van onderdelen tot één geheel (differentiatie
tegenpool). Een kenmerk is dat beide groepen aanpassingen maken.
Assimilatie: Eenzijdige aanpassing.
Totale assimilatie: Vergaande assimilatie dat alle uiterlijke verschillen verdwijnen.
Partiële assimilatie: Voor een groot deel wordt de cultuur behouden, maar de taal
van het migratieland is gekend en de regels worden gerespecteerd (integratie).
3. Interdependentie: Mensen zijn van elkaar afhankelijk.
Groeperingen: Mensen leven met elkaar samen in verschillende soorten
groeperingen.
Yasmila Mekki
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur YasmilaMekki. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.