Stad en diversiteit 2024
Tekst 500 woorden + foto -> linken aan geschiedenis stad, eerste deel cursus,…
LES 1 inleiding: verstedelijking, migratie en vele dimensies van diversiteit
Migratie naar de stad -> groei van steden
Migratie zorgt voor diversiteit, verschillende soorten integratie en conflicten hier
rond
MIGRATIE ALS OORZAAK VAN VERSTEDELIJKING EN STEDELIJKE
DIVERSITEIT
Vanaf jaar 1000: opkomst van steden in Europa -> leven weinig mensen in de stad
tot 1800
Urbanisering ontstaan door permanente migratie van platteland (pre-moderne =
voor Franse Rev)
à Komt door urban graveyard effect = zonder migratie krimpt de stad, veel
meer ziektes, migratie is nodig om urbanisering te kunnen hebben in vroeg
moderne periode
Migratie gedreven door
- Steden doen het goed, jobs, geld -> gouden eeuwen van de steden
- Aantrekkingskracht van de steden
- Pushfactoren = mensen willen weg van plaats waar ze komen (spelen grote
rol)
o Oorlogen, gebrek aan kansen, armoede, … op platteland
- Pullfactoren= trekken je aan, op bepaalde plek wilt zijn
o Vraag naar arbeid
o Specifieke instellingen in stad; universiteit, godshuizen,…
o Gezondheidsvoorzieningen
o Cultureel, politieke factoren
In deze periode vooral migratie van platteland -> stad (en minder van stad -> stad)
à Te maken met proletariseringsprocessen = mensen die alleen kunnen
overleven door arbeid te verkopen, hebben bv geen grond /
productiemiddelen -> enkel hun arbeid/acties
à Mensen ontwortelen, geen grond, werktuigen -> kunnen niet anders
overleven dan arbeid te verkopen
à Zorgt voor plattelandsvlucht
Demografisch basin van Antwerpen, de Kempen
1
,Profiel van mensen platteland naar stad : arm, geen grond meer
Van stad naar stad : hoog opgeleid met kapitaal en kennis -> gaan de beste plaats
kiezen -> zij worden actief aangetrokken door steden
Mensen die van verder migreren hebben vaak meer economisch, sociaal,…
kapitaal
Veel niet permanente migratie : veel mensen keren terug, transitmigratie (veel
minder mensen gaan zich vast vestigen)
In deze periode veel seizoensgebonden arbeid
Vanaf 19de eeuw veel minder onderscheid tussen platteland en stad – geen
stadomwalling meer
INDUSTRIALISERING EN URBANISERING IN 19DE EEUW
In 19de eeuw verandert heel veel -> versnelling door industrialisering -> steden
veel groter
Mensen trekken naar de stad voor werk, IR + plattelandsvlucht (te veel mensen
geboren + leven langer + economisch niet goed op platteland)
à Democratisering transport sector ook van groot belang; stoomboten en
treinen (wordt goedkoper en toegankelijker)
à Wordt makkelijker voor mensen om langere afstanden af te leggen
° nieuwe steden vb. Charleroi
MIGRATIE IN 20STE EEUW
Neemt eerst af -> mensen trekken weg uit Europa (Red Star Line brengt
Europeanen naar nieuwe wereld) -> Europa emigratie
Druk om van platteland weg te gaan nam af -> na WO2 nieuwe fase van
urbanisering en industrialisering : gastarbeiders komen naar Europa
Pullfactoren : mensen nodig voor zware werk, mannelijke bevolking uitgedund,
vruchtbaarheid minder -> nood aan arbeiders
Pushfactoren : armoede, overbevolking,… in land van herkomst
à Jaren 50 : jonge mannen uit Mar, Tun,… naar Europa gehaald zonder
familie
à Zorgt voor nieuwe situatie tot in jaren 70
à 1973: oliecrisis -> industrieën ondergaan -> werkloosheid -> stadsvlucht
à Nu: mensen trekken naar stad (creative class, hoogopgeleide mensen) ->
ander type migrant dat naar de stad trekt (50: laag opgeleide)
2
, à Steeds verschillende profielen van migranten (diploma, verwachtingen,
met/zonder gezin,…) -> bepaalt dynamiek in stad
Vormen en types van migratie
- Permanente vs tijdelijke
- Gedwongen migratie vb slavernij, carrière, vluchteling, …
- Kettingmigratie (volgmigratie) : familie die volgt
Oorzaken
- Push en pullfactoren
- Netwerken, organisatie
- Politieke stimulans en beperkingen
Verband oorzaak migratie en demografische kenmerken
- Alleenstaand vs gezinnen
- Mannen vs vrouwen
- Leeftijd
Hangt af van periode, push en pull factoren,…
à Verschillende profielen -> verschillende soorten kwetsbaarheid
Stad heeft graag hoogopgeleide migratie -> zorgt voor welvaart
Reproductiekosten worden afgeschoven op platteland en niet-Europese regio’s
= als mensen niet meer opbrengen maar geld kosten (ziek, oud) -> stad gaat niet
meer voor hen zorgen -> gaan weer naar plaats van herkomst
(kosten voor platteland, winst voor stad)
EFFECT VAN PROFIEL OP INTEGRATIE
Mensen met bepaald profiel gaan zich al dan niet integreren in samenleving
Paradox : groepen waarvan denken dat ze zich niet integreren vaak beter doen, ze
hebben geen optie om weg te gaan, hebben sociale ondersteuning nodig, minder
inkomen -> mensen met hoger inkomen vaak meer keuzemogelijkheden en
minder nood aan integreren
à Nood aan netwerk bepaald waar gaat wonen
à Ethnic neighbourhoods : zelfde profielen gaan samenwonen omdat minder
keuzes en die netwerken nodig hebben
Vormen van integratie
1. Structurele integratie = ben je geïntegreerd op arbeidsmarkt, eigen
inkomen,… toegang tot:
- Arbeidsmarkt
- Woonmarkt
3
, - Huwelijk : met iemand lokaal of van plek van herkomst
2. Culturele integratie = identificeren met de plek
- Taalverwerving
- Waarden en normen
- Religie
- Deelnemen aan sociale activiteiten
- Identificatie met de plek
Oordeel over integratie bekijken volgens welke standpunten/criteria bekijkt
Vormen van diversiteit
Niet enkel culturele diversiteit -> ook andere kenmerken, deze elementen
versterken elkaar vaak, verschillende zaken betrokken en spelen een rol
o Demografische kenmerken
- Leeftijd
- Gender
- Burgerlijke stand
o Sociaal-economische kenmerken
- Inkomen en bezit
- Vaardigheden en diploma’s
- Sociaal kapitaal
o Culturele kenmerken en levensbeschouwing
- Culturele achtergrond
- Religieuze achtergrond
- Overtuigingen en meningen
Intersectionaliteit = belang van meerdere factoren om ongelijkheid te begrijpen,
vaak discriminatie door combinatie van factoren (culturele achtergrond valt vaak
samen met sociaal economische achterstand -> zien het niet als wenselijk om
mensen hier te hebben -> discussies over)
4