Autre
Werkcollege-uitwerkingen WC 1 t/m 5 Grondrechten
- Cours
- Établissement
Dit document bevat alle werkcolleges (1 t/m 5) van het vak grondrechten. Dit vak is een bachelorvak én een pre-master vak (Rechtsgeleerdheid)
[Montrer plus]
Vendeur
S'abonner
tanishavanaalst
Avis reçus
Aperçu du contenu
Alle werkcolleges gronderechten semester 1Werkcollege 1
Opdrachten werkcollege 1 grondrechten: thema 1/2/3
Opdracht 1
a. Artikel 53 EVRM bevat een bepaling die het beschermingsniveau van het
EVRM ten opzichte van de nationale grondrechtenbescherming vastlegt.
Geef kort en bondig aan wat de verhouding is tussen de bescherming
van het EVRM en de nationale grondrechtenbescherming.
Art. 53 EVRM geeft aan dat geen enkele bepaling uit het EVRM zal worden
uitgelegd als een beperking of inbreuk op de nationale grondrechten. In art. 53
EVRM is vastgelegd dat het EVRM een minimumstandaard vormt voor de
mensenrechtenbescherming in de verdragsstaten.
De Nederlandse grondwet biedt soms ook meer bescherming dan het EVRM.
Er bestaat geen maximumbescherming. Grondwet mag dus altijd meer
beschermen dan EVRM. Grondwettelijke bescherming mag niet minder zijn.
b. Artikel 53 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
bevat een bepaling die het beschermingsniveau van het Handvest ten
opzichte van de nationale grondrechtenbescherming vastlegt. Geef kort
en bondig aan hoe het Hof van Justitie de verhouding tussen de
bescherming van het Handvest en de nationale
grondrechtenbescherming duidt. Bespreek hierbij ook de relevante
rechtspraak van het Hof van Justitie.
Art. 53 Handvest is van belang voor de relatie met nationale grondwettelijke
bepalingen en geeft het beschermingsniveau van het Handvest aan. Geen van de
bepalingen uit het Handvest mag worden uitgelegd als ze een beperking vormen
of afbreuk doen aan de grondrechten van de Europese Unie en de grondwetten
van de lidstaten.
Uit het arrest Melloni vloeit voort dat rechten die op nationaal niveau als
fundamenteel worden aangemerkt, moeten worden geschonden als dit in het
belang is van de effectieve doorwerking van EU-recht, tenzij dit strijd oplevert
met grondrechten uit het Handvest.
Dit betekent dat het EU-recht voorrang heeft boven het nationale recht, ook
wanneer het gaat om grondrechten. Hierdoor zullen de fundamentele rechten die
in lidstaten worden gehanteerd, nog verder naar elkaar groeien.
Het Handvest biedt minimumbescherming. Ongeveer dezelfde bepaling zoals art.
53 EVRM. Ook biedt het Handvest maximumbescherming (Melloni).
Opdracht 2
a. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bevat een
beperking ten aanzien van de toepasselijkheid van het Handvest op het
handelen van de lidstaten van de Europese Unie. Wat houdt deze
, beperking in? Illustreer uw antwoord aan de hand van één arrest van
het HvJEU.
Op grond van art. 51 lid 1 Handvest zijn de bepalingen van het Handvest gericht
tot de instellingen en organen van de Unie, met inachtneming van het
subsidiariteitsbeginsel en tot de lidstaten, uitsluitend wanneer zij het recht van
de Unie ten uitvoer brengen. Er dient dus te worden bekeken of voldaan is aan
de voorwaarde ten uitvoer brengen van EU recht of het Handvest van toepassing
is op het handelen van lidstaten.
In het arrest Akerberg Fransson is bepaald dat ten uitvoerleggen van
Unierecht niet te zwaar moet worden opgevat. Het Hof sluit hierbij aan bij art. 51
lid 1 Handvest en bepaalt dat het toepassingsgebied van het Handvest
nadrukkelijk gelijk is met dat van het Unierecht. Dit betekent dat lidstaten
gehouden zijn de in het Handvest neergelegde grondrechten te eerbiedigen
wanneer hun optreden valt binnen het toepassingsgebied van het Unierecht.
Ontleding art. 51 lid 1 Handvest:
Op grond van art. 51 lid 1 Handvest zijn de bepalingen van het Handvest gericht tot de
instellingen en organen van de Unie: de instellingen/organen van Unie zijn dus altijd
gebonden aan de grondrechten van het Handvest
met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel
en tot de lidstaten, uitsluitend wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen.
Lidstaten zijn dus niet altijd gebonden, maar alleen wanneer zij het recht van de Unie
ten uitvoer brengen. Dit kan gaan om de primaire verdragen (VEU en VWEU),
verordeningen, richtlijnen….
Extra informatie:
Stel dat je een betoging wil houden o.g.v. Wet Openbare Manifestaties en dat
wordt verboden. Kan je je dan op Handvest beroepen? Nee. Als je deze
demonstratie wil houden bij de grens en deze wordt verboden o.g.v. vrij verkeer
van goederen en diensten, dan kan je wel een beroep doen op het Handvest want
dit valt wel binnen het toepassingsbereik.
Unierecht werkt altijd door (VEU, VWEU) op basis van Costa/ENEL en Van Gend &
Loos. Bij het Handvest alleen wanneer lidstaten het recht ten uitvoer brengen
(zoals bovenstaand voorbeeld).
b. Wat is voor het HvJEU de belangrijkste reden geweest om negatief te
adviseren over toetreding van de Europese Unie tot het EVRM?
Het ontwerpverdrag was nog niet verenigbaar met EU-verdragen en het was
onvoldoende duidelijk hoe de bevoegdheidsverdeling tussen EHRM en HvJEU zou
plaatsvinden. Het EVRM en HvJEU staan nu naast elkaar. Als EU toetreedt zou
HvJEU onder EHRM komen en zou er een hiërarchische verhouding bestaan en
het EHRM zou dan het laatste woord hebben, terwijl ze nu naast elkaar staan. Het
HvJEU wil niet ondergeschikt raken. Als bevoegdheidsverdeling niet duidelijk is,
komen ze automatisch uit bij EHRM!!
Op grond van art. 6 lid 2 VEU is toetreding van Unie tot EVRM vereist!
,Opdracht 3
Extra informatie:
EHRM
Stel demonstratie wordt verboden en art. 11 EVRM komt in het geding. Om bij EHRM te
kunnen komen, ga je eerst nationale rechtsmiddelen uitputten. Alles uitgeput? Dan EHRM.
Ontvankelijkheidseisen staan in art. 35 EVRM. Een zaak kan alsnog pas in behandeling
worden genomen als alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput.
In het arrest Salah Sheekh is (uitzondering op uitputting nationale
rechtsmiddelen) bepaald dat indien een beroep gedoemd was te mislukken niet van die
persoon kan worden gevergd dat hij nog eerst een andere nationaal rechtsmiddel inzet.
Dit moet je aannemelijk kunnen maken.
De vier maanden termijn gaan in nadat uitspraak is geweest.
Let op: reden waarom mensen eerder naar EHRM gaan, is omdat toepassingsbereik
Handvest soms niet toereikend is en EVRM meer beschermd.
HvJEU
Is artikel uit Handvest geschonden? Dan moet je naar de rechtbank, vervolgens
het gerechtshof en daarna de Hoge Raad. Mochten een van de rechtsprekende
organen vragen hebben, dan kunnen zij prejudiciële vragen stellen aan het
HvJEU.
Bespreek in uw eigen woorden de manier waarop het systeem van de
grondrechtenbescherming in de Europese Unie en in het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens is vormgegeven en geef aan
welke rol de nationale rechtscolleges daarin spelen. Vermeld bij uw
antwoord ook de relevante verdragsbepalingen.
De rechtsordes van de EU en het EVRM zijn nauw met elkaar verweven, ondanks
dat zij onafhankelijk zijn.
Europese Unie:
de Unie erkent alle rechten, vrijheden en beginselen die in het Handvest zijn
vastgelegd op basis van art. 6 lid 1 VEU. Het arrest van Gend en Loos en
Costa/ENELheeft bepaald dat dat het Europees recht voorrang heeft op nationale
wetgeving en de EU een nieuwe rechtsorde is waaraan rechten en verplichtingen
kunnen worden ontleend. De verdragsartikelen maken automatisch onderdeel uit
, van de Nederlandse rechtsorde (geldt ook voor verordeningen), dit wordt
rechtstreekse werking genoemd. Richtlijnen hebben geen rechtstreekse werking
en moeten worden omgezet in nationale wetgeving/
Het HvJEU is de rechter die indien nodig rechtsbescherming moet bieden. Het
HvJEU controleert of de instellingen van de EU de grondrechten in het Handvest
hebben geëerbiedigd en controleert de lidstaten, mits zij het EU-recht ten uitvoer
brengen. Is geen mensenrechtenhof. Het HvJEU legt het gemeenschapsrecht uit
en stelt handelingen vast van organen van de EU. Een individu kan alleen een
procedure starten indien het gaat om een tot hem gericht of hem rechtstreeks
rakend besluit van de Commissie.
De nationale rechter kan prejudiciële vragen stellen over de geldigheid of het
gemeenschapsrecht aan het HvJEU. Het Hof geeft hierover een bindend oordeel.
Dit kan ook gaan over het Handvest van de EU.
EVRM:
Op grond van art. 53 EVRM is het EVRM een minimumstandaard voor
mensenrechtenbescherming in de verdragsstaten. Dit betekent, op basis van
arrest Melloni, dat nationaal recht moet wijken voor EU-recht (tenzij in strijd met
Handvest).
De Nederlandse rechter moet allereerst zelf de bescherming van de
verdragsrechtelijke grondrechten garanderen en is bevoegd omdat de bepalingen
uit het EVRM ‘een ieder verbindend zijn’. Dit is geregeld in art. 93 en 94 Gw. De
bepalingen hebben rechtstreekse werking en voorrang.
Art. 35 EVRM geeft een recht aan de staat en een plicht voor het individu. Dit
betekent dat er eisen zijn gesteld om als individu naar het EHRM te kunnen
stappen, waaronder het uitputten van alle nationale rechtsmiddelen.
Op grond van art. 34 jo. 33 EVRM kunnen individuen, groepen en landen een
klacht indienen tegen een lidstaat door een beroep te doen op het EVRM. De
uitspraken van het EHRM zijn definitief en bindend voor de betrokken staten.
Het EHRM is het rechtssprekende orgaan van de Raad van Europa en is op grond
van art. 19 EVRM ingesteld om de nakoming van de verplichtingen die
voortvloeien uit het EVRM te verzekeren.
Opdracht 4
In een uitspraak van 1 april 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP3044) overwoog
de Hoge Raad als volgt in een zaak die de uitkering bij zwangerschap
voor vrouwelijke zelfstandigen betrof:
“Het hof heeft terecht overwogen dat in art. 11 lid 2, onder b, [van het Verdrag
inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen] niet is
voorgeschreven welke modaliteiten een verlof wegens bevalling moet hebben,
aangezien omtrent de duur en de vorm van het verlof en omtrent de hoogte van
de uitkering in de bepaling niets is geregeld. Het oordeel van het hof dat het
resultaat van de te nemen maatregelen in art. 11 lid 2, onder b, onvoldoende
nauwkeurig omschreven is en dat deze bepaling derhalve ongeschikt is voor
rechtstreekse toepassing door de nationale rechter, is dan ook juist.” Beantwoord
de volgende vragen kort en bondig.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tanishavanaalst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans