Hoofdstuk 7 (les 1-3)
Homo sapiens, homo faber, homo religiosus
Homo sapiens: biologische naam wijze mens, slimme mens, zelfbewust mens wijst op
kennis
Homo faber: arbeidende, werkende mens, techniek, controle, manipulatie
Homo religiosus: de religieuze mens zingevende mens, mens op zoek naar zin
Kennis
Techniek
Zin
Deze 3 aspecten in de mens onderzoeken en onderzoeken hoe ze samenspelen, maar ook
hoe ze disharmonieën in zich dragen
Sapiens: cognitief
Faber: manipulatief
Religiosus: religieus
Biologen: de mens wordt te vroeg geboren
Wij zijn heel zwak in de dierenwereld en wij blijven dat heel lang
Wij hebben grote opvoedbaarheid: we kunnen leren
§ 1. De cognitieve en manipulatieve interesse van de mens
1.1 Praktisch belang van kennis
“Mängelwesen”: een wezen dat mangelt, er zitten veel gebreken aan
Homo sapiens sapiens
- Informatie en taal
- Gedrag en omgeving aanpassen
- Zoeken naar veiligheid en controle
Dankzij die sapiens sapiens hebben we sociale omgeving waarin we cultuur opbouwen
1.2 De morele waarde van kennis
Is/ought distinction
Bij morele concepten (‘morele kennis’) vallen descriptieve en evaluatieve dimensie vaak
samen. Feit/waarde distinctie niet altijd mogelijk
Uit het zijn volgt nooit het moeten
Uit een medische vaststelling volgt nog niet hoe ermee omgegaan moet worden en wat we
precies moeten doen
Typisch voor onze tijd: we maken die distinctie heel erg
Een foto is niets anders dan pixels op papier: allemaal puntjes, kleuren naast elkaar gezet
,Kijk naar de foto alsof het niet meer is dan pixels, maar dat kunnen wij niet ‘ik zie mijn
nonkel, tante, neefje’ het lukt niet om gewon kleurpintjes op papier te zien je kunt niet
zuiver objectief kijken, je ziet altijd wat betekenis heeft, wat waarde heeft
Voor de wetenschap is een foto een verzameling kleurtpuntjes op papier, de printer heeft
geen besef van tante/nonkel etc
Heel moeilijk objectief/neutraal kijken, wij zien altijd betkeenissen/waarden in de dingen
Voorbeelden:
Enkel de laatste respecteert het!! Bij de andere 3 wordt er telkens iets gegeven en
concludeert men meteen dat er iets moet, bij de laatste is dit niet zo.
The duty of enquiry
Eigenlijk moet je niets aanvaarden tenzij we bewijzen hebben
“It is wrong always, everywhere, and for anyone, to believe anything upon
insufficient evidence.”
De ethiek, wat je goed of slecht kan doen, is niet alleen een kwestie van handelen maar is
ook een kwestie van kennisverwerving dus ook in je kennisverwerving kun je morele fouten
maken
Wanneer je omgaat met kennis kan je ook een morele fout maken
Voorbeeld schip:
- Reder schip voor personenvervoer
- Schip heeft controle nodig
- Reder denkt: het is al zoveel over de oceaan gevaren, nog een keer erbij kan nog wel
- Schip vertrekt
- Schip zinkt
clifford: hij zegt de man is schuldig aan de dood vd duizenden immigranten MAAR zelfs als
dat schip wel aan de overkant was aangekomen dan nog was hij schuldig want hij heeft
verzuimt om kennis te vergaren wanneer dat moest
Hij is tot een besluit gekomen zonder dat hij over voldoende informatie beschikte om tot dat
besluit te komen
,Evidentialisme: voor elk van onze overtuigingen een evidence hebben
Als je geen voldoende bewijsmateriaal kan vinden wat moet je dan doen?
als je geen tijd hebt voor kennisverwerving dan moet je ook maar geen tijd hebben om
tot conclusies te komen
Schort uw oordeel op: zeg dan als je onvoldoende bewijs hebt ik weet het niet of ik weet
het nog niet
Reactie:
opschorting van oordeel is ook een keuze
Sommige realiteiten komen eerst tot ontstaan door het voorafgaandelijke geloof in die
realiteiten (voorbeelden vriendschap, liefde, sollicitaties)
Pragmatisme
In een laboratorium staat er eigenlijk niets op het spel: je hebt hypothese maar onvoldoende
bewijs die moet dus wachten en schort oordeel op soms duurt het lang voor je tot
conclusie komt, maar eigenlijk is er niets dringend op zichzelf, binnen de wetenschap moet
men geduldig zijn
Maar je moet goed beseffen dat daarbuiten in het leven zelf niet kiezen ook een keuze is
Dat kan je duur te staan komen
Je mag niet denken die positie is volledig neutraal, het is een bewuste keuze
Bv ik denk dat zij van mij houdt: insufficient evidence moet je wachten of bewijsmateriaal
proberen te verzamelen?
Sommige dingen gebeuren pas als je er op voorhand in gelooft dat ze er zijn
‘Do you like me or not? – for example. Whether you do or not depends, in countless
instances, on whether I meet you half-way, am willing to assume that you must like me, and
show you trust and expectation. The previous faith on my part in your liking’s existence is in
such cases what makes your liking come.’
Voorbeelden:
1) Als je ergens in kamer wordt binnengelaten en je neemt eerste houding aan: je zet je tegen de muur en
denkt mss vinden ze me leuk en mss niet en je wacht tot er bewijsmateriaal komt dan komt het niet
natuurlijk! Je moet erin geloven dat ze je leuk vinden om hen de kans te geven om je leuk te vinden
2) Sollicitant: mss ben je competent vor de job mss niet maar je hebt insufficient evidence, als je zo gaat
solliciteren krijg je de job zeker niet je moet erin geloven dat je competent bent!!!
3) Stle je voor je hebt ouders en die hebben een kind: we weten nog niet welke kleur ons kind leuk zal
vinden dus we schilderen de kinderkamer nog niet, we wachten tot het kind kan praten en een eigen
mening heeft en het dan zegt welke kleur hij wil
We laten de muren onbeschilderd: het lijkt erop dat je je kind alle vrijheid geeft en niks vastlegt in de
plaats van je kind
Maar natuurlijk een onbeschilderde muur heeft ook een kleur en is ook een keuze
Je hebt dus altijd gekozen in de plaats van je kind, je kan niet neutraal zijn
Er is geen volledige neutrale grond
Het is door je geloof dat het eventueel juist tot stand kan komen
Of het op zijn poten terecht komt is niet helemaal zeker: maar om het de kans te geven
moet je de positieve houding wel aannemen
Als je die houding niet aanneemt dan komt er in geen geval iets van
Reactie: je kunt neutraal/geduldig/ etc zijn maar in het leven moet je soms vertrouwen
Er is niks mis mee met tot een overtuiging te komen ookal heb je onvoldoende bewijs
, Je bent niet neutraal ookal schort je je oordeel op
1.3 Kennis om de kennis
- Van roddel en sensatiezucht tot welgemeende wetenschappelijke interesse in hoe de
dingen in elkaar zitten, ook al heeft die kennis niet meteen praktisch nut
- De wetenschappelijke attitude: neutraal, objectief, onpersoonlijk, …
De mens is een nieuwsgierig wezen en wil weten vd kleinste dingetjes, roddeltjes etc tot
interesse in dingen waarvoor je boeken gaat lezen etc
Kennis hoort bij het menselijke leven
Het inzicht dat we nu hebben in de wetenschap is dat wetenschap gedijt in vrijheid, je mag
hen niet te veel grenzen opleggen want dat blokkeert hun creativiteit
Er is vrijheid nodig, een safe space waar je met gedachten kan spelen
In die vrije plaats: zo logisch, neutraal mogelijk proberen te denken en eigenlijk ook zo
onpersoonlijk
Wetenschappelijke resultaten: iemand anders met zelfde onderzoeksdoel moet tot dezelfde
resultaten komen, in wetenschap wil men herhaalbaarheid
Het is datgene waartoe men moet concluderen op zuiver wetenschappelijke gronden
Wetenschap is onpersoonlijk
Positieve wetenschap
Maar er zijn ook andere disciplines dan de zuiver positieve wetenschap
“Alle mensen hunkeren van nature naar het kennen. Een aanwijzing daarvoor vormt het
behagen dat wij scheppen in de zintuigelijke gewaarwordingen: ook afgezien van hun nut
worden zij geliefd om hunnentwil, meest van al nog die door middel van de ogen.”
Mensen houden ervan om gwn op bankje te zitten en kijken naar zee, bomen, mensen
Wij hebben plezier in kijken, horen etc maar vooral met de ogen
Mensen hunkeren naar nature naar het kennen
1.4 Het mythische denken
Het is waarde en feit, betekenis en verklaring in 1
De mythe biedt een verhalende, niet-argumentatieve verklaring van de werkelijkheid en van
de plaats van de mens daarin. Vaak zijn goden en allerlei bovennatuurlijke wezens en
krachten de hoofdrolspelers. Anders dan de wetenschap pretendeert de mythe niet alleen te
verklaren, ze schrijft ook voor hoe dingen moeten zijn.
Het denken zoals het in primitieve culturen aanwezig is
We gaan terug naar de tijd of antropologisch naar samenlevingen die de cultuur van die tijd
bewaard hebben
Ene vd grote fouten: men zegt dat er een tijd was dat de mensen mythisch dachten en dan is
er een breekpunt en beginnen mensen wetensschappelijk te denken
Je kan een breuklijn vinden, maar mensen zijn mythisch blijven denken
Definitie: mythische verklaring, op een mythische manier denken
Die 2 zijn hier volledig vervlochten die is/ought: hoe het is en hoe het moet zijn