D2. Bevoegdheid
H1. Begripsomschrijving
1.1 Algemene beginselen
• Rechtsmacht: staatsmacht om geschillen m.b.t.subjectieve rechten te beslechten, door de
grondwetgever toevertrouwd aan hoven en rechtbanken
◦Vallen buiten rechtsmacht: (a) administratieve rechter(b) buitenlandse rechter
• Bevoegdheid: de rechtsmacht die aan een bepaalde rechter concreet wordt toebedeeld
• Rechtsmacht
◦Andere terminologie in art. 5 WIPR (internationale bevoegdheid)
‣ § 1. Behalve in de gevallen waar deze wet anders bepaalt, zijn de Belgische rechters
bevoegd indien de verweerder bij de inleiding van de vordering zijn woonplaats of
gewone verblijfplaats in België heeft. Indien er verschillende verweerders zijn, zijn de
Belgische rechters bevoegd indien een van hen zijn woonplaats of gewone verblijfplaats
in België heeft, tenzij de vordering slechts werd ingesteld om een gedaagde te onttrekken
aan de rechter van zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats in het buitenland.
‣ § 2. De Belgische rechters zijn eveneens bevoegd om kennis te nemen van de
vorderingen betreffende de exploitatie van de nevenvestiging van een rechtspersoon die
geen woonplaats, noch gewone verblijfplaats heeft in België, indien deze vestiging zich in
België bevindt bij de instelling van de vordering.
◦Afbakening rechtsmacht
‣ Art. 144-145 G.W.
• Art. 144 geschillen over burgerlijke rechten, uitsluitendebevoegdheid rechtbanken
• Art. 145 geschillen politieke rechten, bevoegdheidrechtbanken behoudens wettelijke
uitzonderingen
• cfr. geschillen welke de wet aan hun rechtsmacht onttrekt (art. 556 Ger. W.)
‣ Buitenlandse rechter
‣ Arbitrage (adde: bindende derdenbeslissing, bemiddeling)
◦Rechtskarakter van de exceptie van afwezigheid van rechtsmacht
‣ Buitenlandse rechter:
• Niet van openbare orde (uitz. exclusieve bevoegdheidsgronden Brussel Ibis of WIPR)
• Partijen in limine litis
• Rechter meer en meer ambtshalve: Brusselbis Vo art. 12 WIPR
‣ Arbitrage / bemiddeling / bindende derdenbeslissing
• Niet van openbare orde
• Partijen in limine litis (art. 590, 2de lid en 1682, §1, Ger. W.)
• Nooit ambtshalve door rechter
‣ Taak niet aan de rechterlijke macht toevertrouwd,
• Openbare orde
• Exceptie kan te allen tijde worden opgeworpen
• Rechter ambtshalve
◦Uitz. rechtsmacht kort
• Bevoegdheid
◦Bevoegdheidsregeling algemene beginselen: art.8 - 11 Ger. W.
◦Aanhangigheid en samenhang art. 29 en 30 Ger.W.
◦Verdeling in de Rechtbank van Eerste Aanleg 88,par. 2, Ger. W.
◦556-663 Ger. W. (derde deel van het Ger. W.:"De bevoegdheid")
◦Beslagrechter 1395 Ger. W
◦Art. 8 Ger. W.“bevoegdheid is de macht van de rechter om kennis te nemen van een vordering
die voorhem is gebracht”
‣ Veronderstelt rechtsmacht
, ‣ Alleen de vraag: welke rechter kan in België kennis nemen?
• Materiële bevoegdheid
◦Volstrekte, materiële of attributieve bevoegdheid (art. 9 Ger. W.)
◦Functioneel karakter, beoogt optimalisering van de werking van het gerecht d.m.v.
specialiseringen rationalisering
◦Conflicten verdeeld volgens de inhoud van het geschil
◦In beginsel van openbare orde (uitz. art. 568,eerste lid en art. 592 Ger. W.)
• Territoriale bevoegdheid
◦Territoriale bevoegdheid (distributie vanbevoegdheid)
◦Spreiding over het land – een rechter dicht bij de burger
◦In beginsel van aanvullend recht, uitz. soms van dwingend recht, soms van openbare orde
• Bevoegdheid
◦Exceptie of middel van onbevoegdheid, metverwijzing naar de bevoegde rechter
◦Secundaire competentieregelen:
‣ Prorogatie van bevoegdheid
• Een onbevoegde rechter wordt bevoegd
‣ Derogatie van bevoegdheid
• Daardoor wordt de bevoegde rechter onbevoegd
1.2 Materiële bevoegdheid
1.2.1 Begrip en soorten
• “De materiële bevoegdheid is de rechtsmacht bepaald naar het onderwerp, de waarde en in
voorkomend geval het spoedeisend karakter van de vordering of de hoedanigheid van de
partijen”(art. 9 Ger. W.)
• Volheid van bevoegdheid REA
• Algemene bevoegdheid van een rechtscollege
◦Geheel van de gewone, normale bevoegdheden, vaak ratione summae vb. vrederechter
5.000€
• Bijzondere (niet-exclusieve) bevoegdheid
◦Welomschreven bevoegdheden, toegekend aan een welbepaald rechtscollege vb.
arbeidsrechtbank arbeidsovk.
◦Maar voorwaardelijke volheid van bevoegdheid rb. eersteaanleg
• (Bijzondere) exclusieve bevoegdheid
◦Voorbehouden aan één rechtscollege vb. Orb. faillissement
◦Onbevoegdheid ambtshalve op te werpen
◦Vwd.volheid bevoegdheid rb. eerste aanleg speelt niet
• Daarnaast kan elk rechtscollege belast worden met Rechtbank van eerste aanleg is bevoegd tenzij
een ander rechtscollege bevoegd is = volheid van bevoegdheid.
Is een ander rechtscollege bevoegd dan speelt in deze gevallen de voorwaardelijke volheid van
bevoegdheid rechtbank van eerste aanleg.
1.2.2 Rechtskarakter
• Openbare orde
◦a) geen afwijkende ovk. door partijen, noch voor, noch na het ontstaan van het geschil
◦b) berusten in een vonnis van materieel onbevoegde rechter is uitgesloten
◦c) de rechter steeds, zelfs ambtshalve, de juiste toepassing van de bevoegdheid ratione
, materiae onderzoeken
◦d) de exceptie van materiële onbevoegdheid kan te allen tijde opgeworpen worden (art. 854
Ger. W.); niet voor het eerst voor het Hof van Cassatie
◦e) vonnis van een ratione materiae onbevoegde rechter = nietig
‣ Gedekt door het verstrijken van de vervaltermijn voor hetaanwenden van rechtsmiddelen
tegen het vonnis van deonbevoegde rechter (art. 20 Ger. W.)
1.2.3 Componenten
• Art. 9 Ger. W. bevat de verdelingscriteria tussen de verschillende rechters
1.2.3.1 Het voorwerp van de eis
• Voornaamste criterium om de materiële bevoegdheid te bepalen / logisch criterium om te
specialiseren op inhoud
• Hoe vastgesteld? “onderwerp van de vordering, zoals dit uit de dagvaarding blijkt” = de feiten en
de eis zoals de eiser die stelt: vb. 1 arbeidsovereenkomst, vb. 2 onderneming
◦Cass. 8 sept. 1978: rechtscollege is bevoegd, zelfs indien achteraf onjuist (geen prejudicieel
onderzoek)
◦Indien bij onderzoek ten gronde onbevoegdheid blijkt, alsnog onbevoegdverklaring en
verwijzing naar de bevoegde rechter (Cass. 19 februari 1987)
1.2.3.2 De waarde van de eis
A. Eis in geld uitgedrukt
• Waarde = hoofdsom en vervallen interest (niet gerechtelijke interest, niet gerechtskosten, niet
dwangsom) art. 557 Ger. W.
◦Onderdeel betwiste schuldvordering: totaalbedrag of resterend saldo - art. 559
◦Wanneer de eis verschillende punten bevat:samentellen - art. 558
‣ Samenhang (art. 701): objectieve cumulatie
◦Meerdere partijen: samentellen – art. 560
‣ Samenhang (art. 701): subjectieve cumulatie
◦Titel lopende schuld: annuïteit x 10 – art. 561
• Soorten interesten
◦Moratoire interest: interest verschuldigd wegens laattijdige betaling van een geldschuld (= een
verbintenis waarvan het oorspronkelijk voorwerp bestaat in de betaling van eengeldsom)
◦Compensatoire interest: interest verschuldigd op de vervangende schadevergoeding wegens
het niet-nakomen van een verbintenis om iets te doen, niet te doen of iets te geven
◦Gerechtelijke interest: de voortzetting van de moratoire of compensatoire interest vanaf het
ogenblik van het instellen van de rechtsvordering (bij dagvaarding of verzoekschrift) tot aan de
betaling van de hoofdsom
B. Eis niet in geld uitgedrukt maar wel waardeerbaar in geld
• Art. 592 Ger. W. typevoorbeeld ontbinding met SV (+ art. 558)
• Criterium: is de waarde van de eis “kennelijk” hoger of lager dan 5000€
◦> 5000€: rb.
◦< of = 5000€: vrederechter
• Toepassingsvoorwaarden
◦a) de waarde van de eis mag in ieder geval niet bepaald zijn
◦b) de beslechting van de eis mag niet behoren tot de uitsluitende of de bijzondere
bevoegdheid van de rb. /[de arbrb.] / Orb. / vred. [of scheidsgerecht]
• Niet van openbare orde, alleen de verweerder kan de bevoegdheid betwisten in limine litis (art.854)
◦Eiser is akkoord: verzending naar bevoegde rechter overeenkomstig art. 660-662 Ger. W. door
middel van een akkoordvonnis (art. 1043 Ger. W.);