Maatschappelijk project
Hoorcolleges:
Hoorcollege 1:
1.5 Armoede: onder studenten
Leefloonstudenten: mensen (18+) die van thuis uit geen steun meer krijgen om te studeren
(vaak na relatiebreuk) of die opgroeien in een gezin dat er niet voldoende middelen voor heeft
Wie: tieners of twintigers uit kwetsbare milieus
Bedrag: 1.238,41 per maand, hoger als er een gezin ten laste is
Voorwaarden: resultaten moeten goed zijn en er moet bijgeklust worden als het kan in
combinatie met de studies; als dat niet gebeurt, kan het OCMW een leefloon weigeren of
intrekken
1.6 Kansarmoede/Armoede?
Armoede: te weinig financiële mogelijkheden hebben om de minimaal noodzakelijke
goederen en voorzieningen te bekostigen
Kansarmoede: aanhoudende situatie waarin mensen beperkt worden in hun mogelijkheden
om volwaardig deel te nemen aan de samenleving; gaat verder dan financiële beperkingen en
raakt aan diverse aspecten zoals onderwijs, arbeid en huisvesting
1.7 Kansarm in België – kan dat dan – enkele cijfers
Statistisch: ongeveer 1/6 Belgen in kansarmoede
1.8 Kansarmoede/Armoede meer dan financiële problemen?
Armoedeweb: je tuimelt van het ene probleem in het andere
1.9 Kijk op armoede?
Ons kijken/denken over armoede beïnvloedt ons handelen.
4 armoedemodellen:
Schuld (intern) Ongeval (extern)
Individu Individueel schuldmodel: eigen Individueel ongevalmodel: ocharme wat
schuld, dikke bult een tegenslag
Maatscha Maatschappelijk of structureel Maatschappelijk ongevalmodel:
ppij schuldmodel: er moeten moeilijke tijden
maatschappelijke maatregelen
genomen worden
1.10 Waarom inzetten op ervaringskennis/ervaringsdeskundigheid?
Schetsen van complexe armoedeproblematiek.
Voeling met reële noden van de doelgroep/hulpvrager.
Scheppen van vertrouwen (cliënt – organisatie)
Hulp bij definiëring van sociale problemen.
Brugfunctie – tolkfunctie
…
1
,1.11 Co-teaching met ervaringsdeskundigheid?
Ervaringskennis: kennis van mensen op vlak van armoede en sociale uitsluiting die
gebaseerd is op ervaring, op een procesmatige manier ondersteund, verruimd en gekaderd
vb. verenigingen waar armen het woord nemen, druglijn, CGG Vagga vzw, Oojeh
Ervaringsdeskundigheid: deskundigheid die iemand heeft, als hij de vaardigheden heeft
verworven om ervaringskennis professioneel in te zetten
vb. pleegzorg, Hoger Onderwijs, VDAB, Beleid (welzijn), Onderzoekcentra, FOD-justitie, PODMI,
GGZ …
Waarom co-teaching?
Ho-Gent als lerende organisatie = ontwikkeling van een ‘leercultuur’
- Ontvankelijkheid voor nieuwe ideeën – visie ontwikkeling
- Open uitwisseling van kennis en ideeën – extra kennisbron
- Ervaringskennis/ ervaringsdeskundigheid (extra kennisbron) naast theoretische kennis
(wetenschappelijke bron) – als gelijkwaardige bron
2.1 Wat?
Maatschappelijk project =
- Projectwerking: wijze waarop je een project organiseert
- Denken en doen
- Eigen inzichten ontdekken en openstellen voor/verwerven van andere inzichten vanuit
verschillende leefwerelden.
- Gedeelde kennis over de verschillende leefwerelden en onderwerpen heen.
- Handelen en visievorming van sociaal werk.
- Laten groeien vanaf begin opleiding.
2.2 Waarom projectwerk armoede & ongelijkheid
“Sociaal werk gaat over mensen en structuren. Niks mis met individuele begeleidingen, maar
als scheve structuren ervoor zorgen dat mensen in de problemen komen, moeten sociaal
werkers op dat terrein de handen uit de mouwen steken.”
2.3 Waarom projectwerk armoede & ongelijkheid – centrale paradox?
Sociaal werkers zien: armoede als structurele uitsluiting in de samenleving
MAAR
Sociaal werkers handelen: komen in de praktijk tussen door individu-gerichte/
gedragsgerichte interventies
2.4 Waarom projectwerk armoede & ongelijkheid – het concept van Gap-mending in onze
opleiding?
Leren reflecteren over wat de kloof (drempels) veroorzaakt en wat toelaat om de kloof te
overbruggen:
Rollen en hiërarchieën, vooroordelen en vooronderstellingen, taal, cultuur,
organisatiestructuren, verschillen op vlak van leeftijd, klasse, gender, levensloop …
Leren reflecteren over leefwereld armoede en leefwereld niet-armoede:
Referentiekader(s), hoe leefwerelden verbinden?
2.5 Inzoomen projectwerk
Maatschappelijk project: projectmatig leren werken, van studenten voor studenten rond
thema kansarmoede en sociale uitsluiting
Project bedenken en uitvoeren: reeks competenties
2
, - Kunnen samenwerken (groepswerk)
- Informatie kunnen zoeken en verwerken
- Leren observeren en rapporteren
- Een project kunnen beheren
2.6 Projectwerk = de gespreksrelatiebeker: ontmoeten in groep
Skravlekopp: typische groene beker (Noorwegen), staan samen met andere bekers in
geselecteerde cafés, kantines en ontmoetingsplekken
Project met als doel:
- Creëren van laagdrempelige ontmoetingsplekken.
- Vergroten van het bewustzijn over hoe we elkaar ontmoeten.
- Samen voorkomen en terugdringen van eenzaamheid in de samenleving.
2.7 Doel gespreksrelatiebeker: ontmoeten in groep – project
Doel project: verpakken van je boodschap in een herkenbaar, makkelijk te onthouden en dus
ook makkelijk door te vertellen verhaal – sensibilisering van armoede/ongelijkheid
Hoorcollege 2:
1. Beeldvorming
1.1 Beeldvorming: definitie
Beeldvorming: geleidelijk ontstaande opvatting over iets
1.2 Beeldvorming: dingen die ons kijken bepalen referentiekader
Cirkel van betrokkenheid: gedrag van anderen, de situatie, omstandigheden, het leven
Cirkel van invloed: eigen gedrag, gedachten, reacties, mindset
2. Bril om naar armoede te kijken is verschillend
Bril vanuit: eigen referentiekader, oordelen, vooroordelen, stereotypen, cijfers, armoede,
stress …
2.3 Armoede & beeldvorming
Welk gevaar?
(On)bewuste vooroordelen vooroordelen als evidenties evidenties als ‘nieuwe’
waarheid.
3
, Ontstaan: kloven tussen leefwerelden
3. Van beelden naar meten
3.1 Van beeld naar concept: een meer wetenschappelijke benadering
3.1.1 Wetenschappelijke benadering armoede: conceptueel
Armoede: definitie decreet armoede & Vranken
Netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het
individuele en collectieve bestaan. Scheidt de armen van de algemeen aanvaarde
leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen.
Wat mist?
3.2 Wetenschappelijk benadering volgens definitie Wat is armoede?
Veel discussie in de wetenschap over hoe armoede te omschrijven:
Oudste benadering: armoede omschrijven in termen van fysiek bestaansminimum
Rond 1990: armoede = ontoereikend inkomen om het minimaal noodzakelijke te bekomen
voor het behoud van een fysieke conditie
1970: verruiming concept basisbehoeften van een persoon breidt het bestaansminimum
uit met faciliteiten en diensten als onderwijs en gezondheidszorg
1990: jaarboeken armoede = verruimen definitie armoede door relatie met sociale
uitsluiting en gecumuleerde nadelige gevolgen
Vandaag: verruimen perspectief door ervaringskennis te betrekken
3.3 Armoede meten: hoe?
Vaak verschuiving van armoede naar armen tellen? = Politieke vraag
Voorstanders: noodzakelijk instrument in kader armoedebestrijding
Tegenstanders: armoede gereduceerd tot wat overheid wil zien & wet van grootste getallen
vergeten de meest behoeftigen + ‘armen’ krijgen etiket
Is het mogelijk ‘de armen’ te tellen en hoe? = Wetenschappelijke vraag
Ene maat = arm, in aanmerking voor beleidsmaatregel
Andere maat = niet arm, geen hulp beleidsmaatregel
3.3.1 Armoede meten: maatstaven en grenzen
Armoedemaat: instrument om armoedeniveau te bepalen
Meet de verdeling over de bevolking.
Gaat armoede na in een bepaalde bevolkingscategorie.
Schets evoluties in tijd.
Armoedegrens: bepaald punt op een lijn van zeer arm tot zeer rijk
Men krijgt een opdeling arm of niet arm.
Methode van grensbepaling is niet éénduidig en zorgt voor een ander onderzoeksresultaat.
3 benaderingen om armoede te meten die Europees worden gebruikt:
4