Cultuur en diversiteitsstudies:
Inleiding
1. Wat is cultuur
Cultuur maakt de verbinding tussen ons allen als mens: we delen een bepaalde
culturele identiteit, verbinden ons aan een bepaalde plek, tijd, context, groep …
Ruim containerbegrip:
- Identiteit
- Omgangsvormen
- Gemeenschappelijke ideeën
- Codes
- …
Waarover steeds discussie kan gevoerd worden.
Kenmerken zijn te identificeren, maar tegelijk ongrijpbaar en constant aan verandering
onderhevig.
2. Doelstelling vak
Impact van cultuur op ons en onze impact op cultuur kunnen vatten.
vb. acties, ideeën, voorstellingen …
Aanwezigheid van cultuur en daarmee bezig zijn is iets universeels en daardoor zeer divers:
Enerzijds: heel herkenbaar aangezien iedereen het doet
Anderzijds: heel verschillend, iedereen vult zijn dagelijks leven anders in
Verschillende perspectieven:
Breed: context van het leven
Smal: focus op kunst/cultuur of specifieke praktijken
3. Impact
3.1 Impact van cultuur op ons
1. Deel van wie we zijn, deels verbindend, verdelend: geen geheel van gelijkaardige ideeën,
kan mensen ook verdelen in groepen etc.
2. Cultuur bepaald vaak de spelregels: wat en hoe we beleven in het hier en nu, geeft ook aan
hoe we met onze objecten, ideeën omgaan
vb. kunst en cultuur
3. Mogelijke elementen uit heden en verleden van cultuur beïnvloeden ons en maken ons tot
wat we zijn.
vb. materieel, kunst, literatuur, muziek, ideeën, beleid, dynamieken
4. Cultuur doet iets met ons: we willen ons zo onderscheiden, identificeren, gelijken,
definiëren
1
,Schema geeft aan hoe de mens zich tot de natuur verhoudt, cultuur is daarbij ‘alles wat aan
de natuur toegevoegd wordt’ + de impact van de mens op cultuur.
3.2 Impact van ons op cultuur
Wij zijn de invulling van cultuur, maar als menselijk persoon heb je maar weinig impact in het
dagelijks leven.
Mensen en gebeurtenissen zetten wel verandering in gang, maar de omstandigheden
moeten het mogelijk maken (grote getallen/ in herhaling)
vb. mondmasker cultuur van Chinezen, na corona gedragsverandering: uitzondering wordt
meer het normale aangezien het noodzakelijk was om zichzelf en anderen te beschermen
daardoor meer aanvaard
vb. Arabische Lente, 2010: meneer die zichzelf in brand stak tegen leefomstandigheden
toenmalig Tunesië heeft een hele golf van gebeurtenissen en veranderingen teweeggebracht
vb. houding ten aanzien van roken/alcohol
4. Waarom belangrijk in Sociaal Werk
4.1 Impact van cultuur
We willen als Sociaal Werker begrijpen waar mensen belang aan hechten en hoe ze hun
context omschrijven.
Als Sociaal Werker werken we in een bepaalde context die voor ons bepaald is, die onze
‘praktijken’ (interventies) gaan kleuren.
Interventies gebeuren in een bepaald tijds/cultuur kader en grijpen daardoor in op dat
kader.
4.2 Wat doe je met kennis over cultuur in Sociaal Werk
Nodig om de wereld rondom je te kunnen kaderen: veranderende blik op de wereld
Belangrijk dat je een vergelijkend perspectief kan innemen: niet vanuit gaan dat je eigen
culturele referentiekader de norm is voor de cultuur zonder te ontkennen dat er wel een
dominant cultureel referentiekader bestaat
Belangrijk dat je als Sociaal Werker de impact hiervan kan zien aangezien je handelt in
een complexe context.
Belangrijk dat je de link kan zien met en een standpunt kan innemen over cultuur om
discussies te volgen.
Ontwikkelen van een sociaal-politiek bewustzijn in praktijk van de Sociaal Werker.
Belangrijk om inzicht in het beleid en een actieve opinie te vormen en je te engageren.
2
, Deel 1: cultuur, enkele kaders
1. Inleiding
Basisomschrijving cultuur: bewerking van de bodem; alles wat aan de natuur toegevoegd
wordt, het ingrijpen, bewerken en beheersen van de natuur
Statische omschrijving waarbij onderzoek niet zo makkelijk wordt: iets is OF natuur/OF
cultuur terwijl de realiteit complexer is en het geheel belangrijk is
Verfijning omschrijving: cultuur heeft te maken met aspecten van het menselijk zijn en
handelen in relatie tot wat men bewust/onbewust leert als lid van een bepaalde groep, in een
bepaalde context, in verschillende periodes
Proces is gemeenschappelijk voor alle mensen, het typeert de mensheid (gebeurt nergens
op dezelfde manier).
Cultuur = belangrijkste onderdeel studie van de culturele antropologie
1.1 Antropologie als vertrekpunt voor een definitiekader
Ontstaan antropologie: midden 19e eeuw bij de scheiding tussen filosofie en andere sociale
wetenschappen
Taak: schriftloze culturen bestuderen
Etnologen of volkenkundigen: accent op de studie van de andere, vreemde, primitieve;
men merkt vooral de verschillen op en verdiept zich graag in ‘exotische vreemden’
3 elementen die aanleiding geven tot het ontstaan van de antropologie:
1. Veranderend wetenschapsveld: sociale wetenschappen worden verder gevormd
2. ‘Ontdekkingen’ door Europa
3. Kolonialisme
Tijdspanne van expansie, slavernij en kolonisering:
Gevolg: intensief contact tussen Europa en culturen daarbuiten (ongelijkwaardigheid)
Nood om deze samenlevingen te bestuderen:
Uit noodzaak om zich ter plekke te handhaven.
Omdat men denkt dat de primitieve volkeren in korte tijd van de aardbodem
zullen verdwijnen omdat ze niet aangepast zijn aan de ‘beschaving’.
Antropologie = het kind van het kolonialisme:
Lokale bevolking wordt bestudeerd als rariteit, doorgaans minder ontwikkeld dan de
beschaafde Europeanen.
Kolonisatie wordt voorgesteld als gelijke ruil: hun arbeid/grond/rijkdom in ruil voor onze
beschaving
Antropologen actieve kolonisatoren
Deelden ingesteldheid en zorgden voor goed studiemateriaal over primitieven zodat de
kolonisatie, zowel economisch als cultureel, efficiënt plaats kon vinden.
Met deze informatie kon men veel gerichter overgaan tot ‘opvoeden en
ontwikkelen’ van de inheemse bevolking tot echte mensen naar voorbeeld van
de witte middenklasse.
3
, Samengevat, Antropologie:
- Begeleidt in de begindagen de kolonisatie in Europa.
- Biedt als wetenschap een mentaal kader aan het thuisfront: uiterlijke
verschillen tussen de eigen wereld en de anderen worden verklaard
Kolonisatie: bepaalt het mens- en wereldbeeld en benadrukt de verschillen
Land bezetten, innemen, mentale kolonisatie (scholing) en culturele toe-
eigening.
Mentale en culturele kolonisatie op dat moment in Congo: witte vrouw naast zwarte kinderen
die Westerse (deftige) kledij aanhadden + kinderen en begleiders moeten zich aanpassen aan
de kolonisator kledij aandoen die daar past en deftig is; kledij witte vrouw straalt superioriteit
uit en geeft de kinderen onderwijs en probeert ze te laten functioneren zoals men wou in het
Westen
In België zijn 98 straten vernoemd naar personages uit onze koloniale geschiedenis. Geen
enkele straat draagt de naam van een Congolese persoonlijkheid. = onevenwicht door
kolonisatie
Roofkunst uit Congo die nog altijd in het museum staat = culturele toe-eigening;
1.2 Antropologie
Tot WOII: etnologie en volkenkunde ipv antropologie; termen typeren de toenmalige visie op
mensen en culturen
Inhoud studie: verzamelen van informatie over primitieven (antropoloog meet verschil:
schedels, lengte …)
Realiteit: beperking tot etnografie; beschrijven van 1 bepaald volk (liefst in traditie van
de natuurwetenschappen)
Kritiek op dat model zorgde voor inhoudelijke
verruiming (1950).
1950: antropologie; middel om na te denken over hedendaags
samenleven en indien mogelijk een bijdrage te leveren aan concrete
vraagstukken vb. straathoekwerk, studies over stad en samenleving,
minderheidsgroepen, interculturele communicatie …
Meer interpretatieve humanistische benadering.
Grondig veldwerk + mensen als gelijkwaardig zien ‘vergelijkend perspectief’
(cultuurrelativisme).
Hoe gaat men dan tewerk?
Informatie waarmee gewerkt wordt is meestal verzameld door het doen van veldwerk
(participerende observatie).
4