Samenvatting toegepaste farmacologie
Verloskunde jaar 2, periode 2 – thomas more college
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 9 – geneesmiddelen bij cardiovasculaire aandoeningen ....................................................................... 2
Cardiovasculair risicomanagement ..................................................................................................................... 2
Hypertensie......................................................................................................................................................... 3
Geneesmiddelen die het lipidenmetabolisme beïnvloeden ............................................................................. 15
Geneesmiddelen die de stolling beïnvloeden: tromboly ca, an coagualan ca en an aggregan a ............... 17
Hoofdstuk 10 - Diabetes ........................................................................................................................................ 25
Hoofdstuk 11 – Analge ca, an pyre ca en an -inflammatoire GM ..................................................................... 31
Analge ca ......................................................................................................................................................... 35
Ontstekingsremmende glucocor costeroïden ................................................................................................. 40
Centraal aangrijpende analge ca: narco sche analge ca ............................................................................... 41
Geneesmiddelen voor de behandeling van neuropa sche pijn ....................................................................... 42
Pijns lling jdens zwangerschap, partus en postpartum ................................................................................. 43
Hoofdstuk 12 – maag-darm aandoeningen ........................................................................................................... 44
Maagzuur-secre e-inhibitoren en antacida...................................................................................................... 45
Spasmoly ca ..................................................................................................................................................... 47
De an -eme ca................................................................................................................................................. 48
Laxa va ............................................................................................................................................................. 50
Geneesmiddelen bij maag- en darmaandoeningen jdens de zwangerschap ................................................. 51
Hoofdstuk 13 – respiratoire aandoeningen ........................................................................................................... 54
Geneesmiddelen bij astma ............................................................................................................................... 54
Geneesmiddelen bij hoest: an tussica, mucoly ca en expectoran a .............................................................. 59
Geneesmiddelen bij rhini s en sinusi s ........................................................................................................... 60
Hoofdstuk 14 – infec e en an microbiële geneesmiddelen ................................................................................. 61
Bespreking van infec es bij de zwangere vrouw en an -infec euze GM jdens partum en postpartum ....... 71
Hoofdstuk 15 – aandoeningen van het centraal zenuwstelsel .............................................................................. 77
Hypno ca, seda va, anxioly ca........................................................................................................................ 78
An psycho ca (neurolep ca) ........................................................................................................................... 80
An depressiva .................................................................................................................................................. 84
Middelen bij bipolaire stoornissen: lithiumzouten ........................................................................................... 88
An -epilep ca................................................................................................................................................... 89
Hoofdstuk 16 – an concep e ............................................................................................................................... 90
Hoofdstuk 17 – het herkennen van bijwerkingen en interac es ......................................................................... 104
Hoofdstuk 18 – geneesmiddelen jdens de zwangerschap ................................................................................ 106
Hoofdstuk 19 – geneesmiddelen jdens de borstvoeding .................................................................................. 115
1
,Hoofdstuk 9 – geneesmiddelen bij cardiovasculaire aandoeningen
Cardiovasculair risicomanagement
Wat: Inscha ng van de kans op het krijgen van een erns ge cardiovasculaire ziekte (vb. beroerte,
har alen, har nfarct of hartritmestoornissen) in de komende jaren op basis van de aanwezigheid van
bepaalde risicofactoren. Dit zijn: lee ijd, geslacht, rookstatus, systolische bloeddruk en verhouding
totaal cholesterol/HDL.
- Niet te gebruiken voor: mensen met een incident in de VG of bij DM standaard hoog
risico!
Wijzigbare risicofactoren: rookstatus, diabetes, hoog LDL cholesterol (slagaderverkalking),
overgewicht (verdubbeld risico), hoge bloeddruk, alcohol (verhoogd risico hypertensie en > LDL),
stress en overma g zi en (= risico hypertensie).
Onwijzigbare factoren: bestaande cardiovasculaire incidenten in VG, familiegeschiedenis en
erfelijkheid, lee ijd en geslacht.
2
, Risico hart- en vaatziekten verminderen
1. Leefs jl aanpassen
- Rookstop
- Beperkt alcohol gebruik (max 1 glas per dag)
- Niet meer dan 8u/dag zi en + regelma g bewegen (5x per week 30 minuten ma g intensief)
- Streven naar gezond gewicht: BMI 20-25, taille < 102 mannen en <88 vrouwen.
- Evenwich ge voeding: vetarm, vezelrijk, Na-beperking. (+ 1.5L water, 5 por es groente en fruit,
vetarm = minder fijne vleeswaren en minder industriële maal jden, zoutbeperking = minder
dan 6g per dag, minder suiker gebruiken.
2. Medicamenteus:
- Behandeling diabetes mellitus
- Behandeling hypertensie
- Sta nes overwegen bij hoog cardiovasculair risico
Hypertensie
Wat: herhaalde vastgestelde hoge bloeddruk > 140/90 mmhg. Vaak eerst zonder symptomen
waardoor er na jaren schade ontstaat aan organen
- Essen ele hypertensie (idiopathische hypertensie): geen aanwijsbare oorzaak gevonden (80-
95%)
- Secundaire hypertensie: gevolg van een ziekte (5-20%)
Risico’s: < levensverwach ng en > kans op verwikkelingen (o.a. hart- en vaat ziekten, CVA, nierlijden
en re nopathie) slagader verkalking ontstaat sneller bij mensen met HT, vooral bij DM.
Basisprincipes behandeling hypertensie:
Niet overhaast behandelen: betrouwbare diagnose moet gesteld worden (meerdere me ngen + juist)
daarnaast ook andere cardiovasculaire risicofactoren nakijken + betrekken in beleid.
Behandeling: vaststellen leefs jl aanpassen medica e (wanneer a ankelijk van ernst,
objec eve orgaan-weerslag en familiare belas ng)
Omgevings- en leefs jlfactoren als stress, roken, obesitas kunnen hypertensie verergeren. Het
gebruik van middelen als alcohol, NSAID’s, steroïden en zelfs drop kunnen de bloeddruk verhogen.
De etnische a omst, lee ijd, gewicht en geslacht kunnen een rol spelen (vb. mensen van afro-
Caribische a omst hebben vaker hypertensie)
Basisprincipes medicamenteuze therapie:
- Traag opstarten en langzaam opbouwen: kans op bloeddrukval waarbij perfusie van organen
in gedrang kan komen duizeligheid met valrisico en verwardheid
- Vaak polytherapie: meerdere verschillende geneesmiddelen in lage dosis om bijwerkingen te
beperken
- Streefwaarde: <140/90 mmhg (80 plussers: 140 a 150 systolisch)
- Therapie aanpassen aan situa e pt: nevenwerkingen, aanwezige pathologie, effect enz.
Tijdens zwangerschap: voorkeur aan methyldopa, labetalol of calciumantagonisten
3
, Bloeddrukmechanisme:
Bloeddruk = hartdebiet x perifere weerstand
Hartdebiet (of cardiac output of hartminuutvolume) = slagvolume x har requen e
o Slagvolume beïnvloed door: contrac ekracht, druk waartegen het hart moet
pompen, de hoeveelheid bloed die terug keert naar het hart.
2 regelmechanisme om een lage bloeddruk te verhogen
Korte termijn regula e/baroreceptor reflex: baroreceptoren (rek gevoelig) aan de binnenzijde van
aders kopen in ac e bij plotse drukveranderingen plotse bloeddrukdaling orthosympa cus
ac veren en parasympa cus inhiberen hartslagfrequen e en contrac ekracht s jgen (= verhoogd
hartdebiet) + bloedvaten trekken samen (= > perifere weerstand)
Baroreceptoren reguleren alleen plotse drukveranderingen, niet de gemiddelde bloeddruk over
lange termijn. Waarom? De baroreceptorreflex hee een snelle gewenning en raakt na enige jd
uitgeblust.
Lange termijn regula e/ hormonale beïnvloeding = RAAS (renine angiotensine androsteron systeem)
+ ADH. Wat doet het? Reguleren van de water- en zouthuishouding van het circulerend bloedvolume
en de diameter van de bloedvaten.
- ADH: vrijze ng door hypofyse vocht vasthouden s jging bloedvolume
einddiastolisch volume s jgt waardoor toename slagvolume + beperkte vasoconstric e
- RAAS: vasoconstric e arteriolen s jging perifere weerstand + uitscheiden aldosteron +
vasoconstric e venen. Na en water reten e door aldosteron zorgt voor s jging
bloedvolume en constric e van grote venen zorgt voor een s jging van de preload/veneuze
retour einddiastolisch volume s jgt slagvolume neemt toe.
4