De biologische basis van ons gedrag
1. Neurofysiologie
Basiselement = neuronen
Functie = communiceren andere neuronen handelingen uitvoeren
Problemen? multiple sclerose, dementie, schizofrenie, depressie
Psycholoog = belangrijk inzicht hebben in structuur/werking zenuwstelsel
Neuronen
Aantal neuronen
Meeste neuronen in hersenen en ruggenmerg (overal in lichaam)
Hersenen alleen 50 miljard en gemiddeld 100.000 connecties
Begin embryonale lijken neuronen op andere cellen vlug
differentiëren/vormen verschillende soorten neuronen
Prenatale periode meer neuronen gemaakt dan uiteindelijk overblijven
overtollige verdwijnen eerste jaren
Omgevingsfactoren invloed op ontwikkeling neuronen ratten
aangetoond alcoholconsumptie moeder negatief effect op ontwikkeling
neuronen
Mensen verklaring voor lagere IQ gepaard met foetale alcoholsyndroom
teveel alcohol vanuit bloedsomloop van moeder in bloedsomploop foetus
gekenmerkt door mentale retardatie, hyperactiviteit, verminderde
alertheid, motorische problemen
Neurogenese
Lang gedacht aanmaak neuronen volledig bij geboorte gedurende
gehele volwassenheid beperkt aantal plaatsen in hersenen nieuwe
neuronen ontstaan uit stamcellen
Eerst dachten cellen aangemaakt ter vervanging oude neuronen nieuwe
neuronen gebruikt nieuwe informatie leren onthouden stress vermindert
aanmaak nieuwe neuronen, sommige vermoeden nieuwe neuronen ook rol
spelen regelen stemmingen
Types neuronen
Drie types
a. Sensorische neuronen
Ontvangen info van lichaamsweefsel en waarnemingsorganen en
sturen info naar hersenen/ruggenmerg hersenen info ontvangen
over buitenwereld en lichaam
b. Motorische neuronen
Sturen signalen vanuit hersenen/ruggenmerg naar spieren, organen,
klieren uitvoering bevelen vanuit hersenen komen
c. Interneuronen
Dragen info over tussen neuronen sensorische neuronen
ontvangen uit omgeving draagt over aan interneuronen op beurt
signaal doorstuurt naar motorische neuronen dat reactie doorseint
,Componenten van neuron
Cellichaam: bevat structuren die ook in andere lichaamscellen
aangetroffen worden zoals celkern die genetische info bevat, mitochondria
zorgen voor stofwisseling
Dendrieten: vormen netwerk van smalle vezels die vanuit cellichaam
komen, ontvangen signalen andere cellen
Axon: lange dunne vezel uit cellichaam komt, aan einde splitst in waaier
van uiteinden, axonen verschillende cellen groeperen zich en vormen
zenuwen
De gliacellen
Naam omdat aanvankelijk dacht dat lijm tussen neuronen
Lange tijd verondersteld 10x meer gliacellen dan neuronen nu ongeveer
evenveel neuronen als gliacellen
Brengen geen info over grote afstanden
Vroeger
Gliacellen enkel voor stevigheid hersenen, leveren voedingstoffen
neuronen, opruimen afgestorven neuronen/ongewenste organismen
Nu
Sommige contact synaptische spleten verschillende neuronen, werking
neurotransmitters beïnvloeden eerst opnemen, later loslaten (functie rol
synchroniseren groepen neuronen zodat gelijk vuren)
Betrokken bij myelinisatie axonen, rol vormen nieuwe synaptische
connecties tussen neuronen leren nieuwe info voor herstellen verbroken
verbinding
Meer en meer neurofysiologen idee neuron als basiseenheid van brein
verlaten
Neurovasculaire eenheid: neuron geassocieerde gliacellen en belende
bloedvaten als structurele eenheid (steeds vaker gebruikt)
Twee types cellen
Neuronen Gliacellen
Sensorisch Astrocyten
Van sensor naar CZS Voedingstoffen
Motorisch Oligodendrocyten (CZS) en Cellen
Van CZS naar spier/klier/orgaan
, Scwann (PFC)
Myelinisatie
Interneuronen of schakelneuronen Microglia (fagocyten)
Van neuron naar neuron Opruimen
↑ synchronisatie
Communicatie binnen neuron
Informatiebegeleiding binnen neuron elektrochemisch proces
scheikundige processen worden elektrisch signaal, spelen rond membraan
neuron, vlies cel afscheidt
Rustpotentiaal
Neuron geen signalen ontvangt/verstuurt (rusttoestand) actief
onderhouden situatie waarbij binnenkant celmembraan negatiever
geladen dan buitenkant (pijl en boog op spanning)
Buiten axon relatief grote concentratie positief geladen stof
In axon meer negatief geladen deeltjes
↓ toont concentratie aantal belangrijkste ionen binnen en buiten neuron in
rusttoestand
Actiepotentiaal
Neuronen gestimuleerd andere neuronen of receptorcellen stimuli
landen op dendrieten
Excitatorische signalen: stimuli leiden ertoe potentiaal van ontvangende
cel iets positiever wordt (bv. van -70 naar -67 mV) verkleint potentiaal
verschil tussen binnen- en buitenkant cel
Inhibitorische signalen: stimuli leiden ertoe potentiaal ontvangende cel
iets negatiever wordt (bv. van -70 naar -73mV) potentiaalverschil met
buitenkant groter
Potentiaalveranderingen ten gevolge signalen verschuiven allemaal naar
axonheuvel, plaats neuron waar axon begint bij elkaar opgeteld
Kleine verandering membraanpotentiaal
1) Instroom natrium gecompenseerd door
uitstroom kalium
2) Wanneer membraanpotentiaal in axonheuvel
onder toevloed van reeks excitatorische
signaal bepaald niveau bereikt (ong. -55mV)
, zetten natriumpoorten open krijgen massale toevloed van Na+ in
axonheuvel (drempel)
3) Massale toestroom natrium wijzigt membraanpotentiaal nog meer
zodat meer Na+ binnen kan
4) Wanneer veel Na+ binnenstroomt in cel dat polariteit van membraan
omslaat van negatief naar positief actiepotentiaal uitlokt
5) Loopt vanuit axonheuvel naar uiteinden van axon (dominostenen
aan einde uitwaaiert verschillende rijen)
6) Na doortocht wordt rustpotentiaal vliegensvlug hersteld door
natriumpoorten sluiten, kaliumpoorten openen kalium uit axon
7) Rustpotentiaal bereikt wordt ionbalans hersteld door natriumionen
uit cel pompen en kaliumionen weer in
8) Plaatselijke verdoving blokkeert instroom van natrium in axon houdt
pijnsignaal tegen zodat niet doorgestuurd naar hersenen
9) Na doortocht kan gedurende korte tijd geen nieuw actiepotentiaal
uitgelokt worden refractaire periode (duurt 1-2 milliseconden)
Alles-of-niets-wet
Neuron vuurt altijd exact zelfde manier
Volgens alles-of-niets-wet zal elke stimulatie boven drempelwaarde
dezelfde reactie uitlokken
Grootte en vorm actiepotentiaal onafhankelijk van intensiteit van stimulus
die uitlokt
Actiepotentiaal eenmaal in gang is gezet wordt hele axon doorlopen tot
uiterste einden zonder vertraging
Om info over stimulusintensiteit via zenuwbaan over te brengen worden 2
mechanismen gebruikt: 1; aantal neuronen 2; tijd tussen actiepotentiaal in
axon
Sterke stimulus meer neuronen vuren dan zwakke stimulus
actiepotentialen sneller op elkaar volgen
Gemyeliniseerde axonen
Als hand iets scherp raakt drie processen 1; hand reflexmatig
teruggetrokken 2; zie je pijnlijke snee 3; pijn voelen niet alle axonen
even snel signaal doorsturen (vooral pinsignalen veel tijd nodig)
Twee factoren bepalen geleidssnelheid van axon: 1; diameter axon 2;
aanwezigheid myelineschede
Hoe dikker axon, hoe sneller actiepotentiaal doorgegeven
Voorbeeld: diameter 5 micrometer van ongemyeliniseerd axon: 5m/s,
diameter 500 micrometer: 35m/s
Tweede manier infosnelheid axon versneld door aanwezigheid
myelinischede = dun vetlaagje rond axon die regelmatige afstand inkeping
vertoont = knoop van Ranvier
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur adriaensenmette. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.